was tijdens het Voorzitterschap van den heer
Hamburger, zal ook in de toekomst noodig blijven
en ieder onzer zal zich er altijd weer op moeten
bezinnen, dat zij dient uitsluitend tot heil van het
bedrijf. Spreker wenscht den heer Hamburger
voorspoed en geluk in zijn familieleven. Jarenlang
heeft hij een dubbel mensch moeten zijn. Hij heeft
gewerkt voor zijn eigen bedrijf en al zijn vrijen
tijd gegeven voor de bedrijfsbelangen van ande
ren. Hij heeft daarom recht op rust en zij zij hem
gaarne gegund.
Spreker hoopt, dat, indien zulks in de toekomst
noodig mocht zijn, de heer Hamburger den Bond
nog zal blijven bijstaan met zijn zoo gewaardeerde
adviezen.
Met een woord van hartelijken dank voor alles
wat de heer Hamburger voor het bedrijf heeft
gedaan, besloot spreker zijn toespraak.
De heer J. Wessel, uit Amsterdam, verklaarde
weliswaar officieel te moeten spreken als Vice-
Voorzitter van de Bedrijfsafdeeling-Filmverhuur-
ders, doch onder deze omstandigheden liever het
woord tot den heer Hamburger te richten als
vriend, als medebestuurder en in het bijzonder
ook als klant. Spreker wilde rondborstig toegeven,
dat hij het immer tot een eer gerekend heeft, den
heer Hamburger als klant te hebben en dat hij
zich immer getoond heeft als een goede klant, ja
als de beste, die spreker onder de zijnen heeft
gekend.
De heer Roem heeft weinig voor de overige
sprekers overnelaten en daarom wil spreker het
kort maken. De heer Hamburger leeft in alle be
sluiten en reglementen van den Bond. Hij leeft
in alle uitmeten van dezen Bond en daaruit blijkt
voldoende zijn beteekenis. Snreker besluit met van
harte den wensch uit te spreken, dat het den heer
Hamburorer aan de ziide van ziïn lieve vrouw zeer
goed mocre gaan. Hij wenscht hem een lang leven
toe in voorspoed en croede gezondheid.
De heer Ter Linden, uit den Haag, sprak als
Voorzitter van het B'o-Vacantieoord en wees er
in het biizonder oo, dat de heer Hamburger, on
danks ziïn vele beslommeri^nen. dit oord een goed
hart h^eft toenedragen. Hii herinnerde aan het
vorstel;;k neschenk van het Hamburner-concern,
mderKirl b;i neleoenheid van de inrichting van het
Bio-Vacantieoord geaeven. alsook aan den bii-
st^nd in den vorm van belannwekkende raad-
aevinoen. wanneer het Bestuur belannrüke be
slaten b^d te nemen, zoo^ls bü den aankoop van
..Russenduin" en bij de verbouwing ervan.
Snreker dankte hem voor dit alles en wenschte
hem veel geluk in zijn verder leven.
De Bondsdirecteur, de heer A. de Hoop, deed
hierop mededeeling van een groot aantal tele
grammen van leden van den Bond, die dringend
verhinderd waren de vergadering bij te wonen,
doch op deze wijze een afscheidsgroet aan den
Bondspresident wilden brengen.
Telegrammen zijn binnengekomen van: Mr. D.
Bijdendijk, Secretaris van de Huish. Commissie
voor de Filmkeuring; Familie Peters, Venlo; S.
Zondervan, Leeuwarden; Mej. E. Walenberg en
P. Wester, Roermond; D. Rosenberg, Kotterdam:
Raad van Beheer Schouwburg Bioscoop, Gouda;
A. Bouts, Lutterade; H. Bisschop en J. K. Egberts,
Uithuizen; Putzeist en Hardy, Maastricht; Lazard
Willing-L Speyer; Westenborg, Arnhem; C. H.
de Lange, Alkmaar, en directie Reehorst Bioscoop,
Ede; terwijl nog schriftelijk blijk van hun belang
stelling hebben gegeven: Max van Bergen, Roer
mond; Ed. Cohen Barnstijn, Den Haag; Mej. A.
Wildenburg, Den Haag; H. C. v. d. Waarden.
Tilburg; E. J. Weier, Rotterdam; D. v. d. Berg,
Baarn en C. Bruyn, Amsterdam.
De heer De Hoop richtte vervolgens het woord
tot den heer Hamburger namens het Bondsbureau.
Alleen reeds het Bondsbureau getuigt van het
werk van den heer Hamburger. Toen spreker in
September 1921 in functie trad, was er van een
dergelijk bureau nog geen sprake. De Secretaris
van het Hoofdbestuur kon destijds het werk niet
af en dientengevolge werd spreker als administra
teur benoemd. Thans werken dagelijks 10 perso
nen op dit bureau. Gedurende al den tijd, dat de
heer Hamburger het Voorzitterschap heeft be
kleed, heeft ook spreker in zijn functie den Bond
gediend. Hij acht het een voorrecht, dat hij de
eenige achter de bestuurstafel is, die den heer
Hamburger al dien tijd dagelijks heeft kunnen
meemaken. Ongetwijfeld zou hij de beteekenis van
het werk van den heer Hamburger niet beter ge
schetst kunnen hebben dan de heer Roem. Niet
temin heeft hij meer dan wie ook persoonlijk mo
gen ervaren, dat de huidige structuur van den
Nederlandschen Bioscoop-Bond te danken is aan
de samenwerking van leveranciers en afnemers
in het film- en bioscoopbedrijf, welke samenwer
king de heer Hamburger een levensvoorwaarde
achtte voor de organisatie van dit bedrijf. Negen
tien jaar terug leefde het film- en bioscoopbedrijf
in de na-oorlogsche periode, waarin vooral de
gemeentebesturen groote kapitalen behoefden om
hun uitgavenpolitiek te kunnen dekken. Zoo zagen
zij er niet tegen op de vermakelijkheidsbelasting tot
abnormale hoogte op te voeren. In Venlo bijv. van
15 tot 30 en in Hilversum zelfs van 20 tot 40
In die critieke dagen heeft de heer Hamburger on
middellijk begrepen, welk een gevaar het bedrijf
bedreigde. Hij zag in, dat verzet onmiddellijk noo
dig was, wilde het bedrijf over eenigen tijd niet
iedere financieele beteekenis hebben verloren. Was
er toen geen samenwerking geweest, dan ware het
onmogelijk geweest in een stad als Hilversum de
bioscopen 5 maanden te sluiten en in Groningen
zelfs gedurende IOJ/7 maand. Eerst toen deze ge
meentebesturen op hun eenmaal genomen besluit