INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER 8 dat uit het vorenstaande volgt, dat gedaagde terecht wei gert het overeengekomen filmhuurbedrag van voor de film „Transatlantic" aan eischeres te betalen; dat de Commissie niet in een beoordeeling kan treden van de vraag, of de vordering vcor gedeeltelijke toewijzing vat baar kan worden geacht, daar eischeres gevorderd heeft be taling van een bedrag van fzonder daaraan toe te voegen „of zooveel minder als de Commissie billijk acht", zoodat de Commissie de vordering slechts in haar geheel kan toewijzen cf ontzeggen; dat mitsdien de vordering van eischeres ongegrond moet worden geacht en deze vordering aan eischeres moet worden ontzegd met hare veroordeeling in de geschilkosten. Inzake het door den heer D. J. van Leen, eigenaar van het filmverhuurkantoor Centrafilm te Dordrecht, cp 8 October 1937 aanhangig gemaakt geschil contra den heer H. J. Groenink, exploitant van de Deventer Tournee Bioscoop, dat eischers (Van Leen) vordering moet worden toegewezen en gedaagde (Groenink) mitsdien moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischer te betalen het gevorderd be drag, alsmede in de geschilkosten. bedragende f 20.dus in totaal zulks op grond van de overweging: dat eischer in hoofdzaak stelt, dat op of omstreeks 31 Augustus 1934 tusschen partijen een contract is aangegaan inzake den z.g. verhuur en huur van 6 z.g. stemme films (sprookjesfilms) tegen den prijs van per film; dat dit contract reeds op 1 April 1935 is geëxpireerd, maar dat gedaagde in gebreke is gebleven 4 films van dit contract af te nemen, althans de filmhuur ervan te betalen, zoodat hij uit dien hoofde aan eischer verschuldigd is een bedrag van dat eischer voorts van gedaagde betaling vordert van een bedrag van fwegens door eischer aan ge daagde geleverd, doch door gedaagde niet geretourneerd reclame-materiaal en een bedrag van fwegens door eischer gederfde filmhuur, doordat gedaagde ondanks den hem toegezonden doorzendbrief een door eischer geleverde film niet tijdig naar een theater te Nieuwenhagen heeft door gezonden, zoodat deze film in dat theater niet tijdig kon worden vertoond; dat eischer op deze gronden van gedaagde betaling vordert van een bedrag van dat gedaagde zich erop beroept, dat de materieele toe stand der door eischer geleverde films zoo slecht was, dat hij deze films niet meer kon vertoonen; dat gedaagde verder ontkent aan eischer wegens het niet retcurneeren van het reclame-materiaal iets verschuldigd te zijn en zich verder wat het doorzenden van een film naar Nieuwenhagen be treft erop beroept, dat hij den betreffenden doorzendbrief niet heeft ontvangen; dat eischer ter staving van zijn vordering aan de Com missie van Geschillen heeft overgelegd een door hem van gedaagde ontvangen brief, gedateerd 21 December 1935, onderteekend: Gebrs. Groenink, waarin wordt aangeboden terzake van het niet retourneeren van reclame-materiaal en het niet doorzenden van de meerbedoelde film een bedrag van fte betalen; dat, wat den materieelen toestand der films betreft, eischer aanvoert, dat de betreffende films, nadat ze door den heer Groenink waren vertoond, in verschillende andere met name genoemde theaters ook in de steden Am sterdam, Rotterdam en Den Haag ter vertooning zijn ge bracht, zonder dat klachten over den materieelen toestand der copieën werden vernomen; dat wat den brief van 21 December 1935 betreft, ge daagde zich op het standpunt stelt, dat deze brief niet door hem maar door zijn broeder is onderteekend en dat hij der halve voor den inhoud ervan geen enkele verantwoordelijkheid op zich kan nemen; dat de Commissie van oordeel is, dat de klachten van ge daagde over den materieelen toestand der filmcopieën on gegrond moeten worden geacht, daar deze klachten eerst door gedaagde zijn geuit geruimen tijd na het expireeren van het contract en eischer toen niet meer voor den materieelen toe stand der filmcopieën aansprakelijk kon werden geacht, daar gelaten, dat dezelfde copieën volgens mededeeling van eischer daarna nog in een groot aantal bioscopen zijn vertoond, het geen niet mogelijk ware geweest, indien de toestand dier copieën inderdaad zoo slecht zou zijn geweest, als door gedaagde wordt voorgesteld; dat de Commissie voorts van oordeel is, dat de inhoud van den brief, gedateerd 21 December 1935,' welken eischer van gedaagde heeft ontvangen, geacht moet worden voor ge daagde bindend te zijn, daar cp het briefhoofd is vermeld: „directie Gebrs. Groenink" en de onderteekening eveneens luidt: „Gebrs. Groenink", zoodat mede op grond van het feit, dat gedaagde vóór het aanhangig maken van het geschil niet op dezen brief is teruggekomen, aangenomen moet wor den, dat gedaagde niet alleen van den inhoud van dezen brief op de hoogte is geweest, maar er ook volkomen mede accoord is gegaan; dat uit het vorenstaande volgt, dat eischers vordering ge grond moet worden geacht en gedaagde mitsdien moet wor den veroordeeld om tegen kwijting aan eischer te betalen het gevorderd bedrag a alsmede in de geschilkosten, bedragende f 20. Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrijving, welke vóór 23 December e.k. schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister. Datum Titels waaronder de films Naam van den waarop in in Nederland worden uit houder der ex schrijving ver zocht is gebracht ploitatie-rechten 30 Nov. 1937 Ten westen van Sjanghai Warner. 1 Dec. In den greep van het ijzeren monster Meteor. 1 Hei-Tiki (Het spoken- eiland) 2 Onder gele vlag Lumina. 2 Meisjes van 17 2 Het balboekje H 2 Tango Notturno 2 Hotel de la Poste De firma wordt verliefd Paramount. 3 Avontuur in Hyde Park 1 Odeon. 3 Strijd om de olievelden Meteor. 6 Het meisje van de H.B.S. Victoria. 6 Wet der Wildernis Ie serie: Het recht der sterksten. 2e serie: Aan den dood ont snapt. 3e serie: Verijdeld complot. Oostra. 6 Een pracht exemplaar van 9 een man. Warner. De burcht der stilte City-film. 9 De paarlen van de kroon 9 Scipio Africanus 9 Yoshiwara 13 Het meisje in de taxi R.K.O. Radio. 13 Mevrouw blijft ontbijten 13 Muziek voor Madame 13 De gevangene van het Al- catraz eiland Warner Hiervoor vervalt de titel: Verboden toegang.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 10