nieuwe filmimport- en filmverhuurzaak in Neder land te weigeren en bijgevolg ook aan United Ar- tists hetzij aan de bestaande N.V. van dien naam hetzij aan een door United Artists in Nederland te vestigen onderneming ook te weigeren om tot het lidmaatschap van den Nederlandschen Bioscoop- Bond te worden toegelaten. Deze beslissing is gegrond op de volgende over wegingen: Beschikkende op de aanvrage van de N.V. Go- filex te Leiden, vervat in haar brief van 16 Januari j.1.. heeft het Hoofdbestuur in zijn vergadering van 28 Februari j.1. besloten aan Golifex de gevraagde toestemming als bedoeld sub. b. van het Over gangsbesluit d.d. 1 Februari 1937 tot het gaan exploiteeren van een permanente bioscoop in het Parochiehuis St. Jan te Zevenbergen te weigeren. Deze beslissing is gegrond op de overweging: dat het aantal in Nederland bestaande filmimport- en film- verhuurzaken reeds dusdanig groot is, dat reeds sedert 1935, toen voor het eerst de ordening van het Nederlar.dsche film en bioscoopbedrijf door den Nederlandschen Bioscoop-Bond ter hand werd genomen, stelselmatig gestreefd is naar in krimping van het aantal filmimport- en filmverhuurzaken; dat immers niet alleen de economische basis voor een zoo groot aantal filmimport- en filmverhuurzaken als in Neder land bestaat in vergelijking met het verhoudingsgewijs be perkt aantal bioscooptheaters, ontbreekt, ten gevolge waar van de bestaansmogelijkheid van de economisch minst sterke zaken op dit gebied in gevaar dreigt te komen, maar boven dien het te groote aantal filmimport- en filmverhuurzaken ertoe geleid heeft, dat het aantal buitenlandsche films, dat jaarlijks in Nederland wordt geïmporteerd, aanzienlijk groo- ter is dan voor de voorziening in de behoeften van de Nederlandsche bioscooptheaters aan films is vereischt; dat, aangezien het ..Nieuwe Leden- en Zakenbesluit" dd. 10 Februari 1936, waarop immers het Overgangsbesluit is gebaseerd, beoogde het bestaande overcompleet aan film import- en filmverhuurzaken te doen verdwijnen, althans uit breiding van deze categorie van ondernemingen tegen te gaan, het in strijd met strekking en bedoeling van dit Besluit. alsook van het Overgangsbesluit geacht moet worden, indien thans voor de stichting van een geheel nieuw filmverhuur kantoor toestemming zou worden verleend; dat er trouwens aan zulk een nieuw filmverhuurkantoor geen enkele behoefte bestaat, daar de films van de maat schappij, als wier vertegenwoordigster in Nederland de N.V. United Artists zou optreden, reeds sedert een lange reeks van jaren in Nederland zijn uitgebracht en ook in de toe komst ongetwijfeld door bestaande filmverhuurkantoren zul len kunnen worden uitgebracht; dat de vestiging van een nieuw filmverhuurkantoor van United Artists bovendien weer zou leiden tot vergrooting van het aantal in Nederland geïmporteerde films, aangezien het filmverhuurkantoor, dat zich tot dusver met de exploi tatie van United Artists-films heeft bezig gehouden, daarna ongetwijfeld de exploitatie van andere films ter hand zou moeten gaan nemen, zoodat dus behalve het toch al veel te groote aantal filmverhuurkantoren bovendien ook het even eens te groote aanbod van films zou worden uitgebreid, het geen noch in het belang van het Nederlandsche filmverhuur- bedrijf. noch in dat van het Nederlandsche bioscoopbedrijf is; dat het hiervoor overwogene nog meer klemt, wanneer in aanmerking wordt genomen, dat door het vestigen van een zaak, als bedoeld in de aanvrage, d.w.z. in wezen een filiaal van een buitenlandsche filmonderneming, een specifiek Ne derlandsche zelfstandige fiimverhuuronderneming wordt ver drongen, ten gevolge waarvan het aantal belangrijk zelfstan dige Nederlandsche filmverhuurondernemingen, die toch reeds onder de huidige omstandigheden met zooveel moeilijkheden te kampen hebben, nog meer zou worden ingekrompen, het geen indruischt tegen het nationaal belang, welk belang onder de huidige omstandigheden binnen het kader van het Neder landsche film- en bioscoopbedrijf meer dan ooit de bescher ming van den Nederlandschen Bioscoop-Bond behoeft; dat uit het vorenstaande volgt, dat er in Nederland aan een nieuw filmverhuurkantoor van United Artists niet alleen geen enkele behoefte bestaat, maar bovendien het gaan exploi- teeren van zulk een nieuwe zaak in strijd zou zijn met de algemeene belangen van het Nederlandsche film- en bioscoop bedrijf; dat derhalve op de aanvrage van den heer Mr. Dijkstra afwijzend moet worden beschikt en aan United Artists de gevraagde toestemming, als bedoeld sub. b. van het Over gangsbesluit, tot het gaan exploiteeren van een nieuwe film import- en filmverhuurzaak in Nederland moet worden ge weigerd en bijgevolg ook aan United Artists, hetzij aan de bestaande N.V. van dien naam, hetzij aan een door United Artists in Nederland te vestigen onderneming, geweigerd moet worden om tot het lidmaatschap van den Nederland schen Bioscoop-Bond te worden toegelaten. dat uit de door de N.V. Gofilex verstrekte inlichtingen, alsmede uit het concept van het door haar aan te gaan huur contract niet het R. K. Kerkbestuur te Zevenbergen niet blijkt, dat Gofilex in het Parochiehuis aldaar een permanente bioscoop zou gaan exploiteeren, althans dat het aantal dagen, waarop zij bioscoopvoorstellingen in dit gebouw zou gaan geven, meer dan 24 per kalenderjaar zou bedragen, hetgeen evenwel vereischt is blijkens de sub A van het Overgangs besluit bedoelde definitie van permanente bioscopen; dat zelfs al zou Gofilex wel op meer dan 24 dagen per jaar in het Parochiehuis St. Jan te Zevenbergen bioscoop voorstellingen gaan geven, ernstige bedenkingen tegen een dergelijke exploitatie bestaan, aangezien de ontwikkeling van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf vereischt, dat in de gemeenten, waar nog geen permanente bioscopen gevestigd zijn, zooals in Zevenbergen, alsnog de vestiging van der gelijke bioscopen wordt mogelijk gemaakt, en deze ontwik keling niet gediend is met bioscoopexploitaties in vereeni- gingszalen en parochiehuizen, die immers in de allereerste plaats gebouwd zijn om te voorzien in de behoeften van vereenigingen aan gelegenheid tot het houden van vergade ringen en andere bijeenkomsten, maar uitsluitend met vol waardige bioscopen, die gevestigd worden in daarvoor spe ciaal gebouwde en goed geoutilleerde bioscopen: dat bovendien de gezonde ontwikkeling van het Neder landsche bioscoopbedrijf door de stichting van dergelijke semi-permanente bioscopen, als de NV. Gofilex voornemens is te Zevenbergen te gaan exploiteeren, geremd zou worden, doordat, indien er eenmaal in een gemeente zulk een semi- permanent bioscoopje is gevestigd, de stichting van een werkelijk volwaardige bioscoop niet meer mogelijk zou zijn, althans op groote moeilijkheden zou stuiten: dat het Overgangsbesluit d.d. 1 Februari 1937 er in het algemeen cp gericht is de ontwikkeling van het Neder landsche film- en bioscoopbedrijf in goede banen te leiden en dat het dan ook tegen de bedoelingen, welke aan de bedrijfsreglementeering van den Nederlandschen Bioscoop- Bond ten grondslag liggen, zou indruischen. wanneer aan de N.V. Gofilex toestemming zou worden verleend om een nieuwe permanente bioscoop te gaan exploiteeren in een parochiehuis, dat uiteraard in hoofdzaak een geheel andere bestemming dan bioscoopexploitatie heeft en waarin de bioscocpexploitatie dus in ieder geval slechts van secondair belang zou zijn; dat liet Hoofdbestuur in zijn vergaderina van 14 Juni 1938 eveneens afwijzend heeft beschikt op een aanvrage van een ander lid, dat in hetzelfde parochiehuis te Zevenbergen een soortgelijke bioscoopexploitatie wilde gaan vestigen, welke afwijzende beschikking in hoofdzaak op dezelfde gronden was gebaseerd als de onderhavige; dat derhalve aan de N.V. Gofilex de gevraagde toestem-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 9