JAARVERSLAG 1935 VAN BUMA Eerst thans, midden in het jaar 1937, krijgen wij kennis van het jaarverslag over 1935 van het Bu reau voor Muziekauteursrecht (Buma), uitge bracht door den directeur van dit Bureau. Wij veroorloven ons eenige passages uit dit verslag, dat velen onzer ongetwijfeld interesseert, te citeeren, en wel voornamelijk die, welke het film- en bioscoopbedrijf aangaan. In een algemeene beschouwing constateert het verslag, dat de moeilijke omstandigheden, waarin de beoefening van de Ernstige Muziek verkeert, en die reeds in 1934 zulk een ernstig karakter ver toonden, in het jaar 1935 nog zijn toegenomen. Voor ons bedrijf beteekent dit verlaging van in komsten wegens de verlaging van budgetten, •waarop het tarief gebaseerd is en het verdwijnen of werkeloos blijven van muziek- of zangvereeni- gingen, waarmede wij contract hebben. Wij ach ten het zeer bevredigend, dat wij, voor groote uit breiding van onze contracten-portefeuille met ver- eenigingen, die wij vroeger niet bereikten en met een intensief bearbeiden van het veld der separate uitvoeringen, de recette van de rubriek Ernstige Muziek nog hebben kunnen opvoeren. Ook voor de contractanten in de Vermaaks- muziek heeft het jaar 1935 geen verbetering ge bracht. Vele groote café's hebben hun deuren ge sloten of zijn op minder grooten voet gaan exploi- teeren, wat spoedig medebrengt afschaffing van muziek. Sedert den aanvang van het nieuwe Buma einde 1932 is b.v. in Amsterdam het aantal mu- ziekvergunningen gedaald tot beneden 60 °/c van het toenmalige aantal. En het zijn de grootsten en best betalenden, die ons ontvallen zijn. Door de hulp van onze organisatie en de regelingen, die thans in een groot deel van het land zijn getrof fen, door Justitie en Politie, hebben wij ook hier hetgeen wegviel en ook de verlaging van ons tarief kunnen compenseeren en zelfs een stijging van recette kunnen bereiken. Wel zijn wij pessimis tisch gestemd voor den tijd, dat deze uitbreiding van portefeuille zal hebben opgehouden, zoodat wij na 1935 eerder een teruggang dan een stijging van de recette mogen verwachten, ook al zou onze portefeuille zich nog wat uitbreiden, daar het voorloopig nog niet mogelijk zal zijn onze crisis tarieven van thans weer op normale hoogte te brengen. De bioscopen, aldus het verslag, hebben zonder twijfel minder te lijden gehad van den ongunst der tijden dan andere bedrijven. Het uitgaande pu bliek schijnt niet te verminderen en gaat voort de bioscopen verre te prefereeren boven andere schouwspelen en boven concerten. Met de prijzen der plaatsen is men met de algemeene daling van het prijsniveau moeten meegaan, maar dit zal, ten deele althans, zeker gecompenseerd zijn door de verlaging om dezelfde reden der onkosten. Hoe dit zij, ook deze rubriek is nog niet in het spoor van de Auteurswet; de processen duren uitermate lang en men moet tot de hoogste instantie gaan om bevredigende vonnissen te krijgen. Ook deze groep kan ten opzichte van het auteursrecht tot nog toe doen wat haar goeddunkt. Wij ontvangen nu ruim twee en een half jaar geen cent van het ons rechtmatig toekomende. Over het respect voor de Auteurswet in feite zegt het verslag o.a. het volgende: De Bioscopen, georganiseerd in hun Bioscoop bond, zijn evenzeer als de Radio een „macht in den Staat" en ook deze hebben verkozen de Auteurswet als niet bestaand aan te merken. Zij zijn daarin tot nu toe geslaagd door alle processueele kunstgrepen aan te wenden, die men zich maar kan bedenken. Wij meenen te mogen zeggen, dat vooral hier de tegenzin tegen het auteursrecht, of als men wil, het nog niet aanvaard zijn daarvan in het rechts- bewustzijn, het succes van die kunstgrepen heeft mogelijk gemaakt. Men wil niet accepteeren, dat een componist als hij meewerkt aan een geluids film een auteursrecht op zijn muziek behoudt wat betreft het ten gehoore brengen van die film en weinig helpt het als men betoogt, dat de practijk dat accepteert en zelfs wenscht om op die wijze den componist naar zijn succes te kunnen honoree- ren. Er is dan ons hoogste Rechtscollege noodig om de uitspraak te geven, dat onze bewering juist is. Maar onveranderd gaat het krijgertje spelen door en de rechtszaal biedt vele plaatsen, waar onze tegenpartij zich kan verstoppen. Zeer veel tijd hebben wij verloren door te onderhandelen over arbitrage met als eenig gevolg, dat wij een odium te dragen krijgen. Door het arrest van den Hoogen Raad kan in ieder geval sinds anderhalf jaar geen twijfel meer bestaan, dat de bioscopen in Nederland evenals de Radio iederen dag artikel 31 der Auteurswet over treden. Wij vertrouwen spoedig in staat te zijn hieraan een einde te maken. Onze tegenstanders hebben er blijkbaar steeds op gerekend, dat trai- neeren ons in zulk een tijdnood zou brengen, dat wij op hun voorwaarden tenslotte zouden moeten capituleeren. Zij hebben daarbij over het hoofd gezien, dat het verloop van tijd anderzijds onze positie zou verstevigen, zooals nu in de practijk van de Vermaaksmuziek reeds zoo duidelijk is ge bleken. In aansluiting hiermede kan gelukkig worden geconstateerd, dat inderdaad de positie van het auteursrecht bij publiek en bij Justitie en Politie aanmerkelijk sterker is geworden. Er wordt niet zoo zonder meer nog partij tegen ons gekozen. De onwettige toestand, waarin onze tegenstanders zich bevinden zal onze kracht blijken te zijn. Het is een gelukkige omstandigheid, dat, hoe ernstig het gemis van onze rechtmatige inkomsten ons 6

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 8