10
mede door deze Commissie verschillende gevallen
onder de loupe zijn genomen, heelt spreker de over
tuiging geschonken, dat men de uitvoering van
diverse ordeningsbesluiten rustig aan de bedrijfs-
genooten kan overlaten.
Zooals spreker reeds gezegd heeft, was het
werk in deze Commissie zeer dankbaar, omdat de
Commissie inderdaad iets ,,deed" en zich niet
tevreden behoefde te stellen met het geven van
adviezen.
De samenwerking in de Commissie was bij
voortduring van den meest aangenamen aard en
het heeft spreker gefrappeerd, hoe allen steeds op
onbekrompen wijze dikwijls veel tijd ter beschik
king stelden.
De beslissingen werden als regel unaniem ge
nomen en in de weinige gevallen, waarin zulks
niet het geval was, viel de beslissing niet eerder,
dan nadat de verschillende meeningen duidelijk
aan het licht waren gekomen.
Ook met den gedelegeerde van de Bedrijfs-
afdeeling Filmverhuurders was de verstandhou
ding, ondanks dat de positie van dezen gedele
geerde niet nauwkeurig was omschreven, van aan
genamen aard.
Spreker zou de rechtvaardigheid te kort doen,
indien hij niet een woord van erkentelijkheid uitte
jegens den Secretaris, den heer J. Bosman, die zijn
taak steeds op kundige en ernstige wijze heeft
vervuld.
Tenslotte brengt spreker dank aan den Voor
zitter van den Nederlandschen Bioscoop-Bond,
den heer D. Hamburger Jr., alsook aan den Bonds
directeur, den heer A. de Hoop. Spreker is er hun
in het bijzonder dankbaar voor, dat zij hem als
Voorzitter van de Commissie Nieuwe Zaken zijn
gang hebben laten gaan en oogenschijnlijk weinig
notitie van zijn werk hebben genomen. Gezien de
omstandigheid, dat men tot dan toe nimmer een
buitenstaander met een functie in het Bondswerk
had belast, had men een geheel ander optreden
van genoemde heeren mogen verwachten. De hee-
ren hebben zulks niet gedaan, waarvoor hij dank
baar is.
Als een van de resultaten van het Nieuwe
Leden- en Zakenbesluit noemt spreker het feit, dat
de Nederlandsche Bioscoop-Bond een van de eer
sten is geweest, die aan de hand van forsche nor
men een geslaagde ordeningspoging heeft onder
nomen. Hij prijst zich gelukkig, dat hij aan het
welslagen dezer poging zijn deel heeft kunnen bij
dragen
De Nederlandsche Bioscoop-Bond is een zeer
sterke organisatie en hij zal derhalve weinig hulp
van buitenaf noodig hebben. Mocht men echter
ooit op spreker een beroep doen in bepaalde om
standigheden, dan is hij gaarne bereid daaraan
gevolg te geven.
Met belangstelling zal spreker de verdere ont
wikkeling van het film- en bioscoopbedrijf volgen;
hij hoopt, il,ii die ontwikkeling voorspoedig zal
zijn en dat de Bond de sterke positie, welke hij
thans inneemt, zal weten te handhaven.
In een geestig speechje bracht ook de
Vice-Voorzitter. Jhr. Dr. J. C. Mollerus, aan
het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bio
scoop-Bond dank voor het in hem gestelde ver
trouwen. Hij uitte zijn erkentelijkheid in het bijzon
der jegens die leden van de Commissie, met wie
hij gedurende de enkele zittingen, welke hij heeft
kunnen presideeren, heeft mogen samenwerken.
Mocht in een of anderen vorm ooit weer een
beroep op hem worden gedaan, dan zal hij daar
aan gaarne gevolg geven.
Hierna volgde een kort, genoeglijk samenzijn,
waarbij den aanwezigen ververschingen werden
aangeboden.
OPBRENGST COLLECTE BIO-VACANTIE-
OORD
De totale opbrengst van de Paaschcollecte' 1937
voor het Bio-Vacantieoord bedraagt 27.376.57
(vorig jaar ƒ26.867.33). Dit bedrag is verkregen
door de onderstaande muntsoorten:
1 Bankbiljet a ƒ25.—
1 Bankbiljet a 10.—
46 Rijksdaalders
1519 Guldens
9 Halve Guldens
12973 Kwartjes
144188 Dubbeltjes
40010 Stuivers
62926 Halve Stuivers
441037 Centen
6000 Halve Centen
Ingewisselde vreemde munten
25.—
10.—
115.—
1519.
4.50
3243.25
14418.80
2000.50
1573.15
4410.37
30.—
27.—
Totaal 27376.57
De opbrengst bedroeg in:
1937 1936
Amsterdam 6.443.74 5.609.82
Den Haag 4.121.22 3.831.50
Rotterdam 3.561.18 4.154.21
De overige gemeenten 13.193.43 13.221.80
Is deze opbrengst op zichzelf genomen reeds
verheugend te noemen, verheugender nog is het.
dat de opbrengst van de in 1936 gehouden Paasch
collecte is overtroffen en de geringe achteruitgang
van de laatste jaren derhalve tot stilstand blijkt te
zijn gekomen.
Dit succes is te danken èn aan de toewijding van
onze leden met hun personeel, èn aan de onvol
prezen vrijgevigheid van het bioscoopbezoekend
publiek.
Het Bestuur van de Stichting Bio-Vacantieoord
voelt zich gedrongen aan allen, die aan het wel-