INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER hêm echter mededeelde,, dat haar van een dergelijk advies niets In-knul was; dat eischer op grond hiervan alsnog van g daagde betaling vordert van een bedrag, gelijk aan gedeelte van den overeengekomen auteursprijs voor boven vermelde film, zijnde van is fdat gedaagde ten tijde van den brand in de Emma Bioscoop te Hoensbroek reclame-materiaal voor de films Vleermuizen" en „Het Geheimzinnige Sanatorium" van eischer in zijn bezit had, welk materiaal in een dusdanig beschadigden toestand werd geretourneerd, dat eischer zich genoodzaakt zag dit voor een bedrag van vrijwel geheel te doen vernieuwen en gedaagde zijn factuur voor dit bedrag te doen toekomen; dat deze factuur door eischer is opgemaakt aan de hand van een door het Centraal Filmbeheer te Amsterdam, welke firma belast is met de verzorging en verzending van het reclame-materiaal van eischer, van de betreffende beschadiging uitgebracht rapport; dat ook dit bedrag, on danks herhaalde aanmaningen niet is voldaan, weshalve eischer ook betaling vordert van genoemd bedrag van op grond van het vorenstaande verzoekt eischer derhalve der Commissie gedaagde te veroordeelen tot onmiddellijke betaling van een bedrag van fof zooveel minder als de Commissie in goede justitie billijk acht, alsmede in de kosten van het geschil; dat gedaagde zich ten aanzien van eischers vordering van voor twee niet afgenomen films beroept op artikel 24 der Algemeene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films van den Nederlandschen Bioscoop-Bond en te dezen aanzien voorts verwijst naar een beslissing van den „Raad van Beroep" van den Bond dd. 6 Mei 1936, waarbij in hoogste instantie, inzake een door de N.V. Filmfabriek Pro- filti te 's-Gravenhage ingesteld hooger beroep van een vonnis der Commissie van Geschillen, uitspraak werd gedaan, dat aan appellante (Profilti) haar vordering op dezelfde gronden ingesteld als thans die van eischer werd ontzegd op grond van artikel 24 der Bondsvoorwaarden; dat ge daagde voorts ter zitting heeft verklaard, dat het door'de verzekeringsmaatschappij aan hem uitgekeerde bedrag niet voldoende was om de hypothecaire geldleening, welke op de Emma Bioscoop te Hoensbroek rustte, af te lossen en gedaagde niet de beschikking had over voldoende geldelijke middelen, om deze bioscoop weer op te kunnen 'bouwen; dat gedaagde met betrekking tot eischers vordering voor te weinig betaalde filmhuur voor de film, vertoond in de week. waarin de Emma Bioscoop door brand werd ver nield, zich heeft beroepen op het feit door een desbetreffend advies der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders gerechtigd zijn geweest slechts gedeelte van den auteursprijs, voor de in de week van den brand vertoonde films, te voldoen, aangezien deze films slechts ten deele konden worden benut; dat gedaagde ten aanzien van eischers vordering ten bedrage van voor beschadigd reclame-materiaal heeft aange voerd dit materiaal in zeer verwaarloosden toestand te heb ben ontvangen, zoodat voor de foto's passepartouts moesten worden gebruikt, terwijl 2 foto's welke inderdaad be schadigd zijn geretourneerd hebben moeten dienen voor het bedekken van groote gaten, welke zich bij ontvangst in litho's bevonden; dat het factuurbedrag beduidend tehoog en niet in overeenstemming met de werkelijkheid is; dat gedaagde's zoon direct na ontvangst der factuur hierop bemerkingen heeft aangeteekend, zoodat gedaagde in staat is thans nog vrij nauwkeurig aan te geven wat inderdaad be schadigd is; dat op de factuur een bedrag van voor komt voor één cliché en een bedrag van voor twee autotypieën, welke echter alle onbeschadigd zijn geretour neerd; dat het overgroote deel der foto's en litho's in be schadigden toestand werd ontvangen en gedaagde zich slechts aansprakelijk stelt voor vergoeding van een bedrag van voor beschadiging van twee foto's, één 1-vels litho en één 6-vels litho; dat het beroep van gedaagde op artikel 24 der Bonds voorwaarden gegrond moet worden geacht, gezien de omstan digheid, dat gedaagde, niet bij machte zijnde zijn door brand vernield theater weder op te bouwen, slechts een gedeeltelijke uitkeering van de verzekeringsmaatschappij kon verkrijgen, welke uitkeering niet toereikend was om de op gedaagde: bicscoop-theater rustende hypothecaire geldleening al i- lossen, een en ander inderdaad opleverende overmacht, gelijk de Raad van Beroep in zijn vonnis van 6 Mei 1936 in cc analoog geding heeft vastgesteld; dat op grond van het bovenstaande aan eischer zijn vor deringen ten bedrage van voor twee niet afgenomen films en ten bedrage van fzijnde '/.-! van den overeen gekomen auteursprijs voor de film „Het Geheimzinnige Sana torium", vertoond in de week van den brand, moeten wor den ontzegd; dat de Commissie, ten aanzien van eischers vordering van fv°or verbrand of beschadigd reclame-materiaal, heeft gehoord de verklaringen van een employé van het Centraal Filmbeheer te Amsterdam, die het materiaal indertijd naar Hoensbroek heeft verzonden en ook weer heeft terug ont vangen, welke verklaringen hierop neerkomen: dat het ma teriaal in cnbeschadigden toestand is afgezonden en meer dan normaal beschadigd is terug ontvangen; dat deze be schadiging hieruit bestaat, dat foto's en litho's bruin of zwart waren geworden, blijkbaar tengevolge van het feit, dat deze gedurende eenigen tijd in den rook hadden gelegen; dat het materiaal echter geen sporen van verbranding vertoonde; dat voor het gevorderd bedrag van 'het betreffende reclame-materiaal vrijwel geheel vernieuwd is, terwijl aan genomen moet worden, dat dit reeds lang niet nieuw meer was, toen het aan gedaagde werd toegezonden; dat de beschadiging reeds 2l/2 jaar vóór het aanhangig maken van het onderhavige geschil aan het materiaal is toe gebracht, zoodat, mede met het oog op het feit, dat eischer geen enkel stuk ten bewijze van die beschadiging heeft kun nen produceeren, de Commissie zich niet voldoende zeker heid van den graad der beschadiging heeft kunnen ver schaffen; dat het echter redelijk wordt geacht, dat een deel van de door deze beschadiging aan eischer berokkend nadeel door gedaagde wordt vergoed, welk deel door de Commissie uit billijkheidsoverwegingen op 50%, d.i. tot een bedrag van is getaxeerd; dat, gezien het feit, dat eischers vordering slechts gedeel telijk is kunnen worden toegewezen, de Commissie het billijk acht, dat de geschilkosten, bedragende ƒ20..gelijkelijk ten laste van partijen komen. Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrijving, welke vóór 10 Mei e.k. schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister. Datum Titels waaronder de films Naam van schrijving ver zocht is in Nederland worden uit gebracht houder der ploitatie-rec ex- ïten 15 April 1938 Bokser tegen wil en dank Warner 22 De Perzische nachtegaal Paramount 22 De lachparade 22 De bierbaron Warner 22 Tusschen 14 en 17 23 Het meisje van gisternacht Ufa 23 Veertig jaren L.C.B. Stan- daardfilms 26 Woekeraars ontmaskerd 1) L.C.B. Stan- daardfilms 28 Jezebel Warner 28 Een en al muziek Metro 28 Drie man in de sneeuw 28 Een branie in Oxford 28 Mannequin 28 Liefde is maar lastig In plaats van den titel „Woekeraars".

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 10