OFFICIEEL ORGAAN VAN DEN NEDERLANDSCHEN BIOS COO P - BO N D WAAR BLIJFT HET GELD VAN BUMA? Het jaarverslag over 1935 van het Bureau voor Muziekauteursrecht, waarvan wij in het Officieel Orgaan van 1 Juli 1937 een groot gedeelte hebben afgedrukt, lijkt ons en het zal onzen lezers even zoo zijn gegaan in stede van een rustig geschre ven kroniek, een doorloopende polemiek met het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf te zijn eensdeels, en een oratio pro domo of liever nog een soort spiegelverdediging andersdeels; dit laat ste blijkbaar uit vrees voor een ter verantwoording loepen door de publieke opinie over het gevoerde beleid, waarin men zich bij Buma niet al te safe schijnt te gevoelen. Trouwens kan men nog wel van een jaarverslag in den gewonen zin en van een gebruikelijke finan- cieele verantwoording spreken, wanneer verslag, balans en exploitatierekening twee jaar na den tijd, dit is een jaar te laat, verschijnen? Wordt in zoo een geval de kleur van het verslag niet te veel mede bepaald door de feitelijkheden van het jaar, hetwelk onmiddellijk aan het verschijnen er van vooraf is gegaan? Wat nu het polemische gedeelte betreft, och, het is voor ons geen nieuws meer, dat het Nederland sche film- en bioscoopbedrijf in de argwanende oogen van het Buma de groote „zondebok" is. Volgens het Buma vormen wij nu eenmaal, het staat met evenzoo vele woorden in het verslag, een macht in den staat, waarvan wij schromelijk misbruik maken; volgens het Buma zijn wij nog steeds niet in het spoor van de auteurswet, hebben wij geen rechtsbewustzijn en zijn wij meesters in het toepassen van processueele kunstgrepen om ons aan onze verplichtingen te onttrekken, ja erger, overtreden wij dagelijks de wet. In zijn verslag uit het de bittere klacht, dat de bioscopen het Buma niets hebben gebracht dan zware rechts- kosten, welke nu door andere rubrieken gedragen moeten worden. Wat zou alles er niet veel beter uitzien, indien de bioscopen maar betaalden. Maar dat eens de dag aanbreekt, waarop de bijdragen van de bioscopen zullen binnenvloeien, staat voor het Buma vast. Wanneer het dan ook kapitalen verslonden heeft aan allerlei onkosten, dan kan zulks dit bureau voor een oogenblik wel in ver legenheid brengen, doch op zich genomen ziet het daarin geen enkel bezwaar, omdat het bij zijn on- kostenbudget alvast rekening houdt met de gouden toekomst, welke des te rijker zal zijn, omdat min stens verwacht mag worden, dat, wanneer de dag der afrekening komt, deze afrekening zal zijn van terugwerkende" kracht. Zoo leeft het Buma voort in een vervaarlijken roes a la hausse met een onkostenbudget, dat den meest optimistischen rekenaar de handen te hoop doet slaan. Iedereen in Nederland weet immers, dat de feite lijke positie van het muziekauteursrecht geheel an ders is, dan het Buma wil doen voorkomen. De pers heeft daar meermalen de aandacht op geves- 1

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 3