INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER tt M M - |f tt t M lt 11 ters van eischeres gelijktijdig met de vertooning in de thea ters van gedaagde zou worden vertoond, hetgeen blijkt uit de door den heer A. Tuschinski bij de behandeling voor den Raad van Beroep van den Nederlandschen Bioscoop-Bond van een vroeger geschil tusschen partijen op 2/ juli 1938 afgelegde verklaring, dat hij niet goed gevonden heeft, dat eischeres de boksfilm met de theaters van gedaagde zou meedraaien; dat uit het vorenstaande volgt, dat gedaagde niet gehono reerd heeft de ingevolge artikel 2 van het contract van Maart 1935 op haar rustende verplichting cm geen maat regelen te nemen, waardoor eischeres verhinderd zou worden het vertooningsrecht in de eerste week van genoemde boks film te verkrijgen, welke film in ieder geval tot de in het contract bedoelde categorie van films benoort, aangezien zij korter is dan 900 meter en in het contract genoemd zijn be halve jcurnaalfilms, documentaire films, actualiteitenfilrns, en teekenfilms, ook andere films van een lengte, die gewoonlijk niet korter is dan 600 meter en bij uitzondering 900 meter voor ten hoogste 4 weken per jaar; dat wat betreft het door eischeres gedane beroep op de tweede alinea van artikel 2 van het contract van Maart 1935, betrekking hebbende op de verplichting van gedaagde om eischeres zooveel mogelijk te helpen bij pogingen om het vertooningsrecht van de meerbedoelde films op zoo gunstig mogelijke voorwaarden te verkrijgen, opgemerkt dient te worden, dat dit contract is aangegaan na het in werking treden van het Bondsbesluit van den Nederlandschen Bios coop-Bond dd. 11 Februari 1935, in sub 5 waarvan aan alle leden van den Bond, dus ook aan eischeres en gedaagde, verboden is om tegenover andere leden verplichtingen aan te gaan of met andere leden in welken vorm ook afspraken te maken, waardoor het bedrijf van één of meer leden op eenigerlei wijze zou kunnen worden bemoeilijkt, waaruit volgt, dat, aangezien de verplichting, als bedoeld in alinea 2 van artikel 2 van het contract van Maart 1935, indruischt tegen het vorenvermeld verbod van het Bondsbesluit van 11 Februari 1935, het bepaalde in alinea 2 van artikel 2 onverbindend moet worden geacht; dat uit het door de Commissie ingesteld onderzoek is komen vast te staan, dat op den Dinsdagmorgen, voorafgaande aan de Vrijdagsche première van de boksfilm te Amsterdam, eischeres, die den vorigen avond van gedaagde had verne men, dat deze niet bereid was toe te staan, dat genoemde film ook in de journaaltheaters van eischeres zou worden vertoond, althans niet zonder dat eischeres daarvoor een vergoeding aan gedaagde zou betalen, haar pogingen om alsnog de film voer haar theaters te bemachtigen, heeft ge staakt zonder gedaagde duidelijk en onomwonden attent te maken op de gevolgen, die de exclusieve vertooning van de boksfilm in de theaters van gedaagde zou opleveren: dat immers eischeres op dien Dinsdagmorgen nog tal van maatregelen had kunnen nemen om gedaagde ertoe te dwingen haar toestemming eraan te verleenen, dat de boks film in de journaaltheaters van eischeres zou worden mee gedraaid, o.a. door het aanhangig maken van een spoedgeschil bij de Commissie van Geschillen, door het zenden van een brief aan gedaagde, waarin gedaagde in gebreke zou zijn gesteld en een schadevergoeding reeds bij voorbaat zou worden gevorderd, enz.; dat daargelaten de vraag, of uit deze nalatigheid van eischeres niet zou kunnen werden opgemaakt, of het eische res wel ernst was met haar wensch om de boksfilm in haar theaters te vertoonen, in ieder geval eischeres niet in acht heeft genomen de zorgvuldigheid, die de leden van den Nederlandschen Bioscoop-Bond ten opzichte van elkaa^s zaken behooren in acht te nemen, hetgeen in het onderhavig geval te meer klemt, waar de goede trouw bij de uitvoering van het contract tusschen partijen ook medebrengt, dat eischeres met het oog op het zeer bijzondere karakter van de boksfilm, gedaagde schriftelijk op de gevolgen van een ver tooning in exclusiviteit had moeten attent maken, althans dat had behooren te doen tegenover Tuschinski's Exploitatie Maatschappij N.V. en den heer A. Tuschinski persoonlijk, voor zoover eischeres toen nog het standpunt innam, dat gedaagde (N.V. Tubem) niet in de plaats zou zijn gekomen van die Exploitatie Maatschappij en den heer Tuschinski persoonlijk; dat uit het vorenstaande volgt, dat weliswaar gedaagde in. strijd met het tusschen partijen bestaand contract aan eischeres verhinderd heeft het vertooningsrecht in de eerste week van de boksfilm te verkrijgen, maar dat anderzijds eischeres verzuimd heeft die maatregelen te nemen, waardoor zij alsnog dit vertooningsrecht had kunnen verkrijgen, althans niets gedaan heeft om de schade, die voor haar dreigde te ontstaan, te voorkomen; dat dan ook gedaagde slechts gedeeltelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de door eischres als gevolg van de niet-levering der boksfilm geleden schade, waarbij in aanmerking moet worden genomen, dat het schadebedrag in ieder geval veel minder is dan door eischeres is gevorderd; dat de Commissie het gedeelte van de schade, waarvoor gedaagde aansprakelijk is, heeft geraamd op daarbij in aanmerking nemende, dat het tusschen partijen bestaand contract reeds vanaf Maart 1935 loopt en dat zich in de afgeloopen periode niets heeft voorgedaan, waaruit zou kunnen blijken, dat gedaagde dit contract niet geheel te goeder trouw heeft nageleefd; dat de vordering van eischeres dan ook ten deele en wel tot een bedrag van moet worden toegewezen en ge daagde mitsdien moet werden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te betalen het toegewezen bedrag a alsmede in de geschilkosten, bedragende 50. Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrijving, hetgeen binnen acht dagen r.a deze publicatie schriftelijk bij het Hoofdbestuur moet gescllieden, raadplege men art. 6 van het betreffend Regle ment. Datum Titels waaronder de films Naam van den w sch aarop m- in Nederland worden uit houder der ex rijvinc socht ver- is gebracht ploitatie-rechten 1 Mrt. 1939 Student Razumov1) Lumina 2 Kom je ook op de races? Warner 3 Arizone vechters R.K.O. Radio 4 Aladdin en de wcnderlamp Paramount 6 De klokkenluider van de Notre Dame Univ. Film Ag. 6 Het mysterie van Moulin Rouge 7 Sophie Lang in Hollywooc Paramount 7 Beau geste 7 Gullivers reizen 7 Je kunt het tóch niet meenemen L.C.B. Standaard 8 De tante van Charley Victoria o L'amour o Luchtkasteelen Ufa n Gestolen leven Paramount 10 Strijders voor recht en vrijheid Meteor 11 Visschersjongen R.K.O. Radio 11 Levensproblemen L.C.B. Standaard 15 Luchtduivels der marine Warner 15 Zuster Theresia (De non van Lisieux) Film Trust 15 Louise Munt Film 1) Hiermede vervalt de titel ..Samenzwe

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 13