Uniform Bondsreglement voor de Plaatselijke en Provinciale Afdeelingen van Exploitanten Artikel 4. De eerste tot en met derde alinea blijven onge wijzigd. De vierde alinea te vervangen door het volgende: Bondsreglemeni van de' Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders Artikel 4. De eerste tot en met derde alinea blijven onge wijzigd. De vierde alinea als volgt te veranderen: Toelichting: 13. Rondvraag en sluiting. Hoogachtend, Namens het Hoofdbestuur: D. HAMBURGER Jr„ Voorzitter. M. P. M. VERMIN, Secretaris. leden aftreedt volgens een door den Ledenraad te maken rooster, E. De aftredenden zijn terstond herbenoembaar, echter met inachtneming van hetgeen in de vorige alinea's van dit artikel is bepaald; niettegenstaande hun aftreden volgens rooster blijven zij in functie, zoolang geen nieuwe benoeming heeft plaats gehad. De benoeming van de leden van het Afdelings bestuur geschiedt voor den tijd van ten hoogste twee jaar, met dien verstande, dat elk jaar, tegelijk met de aftreding van de helft van de leden van den Ledenraad en de helft van de leden van den Afdee- lingsraad, de helft (bij oneven aantal naar boven af te ronden) van de leden van het Afdeelingsbestuur aftreedt volgens een door het Hoofdbestuur te maken rooster. De aftredenden zijn terstond herbenoembaar, echter met inachtneming van hetgeen in de voorgaande ali nea's van dit artikel is bepaald; niettegenstaande hun aftreden volgens rooster blijven zij in functie, zoolang geen nieuwe benoeming heeft plaats gehad. Artikel 10. Dit artikel vervalt, waardoor de nummering van alle volgende artikelen moet worden gewij zigd. Artikel 17, In de eerste alinea tusschen de woorden „Direc teur" en „benevens" toe te voegen de woorden: ,,de leden van het Dagelijksch Bestuur van den Afdeelingsraad". Artikel 26 (oud) wordt artikel 25. Van dit artikel blijven de eerste tot en met de vierde alinea ongewijzigd, terwijl de vijfde alinea als volgt gewijzigd wordt: De benoeming van de leden van den Afdeelings raad, behalve van het door het Hoofdbestuur benoem de lid, geschiedt voor den tijd van ten hoogste twee jaar, met dien verstande, dat elk jaar, tegelijk met de aftreding van de helft van de leden van den Leden raad, de helft (bij oneven aantal naar boven af te ronden) van die leden van den afdeelingsraad aftreedt volgens een door het Hoofdbestuur te maken rooster. De aftredenden zijn terstond herbenoembaar, echter met inachtneming van hetgeen in de voorgaande ali nea's van dit artikel is bepaald; niettegenstaande hun aftreden volgens rooster blijven zij in functie, zoo lang geen nieuwe benoeming heeft plaats gehad. De 6e en 7e alinea blijven ongewijzigd, maar wor den 7e en 8e alinea. De benoeming van de leden van het Afdeelingsbe- stuur geschiedt voor den tijd van ten hoogste twee jaar, met dien verstande, dat elk jaar, tegelijk met de aftreding van de helft van de leden van den Ledenraad, de helft (bij oneven aantal naar boven af te ronden) van de leden van het afdeelingsbestuur aftreedt volgens een door het Hoofdbestuur te maken rooster. De aftredenden zijn terstond herbenoembaar, echter met inachtneming van hetgeen in de voorgaande ali nea's van dit artikel is bepaald; niettegenstaande hun aftreden volgens rooster blijven zij in functie, zoolang geen nieuwe benoeming heeft plaats gehad. De Afdeelingsraad heeft den wensch uitgesproken, dat de bencemingsduur van de leden der Afdeelings- besturen in overeenstemming wordt gebracht met den benoemingsduur van de leden van den Afdeelingsraad en van de leden van den Ledenraad, aangezien de leden van den Afdeelingsraad gekozen moeten worden uit de leden van de Afdeelingsbesturen en de leden van den Ledenraad, althans voor zoover betreft de vertegenwoordigers van de exploitanten-afdeelingen, uit die van den Afdeelingsraad. Als een lid van den Afdeelingsraad, dat tevens lid van den Ledenraad is, aftreedt, dan kan hij immers geen lid van den Ledenraad blijven. Hetzelfde geldt voor het aftreden van Bestuursleden van afdeelingen, die lid van den Afdeelingsraad zijn. Derhalve stelt het Hoofdbestuur voer den benoe mingsduur van de leden van de Afdeelingsbesturen, alsmede van die van den Afdeelingsraad en van den Ledenraad te bepalen op ten hoogste twee jaar. De door het Hoofdbestuur op te maken aftredings roosters volgens de nieuw voorgestelde bepalingen zullen aansluiten aan het door den Ledenraad voor zijn leden op te maken rooster. Daardoor zullen alle complicaties, die zich bij verkiezing van deze functio narissen zouden kunnen voordoen, vermeden worden. Nu de Ledenraad, waarin alle afdeelingen van den Bond vertegenwoordigd zijn, in het leven is geroepen, en de explcitanten-afdeelingen bovendien ook al ver tegenwoordigd zijn in den Afdeelingsraad, acht het Hoofdbestuur het overbodig, dat Afdeelingsbesturen, waarvan geen der leden in het Hoofdbestuur zitting heeft, nog een speciale gedelegeerde uit hun midden aanwijzen om de vergaderingen van het Hoofdbestuur bij te wonen. Vandaar dat het Hoofdbestuur voorstelt artikel 10 van het Uniform Bondsreglement te laten vervallen. Het voorstel om aan de leden van het Dagelijksch Bestuur van den Afdeelingsraad het recht te geven de ledenvergaderingen van de Afdeelingen bij te wonen is erop gericht, het contact tusschen den Afdeelings raad en de Afdeelingen te versterken.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 5