groepen ook leken, om wederzijdsche verdraag
zaamheid te kweeken, om hen gezamenlijk te
doen strijden voor den verderen vooruitgang van
het bedrijf en om waardeering te verkrijgen in die
kringen, welke nog zoo afwijzend stonden tegen
over de organisatie.
Dit alles eischte veel beleid en takt. Men kwam
tot een Reglement inzake den Huur en Verhuur
van Films, waarin de rechten en verplichtingen
van huurder en verhuurder nauwkeurig werden
omschreven en men kwam ook tot een der mooiste
instellingen van onze organisatie, n.1. de Arbitrage.
Dat Hamburger hiertoe weder het initiatief nam.
getuigde van groot beleid. Langdurige en inge
wikkelde gerechtelijke procedures komen in ons
bedrijf niet voor. Onze eigen rechters zijn volko
men voor hun taak berekend en dit instituut betee-
kent voor onze leden niet alleen een groot gelde
lijk voordeel, maar wat belangrijker is: Het rechts
gevoel van onze leden wordt door deze instelling
volkomen bevredigd.
Ook de vertegenwoordiging van de beide groot
ste groepen werd geleidelijk herzien. Waren het
eerst twee filmverhuurders, die deel uitmaakten
van het Hoofdbestuur, later werd dit aantal ver
hoogd tot vier. De volledige gelijkgerechtigdheid
vond wel haar culminatiepunt in de instelling van
den Ledenraad, waardoor een college van gelijk
aantal leveranciers en afnemers beslissing kreeg
te nemen inzake Bondsaangelegenheden, de be
drijfsuitoefening betreffende.
Een eveneens belangrijk verschijnsel in onze or
ganisatie is wel het z.g. Ordeningsbesluit. Hiertoe
is weliswaar het initiatief uitgegaan van de afd.
Den Haag, doch de manier waarop dit reglement
onder leiding van Hamburger werd toegepast, ge
tuigde weer van de juiste bedrij f spolitiek, welke
hij toepaste. Dat niet alle leden dit besluit gunstig
hebben ontvangen, mag voldoende bekend zijn.
Doch het feit dat de eene keer de filmverhuurders
en bij een andere gelegenheid de exploitanten zich
ontevreden betoonden met de besluiten welke het
Hoofdbestuur aan de hand van dit reglement nam,
vond zijn oorzaak in het feit, dat ook hier Ham
burger weer de noodige souplesse wist toe te
passen.
De totstandkoming van het minimum-prijzen-
reglement had niet alleen tot gevolg, dat de onge
breidelde concurrentie met de entreeprijzen aan
banden werd gelegd, maar het maakte ook een
einde aan dat gevaarlijke en onereuze reductie
systeem. Ik verwijs verder nog naar de instelling
van den Afdeelingsraad, waardoor het den exploi
tanten mogelijk werd gemaakt hun bedrijfsproble-
men in eigen kring te bespreken.
Zeker, er is nog veel meer tot stand gekomen
onder leiding van Hamburger, maar het zou mij te
ver voeren om op ieder Bondsreglement in te gaan.
Voor één instelling vraag ik echter wel uw bij
zondere aandacht, n.1. voor het Biovacantie-Oord.
Dat onze leden hieraan zoo enthousiast medewer
ken onder leiding van den Bondsvoorzitter leidt
tot verrassende resultaten. Toen oud-minister Kan
een beroep deed op onzen Bondsvoorzitter om
eens een keer te collecteeren voor een tweeledig
doel, n.1. voor de armsten der armen onder de
Nederlandsche bevolking èn voor ons Vacantie-
oord, heeft Hamburger dit idee bij het Hoofdbe
stuur en het Bestuur van Bio-Vacantieoord gepro
pageerd. Het resultaat was de fantastische op
brengst van de laatste Kerstcollecte, n.1. drie kwart
ton gouds!
Zeer belangrijk werk heeft onze Voorzitter ver
richt bij de totstandkoming van de Bioscoopwet.
Toen de Regeering hem benoemde tot lid van de
Huishoudelijke Commissie heeft hij in dit college
niet alleen waardeering weten te vinden voor zich
zelf, maar bovenal ook voor het geheele Neder
landsche Film- en Bioscoopbedrijf.
Deze eminente Voorzitter gaat nu van ons schei
den, maar hij kan terugzien op een succesvollen
arbeid.
Hard, zeer hard heeft hij voor onzen Bioscoop-
Bond gewerkt. Ongelooflijk veel tijd heeft hij voor
het Bondswerk beschikbaar gesteld.
Gelukkig is zijn arbeid niet tevergeefsch ge
weest. Het resultaat van zijn levenswerk is een
gezonde, krachtige Bioscoop-Bond, waarop wij
allen zoo trotsch zijn.
Waardeering heeft hij niet alleen in onze krin
gen gevonden.
Een ieder, zoowel in het binnen- als in het bui
tenland, die met ons bedrijf in aanraking kwam,
kreeg ontzag voor de prestaties van den heer
Hamburger. Dat zoowel de Nederlandsche als de
Fransche Regeering hem hebben willen onder
scheiden getuigt van groot respect.
Vanzelfsprekend is het, dat Hamburger in het
bezit is van de hoogste onderscheiding, welke de
Nederlandsche Bioscoop-Bond iemand kan toe-
kennen, n.1. het eerelidmaatschap.
Het kan dus niemand verwonderen, dat Ham
burger slechts noode scheidt van ons bedrijf en van
zijn functies. Wij hebben getracht hem nog voor
ons bedrijf te benouden, doch dit is niet mogelijk
gebleken.
Wij allen begrijpen volkomen, wat dit vertrek
voor hem beteekent en wij allen voelen met hem
mede.
Het moet hem zijn als een vader, die afscheid
neemt van zijn zoon, zijn zoon, die hij met zorg en
beleid heeft opgevoed. Een opvoeding, die er op
gebaseerd was om den jongen gezond, krachtig en
vooral zelfstandig te maken.
Zoo'n vader zal gevoelens ondergaan van op
rechte trots, omdat zijn zoon thans zelfstandig ge
noeg is om op eigen beenen te staan. Dat heeft hij
zoo gewild, daarop was zijn opvoeding berekend.
Maar naast dat gevoel van trots zal hij diep in