SCHITTERENDE OPBRENGST KERSTCOLLECTE Het Bestuur van de Stichting Bio-Vacantieoord heeft aan de leden-exploitanten. die dezen keer bijna zonder uitzondering aan de Kerstcollecte heb ben deelgenomen, een gespecificeerde opgave doen toekomen van de opbrengst. Zooals te doen ge bruikelijk, zijn de cijfers van de opbrengst van het vorige jaar achter die van 1939 geplaatst. De totaal-opbrengst bedraagt: 76.443.03. tegen f 42.590.87 in het vorige jaar. Drie kwart ton gouds! Ziedaar het fantastische resultaat van onze Kerstcollecte-1939. De thans verkregen opbrengst is de grootste sedert het be staan van de Stichting Bio-Vacantieoord. Natuurlijk waren er factoren, die het uitzonder lijk succes van dit jaar bevorderd hebben. Eerstens is daar immers het feit, dat mede gecollecteerd werd voor het Algemeen Steuncomité-1939, waar aan 50 van de opbrengst is uitgekeerd. Ten tweede viel Kerstmis-1939 voor de bioscopen bui tengewoon gunstig, ten derde hebben de weersom standigheden, en wellicht ook de internationale si tuatie, welke duizenden, die anders over de grens getrokken zouden zijn, in het land gehouden heeft, het bioscoopbezoek tot een record opgevoerd, en ten slotte is er eenige dagen langer gecollecteerd, dan gebruikelijk is. Maar hetgeen thans bereikt is, is toch wel hoofd zakelijk te danken aan het élan, waarmee dezen keer gewerkt is. Het Bestuur van de Stichting had niets nagelaten om de voorbereiding zoo intens mo gelijk te doen zijn. De exploitanten lieten zich daar op niet onbetuigd, zij deden allen mee, zij organi seerden de collecte ieder op hun eigen wijze, zij instrueerden hun personeel, en zagen toe op bet verloop van de collecte. De opbrengst in de groote gemeenten en in de gezamenlijke overige gemeenten is als volgt: 1939 1938 Amsterdam f 15.000.41 7.893.76 Den Haag „11.946.26 7.21.4,98 Rotterdam 9.952.78 6.011.67 De overige gemeenten 39.384.20 21.369.12 Amsterdam spant dezen keer den kroon, want het heeft de opbrengst nagenoeg weten te verdub belen. Ook „de overige gemeenten" hebben zich ditmaal schitterend gehouden aan het parool; zij verdubbelden de opbrengst. Zonder tekort te doen aan de andere bioscopen, die allen een belangrijke stijging van de opbrengst vertoonden, en waaronder vele kleine zaken waren, die het oude bedrag verdrie-, ja, vervijfvoudigd hebben, moge hier toch een eervolle vermelding worden gegeven aan onderstaande bioscopen, wier opbrengsten meer dan 500.méér hebben be dragen dan bij de vorige Kerstcollecte. Meer opbrengst City Theater, Amsterdam ƒ1.323.61 Rembrandt Theater, Utrecht 1.021.20 Arena Theater, Rotterdam1.006.45 West End Theater, Den Haag843.40 Metropole Palace, Den Haag 833.65 Rembrandt Theater, Haarlem 811.65 Cineac (Damrak), Amsterdam771.95 Corso Cinema, Amsterdam 747.60 Cinema Royal, Amsterdam 736.45 Tuschinski Theater, Amsterdam735.85 Scala Theater, Utrecht 710.40 Luxor Theater, Haarlem 575.32 Grand Theater. Rotterdam 561.80 City Theater, Den Haag 553.75 Lumière Theater. Rotterdam520.55 Het City Theater te Amsterdam, dat het meeste meer heeft opgebracht, is winnaar van den wissel- beker geworden. Hieronder volgt de gebruikelijke lijst, die de muntsoorten aangeeft, waardoor het totaalbedrag verkregen is. 1 Banbiljet a 20.—20.-- 9 Bankbiljetten a 10.—90. 181 Rijksdaalders 452.50 5579 Guldens 5.579.— 2828 Halve Guldens 1.414. 47846 Kwartjes „11.961.50 352108 Dubbeltjes 35.210.80 129008 Stuivers 6.450.40 176006 Halve Stuivers 4.400.15 1070530 Centen 10.705.30 16000 Halve Centen80.— Ingewisselde vreemde munten 79.38 Totaalƒ76.443.03 Uit deze gegevens blijkt, dat het totaal aantal munten gestegen is van 1.343.086 tot 1.800.080. Waar dus verhoudingsgewijze de opbrengst ster ker is gestegen dan het aantal munten, ligt de conclusie voor de hand, dat ook het bioscoop bezoekend publiek zich dezen keer van zijn besten kant heeft laten zien en meer gegeven heeft dan ooit. Merkwaardig is, dat het aantal rijksdaalders, zoowel als dat van de guldens en de dubbeltjes. is verdubbeld. De verhouding tusschen de stuivers en de halve stuivers, welke altijd een tot twee bedroeg, is thans verbroken. Het aantal stuivers steeg, het aantal halve stuivers daarentegen liep verhoudingsgewijs achteruit. De waarde van het groot zilver bedroeg thans 8,04 c/( van het totaal, tegen het vorig jaar 6,70 Hierbij kwam de opbrengst van de halve guldens met 1,85 zoodat in feite aan groot zil ver werd ontvangen 9,89 dit is bijna 10 van het totaal, tegen het vorig jaar 6,70 De op brengst van de overige geldstukken was in per centages uitgedrukt als volgt: kwartjes 15,65 (vo rig jaar 17,48); dubbeltjes 46,06 (vorig jaar 38,43); stuivers 8,44 (vorig jaar 7,52); halve stui vers 5,75 (vorig jaar 7,51); koper (centen en halve centen) 14,11 (vorig jaar 22,26); vreemd geld 0,10 (vorig jaar 0,10). Zooals men ziet hebben de kwartjes dezen keer 11

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1940 | | pagina 13