DÈ BUITENGEWONE LEDENVERGADERING VAN 12 JULI REGLEMENTEERING MUNIMUM-ENIREEPRIJS Op Maandag, 12 Juli 1937 zijn de leden van den Nederlandschen Bioscoop-Bond in buitenge wone algemeene vergadering bijeengekomen in een der zalen van Krasnapolsky te Amsterdam. In totaal waren 208 zaken vertegenwoordigd. De waarnemende Voorzitter, de heer C. S. Roem, opende de vergadering om streeks twee uur en heette allen hartelijk welkom, in het bijzonder den Eere-Voorzitter, den heer W. Mullens. Deze vergadering, aldus de waarnemende Voor zitter, heeft alleen reeds daarom een buitengewoon karakter, omdat zij niet gepresideerd wordt door onzen eminenten Voorzitter, den heer Hamburger. Spreker memoreert het ziekte-verloop van den heer Hamburger. Het heeft het Hoofdbestuur goed gedaan aan de hand van de vele informaties, welke van alle zijden binnenkwamen, te kunnen vast stellen hoezeer de Bondsvoorzitter alom geacht en bemind is. Hij acht zich daarom gelukkig de ver gadering thans te kunnen mededeelen, dat de heer Hamburger momenteel in het buitenland vertoeft om op verhaal van krachten te komen en dat zoo juist een telegram is binnengekomen van den heer Hamburger, waarin deze allen hier tegenwoordig een aangename en succesvolle vergadering toe- wenscht. Bij acclamatie wordt onder hartelijk applaus be sloten den heer Hamburger een telegram te zen den, waarin hem geluk wordt gewenscht met zijn herstel en waarin tot uitdrukking wordt gebracht, dat de leden met spanning het oogenblik afwach ten, dat de heer Hamburger in hun midden zal terugkeeren, De Voorzitter ging vervolgens over tot herden king van de leden, die sedert de vorige bijeen komst aan den Bond ontvallen zijn. Het zijn de heeren R. Ford, J. W. Dirix en J. C. Mensé, wier nagedachtenis met een enkel piëteitvol woord wordt gehuldigd. Op verzoek van den Voorzitter verheffen allen zich een oogenblik van hun zetel om de verscheiden collega's in stilte te herdenken. Den algemeenen toestand besprekend stelde de Voorzitter vast, dat men in het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf tot heden van een opleving niet veel heeft bemerkt. Het bioscoopbedrijf is nu eenmaal een luxe-bedrijf en het zal daarom eerst kunnen profiteeren van de verbeterde economische omstandigheden, zoodra deze meer zijn gestabili seerd. O.m. is van een verhooging der loonen nog niet veel te bespeuren. Spreker acht het een gelukkig verschijnsel, dat vele leden zich door de momenteele resultaten niet laten weerhouden om in de toekomst te zien en dan ook hun zaken moderniseeren, verfraaien en uit breiden. Hij deelt mede, dat sinds het in werking treden van het Overgangsbesluit vergunning is verleend tot het vestigen van een zevental nieuwe perma nente bioscopen en tot overname van een tweetal permanente bioscopen, alsmede van een filmver huurkantoor. Het Hoofdbestuur betreurt het intusschen ten zeerste, zoo vervolgde de Voorzitter, dat in de hoofdstad pogingen in het werk worden gesteld om een bioscoop te bouwen zonder dat hiervoor ingevolge het Overgangsbesluit d.d. 1 Februari 1937 toestemming aan het Hoofdbestuur is ge vraagd. In het bijzonder grieft het het Hoofdbe stuur, dat men in deze aangelegenheid van buiten- landsche zijde invloed uitoefent om zijn inzichten door te drijven. Voor den Nederlandschen Bioscoop-Bond zijn alle leden gelijk en het Hoofdbestuur is dan tot heden ook met kracht opgetreden èn tegen con- tingenteeringen èn tegen invoerrechten. Maar het denkt er evenmin aan toe te geven aan eenigen invloed vanuit het buitenland, welken dan ook. In dit verband wijst spreker op den uitslag dei- verkiezingen, waaruit zoo duidelijk gebleken is, dat het Nederlandsche volk geen buitenlandschen invloed duldt. Ook het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf zal dezen invloed niet dulden. Spreker geeft de verzekering, dat het Hoofdbe stuur met alle energie hiertegen zal optreden. (Applaus). In de Commissie tot het nazien der notulen van deze vergadering worden benoemd met den voor zitter, de heeren E. Alter, A. Gelder, J. S. Croeze en Ch. Peereboom. De notulen van de vergade ring d.d. 30 Maart 1937 worden ongewijzigd goedgekeurd. In behandeling komt alsdan het concept-mini- mum-entreeprijzen-bedrijfsreglement. Alvorens de discussies worden geopend, noo- digt de Voorzitter den heer S. Zondervan, die in de vorige ledenvergadering tot eerelid van den Bond werd benoemd, uit om achter de Hoofd bestuurstafel plaats te nemen. Spr. huldigt den heer Zondervan wegens diens groote verdiensten, gedurende tal van jaren aan den Bond bewezen en wenscht hem, onder aanbieding van een een voudig stoffelijk blijk van waardeering, geluk met zijn eervolle benoeming. Met enkele vriendelijke woorden heeft de heer Zondervan daarop dank gezegd. Hoewel de artikelen tot en met 2 B van het concept-reglement reeds in een vorige vergadering waren goedgekeurd, werd niettemin Besloten, zulks met het oog op de omstandigheid, dat een geheel gewijzigd concept aan de orde was gesteld, deze artikelen opnieuw te behandelen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 6