beoogt slechts een maatregel te zijn ten opzichte van de toestanden, welke dikwijls bij kleinere zaken, z.g. eenmanszaken, worden aangetroffen. De amendementen op art, 1 C worden hierop verworpen. De Directeur deelt mede, dat alsnog wordt voorgesteld de redactie van art. 6 A als volgt te wijzigen: ,,A. van elk besluit van het Hoofdbestuur tot indeeling ingevolge de artt. 3 en 5 van dit Reglement wordt schriftelijk aan het betreffend lid kennis gegeven", en in art. 19 A de woorden „zijn vermeld" te vervangen door „worden ge daan". Aldus wordt besloten. De Bondsdirecteur deelt mede, dat op de artt. 21 E en 22 A de volgende amendementen van de Afdeeling Amsterdam zijn binnengekomen: art. 21 E als volgt te wijzigen: „Over een motie tot sluiting van het debat, die slechts kan worden in gediend, nadat voldaan is aan het bepaalde in ar tikel 22 B, wordt niet beraadslaagd, doch de Voor zitter brengt haar onmiddellijk in stemming" en in art. 22 A den derden en vierden regel als volgt te wijzigen:kan hij de vergadering voorstellen den spreektijd van eiken spreker, die aan de debat ten deelneemt, te beperken." Namens het Hoofdbestuur deelt spreker mede, dat het amendement van de afd. Amsterdam op art. 21 E wordt overgenomen; het andere amende ment moet het Hoofdbestuur ontraden. Ten aanzien van het amendement op art. 22 A merkt spreker op, dat het beperken van den spreektijd moet worden overgelaten aan de leiding van den Voorzitter. Zulks kan niet overgelaten worden aan het oordeel van een zoo groot aantal leden, als gewoonlijk ter vergadering aanwezig is. Er zou dan ook gestemd moeten worden, hetgeen tot eindelooze stemmingen aanleiding zou kunnen geven. Besloten wordt hierop het amendement van de afd. Amsterdam op art. 21 E over te nemen; het andere amendement van de Afdeeling Amsterdam wordt na een korte discussie verworpen. Vervolgens komen in bespreking de amende menten van de Bedrijfsafdeelina Filmverhuurders op het artikel 26 C om tusschen de woorden „Voorzitter" en „dat" te voegen de woorden „en/of het Hoofdbestuur" en om aan artikel 26 D toe te voegen: „Wanneer wegens ontoereikend heid van het quorum een tweede vergadering noodzakelijk is, zal deze met dezelfde agenda bin nen 14 dagen worden opgeroepen en de bevoegd heid hebben besluiten te nemen ongeacht het aan tal aanwezige leden". De Bondsdirecteur deelt mede, dat het Hoofd bestuur deze amendementen heeft overgenomen, echter in gewijzigde redactie. In de plaats van de woorden „en/of" in het amendement op artikel 26 C komt alleen het woord „of", terwijl de toe voeging aan art. 26 D als volgt komt te luiden: wanneer het quorum niet bereikt is, zal een tweede vergadering met dezelde agenda worden opgeroe pen tegen een dag, niet later dan ten hoogste 3 weken na den dag, waartegen de vergadering was opgeroepen, waarop het quorum niet bereikt was, en zal die tweede vergadering de bevoegdheid hebben besluiten te nemen, ongeacht het aantal aanwezige leden". Aldus wordt besloten. De Bondsdirecteur deelt mede, dat het Hoofd bestuur tegen het amendement van de Afdeeling Amsterdam om in art. 27 B het laatste woord „Af deeling" te vervangen door „leden van den Bond ter behandeling in de vergaderingen der afdeelin- gen", geen bezwaar heeft, mits het laatste aldus wordt gewijzigd: „met het oog op eventueele be handeling in de vergaderingen der afdeelingen". De heer Van Biene betoogt, dat het amende ment overbodig is, aangezien de besturen der af deelingen zich erover hebben uit te spreken, of de voorstellen aan den Ledenraad in de vergaderin gen van de afdeelingen behandeld moeten worden. De heer Gelder is het daarentegen eens met het amendement, zooals het door het Hoofdbestuur gewijzigd is. Daardoor wordt voorkomen, dat de leden geen kennis nemen van punten, welke in den Ledenraad in behandeling komen. De Bondsdirecteur merkt op, dat de Ledenraad op de hoogte moet zijn van de stroomingen bij de leden. De bedoeling van deze wijziging is dan ook, dat ook de leden zelf de betreffende voorstellen kunnen bespreken. Het gewijzigd amendement op art. 27 B wordt hierop aangenomen. Met betrekking tot een amendement van de NV. Cineac te Amsterdam, om hetzij als sub. D van art. 27, hetzij als nieuw artikel toe te voegen: „De zittingen van den Ledenraad zijn toegankelijk voor alle personen, die ingevolge de bepalingen van het „Algemeen Bondsreglement" toegang heb ben tot de Algemeene Ledenvergaderingen, voor zoover niet naar het oordeel van den Ledenraad de behandeling van een agendapunt geheel of ge deeltelijk met gesloten deuren moet geschieden", deelt de Bondsdirecteur mede, dat dit amendement kortgeleden met groote meerderheid van stemmen is verworpen bij de behandeling der Statuten. Het kan niet met het goed gebruik in overeenstemming worden geacht om nu reeds met een gelijklui dend amendement terug te komen. De heer Gelder verdedigt het amendement. Het amendement van de NV. Cineac wordt verworpen, waarna het concept-Algemeen Regle ment met algemeene stemmen wordt goedgekeurd. In behandeling komt vervolgens het concept- gewijzigd Arbitrage Reglement. De Bondsdirecteur deelt mede, dat het amende ment van de Ifa op art. 16 C in gewijzigde redactie door het Hoofdbestuur is overgenomen. Artikel 16 C komt hierdoor als volgt te luiden: „Partijen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 9