VERPLICHTE FORMALITEITEN BIJ AANBIEDING
VAN FILMS AAN DE CENTRALE COMMISSIE
Het is blijkbaar onvoldoende bekend en voor
zoover wel bekend, wordt het in ieder geval al te
dikwijls over het hoofd gezien dat, wanneer een
film ter keuring wordt aangeboden, zóó als ze in het
openbaar zal worden vertoond, daarbij ingeval
van tevoren coupures zijn aangebracht deze
coupures tegelijkertijd in volgorde aaneengeplakt
bij de aanbieding van de film moeten worden in
geleverd.
Ook komt het. naar van de zijde van den Voor
zitter van de Centrale Commissie voor de Film
keuring aan het Hoofdbestuur is medegedeeld, te
vaak voor, dat films ongetiteld ter keuring worden
aangeboden, terwijl men bovendien in gebreke
blijft een korte inhoudsopgave te verstrekken, keur
loon te storten, etc, etc.
Wij weten heel goed, dat het nalaten van deze
formaliteiten niet altijd is toe te schrijven aan op
zet of onwil, maar veeleer aan sleur en onnauwkeu
righeid. Men dient echter te bedenken, dat al deze
ongerechtigheden, hoe klein soms ook, vooral on
der de gegeven omstandigheden, nu het oog van
de Centrale Commissie scherper toeziet dan ooit,
onaangenaamheden kunnen veroorzaken zoowel
voor de Commissie zelve als voor de leden.
Het Hoofdbestuur heeft zich immer op het stand
punt gesteld, dat het bedrijf de verplichtingen, op
gelegd door de Bioscoopwet, niet alleen formeel,
maar ook naar den geest loyaal en stipt heeft na
te komen. Hoeveel bezwaren men ook tegen deze
Wet moge hebben, hoeveel nadeelen zij ook voor
het bedrijf met zich mee moge brengen, zij is er
nu eenmaal en behoort daarom te worden nage
leefd. Hoe beter de naleving is, hoe krachtiger ook
het Hoofdbestuur op de rechten kan staan, welke
deze Wet het bedrijf geeft.
In het onderhavig geval betreft het de naleving
van den letter der Wet, zooals voorgeschreven in
de artikelen 17 en 21 van het Bioscoopbesluit, dat,
ter uitvoering van het tweede lid van artikel 15
der Wet, op 22 December 1927 bij algemeenen
maatregel van bestuur is uitgevaardigd.
Ter opfrissching van het geheugen onzer leden
en ter algemeene orienteering drukken wij onder
staand nog eens de bepalingen af, waaraan men
zich bij het aanbieden van films aan de Centrale
Commissie voor de Filmkeuring te houden heeft,
zulks in het vertrouwen, dat in het bijzonder de
leden-filmverhuurders op hun kantoren opnieuw
zullen nagaan, of het personeel, dat met de ver
zorging van de aanbieding is belast, zich aan de
verschillende voorschriften houdt.
Artikel 1 7 van het Bioscoopbesluit luidt als volgt:
„Hij, die voor eene film de toelating wenscht
te verkrijgen, bedoeld in de eerste drie leden
van artikel 16 der Bioscoopwet, is verplicht
de Centrale Commissie tijdig in de gelegen
heid te stellen, die film te keuren. Eene film
moet ter keuring worden aangeboden, in
ieder opzicht zóó, als zij in het openbaar zal
worden vertoond, terwijl vooraf door o[ van
wege den aanvrager uit de film genomen ge
deelten, in volgorde aaneen geplakt, bij de
aanbieding van de film worden ingeleverd.
Bij de aanvrage eener keuring moet de ver
klaring worden overgelegd, dat de aanvrager
afstand doet van alle aanspraken op vergoe
ding van aan de film toegebrachte schade,
behalve van die, welke het gevolg is van op
zet, schuld of grove nalatigheid."
In artikel 21 is nader gepreciseerd, wat men bij
de aanvrage tot keuring zooal heeft op te geven.
,,'De aanvrage tot keuring van eene film wordt
bij de Centrale Commissie ingediend op een
door die Commissie beschikbaar gesteld for
mulier. Wordt de aanvrage tijdens de kantoor
uren bezorgd, dan wordt desverlangd een
ontvangbewijs afgegeven. Is geen bewijs van
ontvangst afgegeven, dan geldt als tijdstip
van ontvangst het tijdstip, waarop de aanvrage
volgens de afstempeling ten kantore der Cen
trale Commissie is ingekomen.
Bij de aanvrage tot keuring moet worden op
gegeven:
a. naam en woonplaats, overeenkomstig de
opgave, bedoeld in artikel 20, van den aan
vrager;
b. land en plaats van herkomst van de film;
c. naam der fabriek, waar de film is gemaakt;
d. de naam van den regisseur, voor zoover
deze bekend is, en de namen der spelers
(film-artisten), door wie de hoofdrollen
worden vervuld;
e. het aantal bedrijven, indien de film zoo
danig is ingedeeld;
f. de totale lengte der film in meters, met en
zonder inbegrip van hoofdtitel, alle onder
(tusschen-) titels en tusschenschriften.
De aanvrager stort bij zijne aangifte het keur
loon, voorloopig berekend naar de door hem
opgegeven lengte der film.
Bij de aanvrage moet worden gevoegd:
a. de volledig genummerde titellijst volgens
model, door de Huishoudelijke Commissie
vast te stellen, vermeldende den hoofdtitel
en alle onder - (tusschen-) titels in volg
orde gerangschikt naar de bedrijven, met
inbegrip van den tekst van alle tusschen
schriften als brieven, telegrammen, couran-
tenberichten, eveneens in volgorde gerang
schikt, zooals zij in de film voorkomen,
doorloopend genummerd in zesvoudige
uitvoering, zonder verkortingen, duidelijk
leesbaar, getikt of gedrukt, in de Neder-
landsche taal. De hoofdtitel moet worden
vermeld in de oorspronkelijke taal en in
de Nederlandsche vertaling;