Na een negatieve stemming over het concept Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen Bezwaar in stemming is gebracht, is de vergadering ver daagd tot Maandag, 16 October. Dien dag is de Ledenraad des middags om 5 uur opnieuw op het Bondsbureau bijeengekomen, bij welke gelegenheid de heer Strengholt heeft ver klaard, dat bij de vorige stemming gebleken was, dat eenige leden, waarschijnlijk doordat men niet voldoende was ingewerkt in de materie, zoodanig hebben gestemd, dat zij het tegenovergestelde zou den bereiken, van wat zij zich als doel hadden gesteld. Spreker betoogt, dat het Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen Bezwaar één geheel uit maakt met het Algemeen Bedrijfsreglement. De filmverhuurders hebben er belang bij, dat de Lijst van Geen Bezwaar als noodzakelijke aanvulling van het Algemeen Bedrijfsreglement blijft bestaan. Hij dient daarom een voorstel van orde in volgens welke in verband met het feit, dat door gerezen misverstand de vorige stemming den wil van de vergadering niet juist weergaf, de vergadering zou besluiten deze stemming te annuleeren en het voorstel van het Hoofdbestuur opnieuw in stem ming breneen. Nadat dit voorstel met algemeene stemmen is aangenomen, wordt het concept-Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen Bezwaar met 17 tegen 1 stem goedgekeurd. Hierna komt in behandeling een voorstel van het Hoofdbestuur om respectievelijk als artikel 18 en artikel 12 aan het Minimum-Prijzen-Reglement en het Prijsbescherming-Reglement een bepaling toe te voegen, volkens welke het Hoogdbestuur in zeer bijzondere gevallen en wanneer zulks naar de meening van dit College in het algemeen belang is van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf, op gemotiveerd schriftelijk verzoek schriftelijk dis pensatie kan verleenen van een of meer der in deze reglementen gegeven voorschriften. De heer Uges acht deze uitbreiding niet in over eenstemming met den geest en de letter van de betrokken reglementen. Voorzoover hem bekend is, stelt het Hoofdbestuur deze bepaling in hoofd zaak voor ten einde tegemoet te komen aan som mige verzoeken tot verlaging van de minimum- entreeprijzen van bepaalde Zondagochtendvoor stellingen in de groote steden. Daartoe is een dispensatiebepaling volkomen overbodig. Men kan immers dienaangaande een verzoek indienen bij het P.C.-College in kwestie, dat daarover gemoti veerd beslist. De belanghebbenden hebben boven dien gelegenheid om van deze beslissing in beroep te gaan bij het Hoofdbestuur, Spreker kan daarom niet inzien, welke behoefte het Hoofdbestuur heeft aan een dergelijke dispensatiebepaling. De heer Roem vraagt, of het reglementair moge lijk is, in spoedeischende gevallen tot een snelle beslissing te komen. De heer Uges wijst erop, dat in spoedeischende gevallen meermalen binnen eenige dagen een be slissing is gevallen. De Bondsdirecteur geeft in overweging om, nu van gezaghebbende zijde, namelijk van den heer Uges, die tevens Voorzitter van de Prijzen-Com- missie is, bezwaren zijn gemaakt, de behandeling van het onderhavig voorstel aan te houden, ten einde dit nog eens nader onder de oogen te zien, wanneer te zijner tijd tot coördinatie van de be staande Prijzen reglementen wordt overgegaan en een nieuw Prijzenreglement wordt geconcipieerd, het thans aan de orde zijnde voorstel is een gevolg van een verzoek van de Afdeeling Amsterdam, waar nog al eens bezwaren kwamen van de zijde van de vakvereenigingen, die bij bepaalde Zondag ochtendvoorstellingen voor haar leden of voor werkloozen in de onmogelijkheid verkeeren, de be staande minimumprijzen toe te passen. Het is in- tusschen juist, dat men altijd gelegenheid heeft, nieuwe minimumprijzen aan te vragen. Na een geanimeerde rondvraag, waarbij de heer C. v, d: Wilden (Haarlem) namens de importeurs van buitenlandsche journaals hulde brengt aan het Hoofdbestuur voor zijn bemoeiingen met betrek king tot het toelaten van zgn, „oorlogsjournaals", sluit de Voorzitter de vergadering. SPREEKUUR BONDSDIRECTEUR Den laatsten tijd komt het wederom herhaalde lijk voor, dat het werk op het Bondsbureau be lemmerd wordt, doordat de Bondsdirecteur op elk uur van den dag leden en personen, die in lichtingen wenschen, te woord moet staan. Aangezien daardoor ernstige stagnatie in het werk van het Bondsbureau zou kunnen ontstaan, wordt er nogmaals aan herinnerd, dat het Hoofd bestuur heeft bepaald, dat de Bondsdirecteur spreekuur houdt: a. des Maandags van 12 tot 5 uur 's middags op de Filmbeurs; b. des Dinsdags, met uitzondering van den eer sten Dinsdag der maand, van 's morgens 9 tot 12 uur op het Bondsbureau; c. des Donderdags van 's morgens 9 tot 12 uur. Bovendien dient men, om er van verzekerd te zijn, dat de Bondsdirecteur op vorenbedoelde tijdstippen te spreken is, vooraf schriftelijk of telefonisch een onderhoud aan te vragen. 10

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 12