OFFICIEEL ORGAAN VAN DEN NEDERLANDSCHEN B I O S COO P - BO N D EEN NIEUWE FIGUUR IN DE ORGANISATIE De instelling van een ledenraad is wel het voor naamste kenmerk, waardoor de nieuwe Statuten, welke dezer dagen in concept aan de leden zijn aangeboden, zich onderscheiden van de thans van kracht zijnde grondwet van den Nederlandschen Bioscoop-Bond. Het feit, dat het Hoofdbestuur thans tot de creatie van deze figuur in onze organisatie is ge komen, moet men zien in de lijn der historische ontwikkeling in den organisatievorm van het film en bioscoopbedrijf in ons land. Aanvankelijk immers waren het slechts de bio scoopexploitanten, die zich in een Bond hadden vereenigd; daarna traden ook de filmverhuurders tot deze organisatie toe. Dit was op zich een zeer belangrijke gebeurtenis, omdat men hierdoor het uniek verschijnsel kreeg, dat èn leveranciers èn afnemers zich als het ware tot een belangenge meenschap hadden geassocieerd en dus naar buiten een organisatorische eenheid vormden, een een heid, waarvan de vorming naar binnen zou afhan gen van het goede begrip over en weer voor de wederzijdsche belangen, die weliswaar oogen schijnlijk tegenover elkaar stonden, doch in wer kelijkheid diep in elkaar grepen. Het is een gelukkige verdienste van deze orga nisatie, dat het aan dit goed begrip nagenoeg nim mer heeft ontbroken. De filmverhuurders kregen in den Bond langza merhand hun eigen afdeeling om tenslotte ook tot een evenredige vertegenwoordiging in het Hoofd bestuur te geraken. Het zou immers geen zin hebben, wanneer deze groep, welke wel niet quantitatief, maar zeer zeker qualitatief wij bedoelen dit in economischen zin nagenoeg gelijk was aan de groep der exploitanten, in rechten bij deze laatsten ten ach ter gesteld zou zijn. De ledenraad nu is te beschouwen als een evolu- tioneel symptoom, dat overeenkomstig het karakter van onzen Bond aan den dag moest treden, wilde de organisatorische consolidatie zich ongestoord kunnen voltrekken. Het Hoofdbestuur achtte den Bond, nu zich de verhoudingen daarin langzamerhand hebben gezet, er voldoende rijp voor om thans tot deze vervolle diging van den organisatie-vorm over te gaan. We mogen wel zeggen, dat deze nieuwe figuur in de organisatie oorspronkelijk het gevolg is van het inzicht, bij den Bondsvoorzitter gerijpt, naar aanleiding van interne gebeurlijkheden, welke het voorzichtig verkregen evenwicht dreigden te ver storen als gevolg eener toevallige numerieke meer derheid van de eene groep boven de andere bij het nemen van maatregelen in de wetgevende verga dering. Om nu tot een zuivere uitdrukking van de juiste verhoudingen te komen, biedt de instelling van een ledenraad de eenig mogelijke en ook eenig goede oplossing. 1

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 3