zonder haar zekere maatregelen van den Nederlandschen Bioscoop-Bond onuitvoerbaar
zouden zijn, zooals de geschiedenis van het Nieuwe Leden- en -Zakenbesluit heeft geleerd,
doordat toch als zeker mag worden aangenomen, dat de strekking der bepalingen van dit
besluit geen enkel practisch gevolg zou hebben opgeleverd zonder een arbitrage in den
geest, als die van de Commissie N.Z.?
De vraag, welke die beteekenis is, vindt eigenlijk geen betere beantwoording dan in de
wedervraag, of de beteekenis van den Nederlandschen Bioscoop-Bond dezelfde zou zijn
zonder zijn arbitrage-instituut.
32