huishoudelijk gebruik of verwarmingsdoelein
den onder de categorie, genoemd sub la. en b.
van deze circulaire.
7. Verzoeken om van de getroffen regeling te
mogen afwijken, kunnen onder geen enkele
omstandigheid worden ingewilligd.
Verbruikers, die van olie op vaste brandstoffen
overgaan, worden gerangschikt in twee catego
rieën:
a) met een geschat jaarverbruik van minder dan
10 ton;
b) met een geschat jaarverbruik van meer dan
10 ton.
Voor categorie a) worden aan den handel geen
extra hoeveelheden beschikbaar gesteld. De han
del dient deze afnemers uit de hem ter beschikking
staande kwantiteiten te bedienen.
Voor categorie b) zullen zoo mogelijk extra
hoeveelheden aan den handel of groothandel wor
den toegewezen. Te dien einde dient de verbrui
ker zich schriftelijk tot het Rijkskolenbureau
te 's-Gravenhage, Carnegielaan 12, te wenden
onder opgave van:
Ie. het geschatte jaarverbruik, rekening houden
de met den hieronder genoemden omreke
ningsfactor. Ook de gewenschte afmeting van
de brandstof dient te worden opgegeven;
2e. den groothandelaar of handelaar, van wien
hij wenscht te betrekken.
Nadat deze opgaven door het Bureau zullen zijn
ontvangen, zal een toewijzing aan den groothan
delaar of handelaar worden verstrekt.
In het algemeen kan gezegd worden, dat 1000
L. olie is gelijk te stellen met 1500 K.G. cokes (of
1400 K.G. anthraciet). Aangezien echter ter ver
vanging van olie uitsluitend cokes in aanmer
king komt (en wel de grovere afmetingen, t.w.
afm. I, II of III), zullen deze nieuwe afnemers op
cokes aangewezen zijn.
BESTUUR AFDEELING 'S-GRAVENHAGE
Het Bestuur van de Afdeeling 's-Gravenhage is
ingevolge een onlangs gehouden buitengewone
ledenvergadering als volgt samengesteld: Voor
zitter de heer G. M. Th. Gielisse; Eerste Secre
taris de heer R. Uges Jr.; Tweede Secretaris de
heer J. S. Karpes; Penningmeester de heer D. Siem
Jr.; Gedelegeerde de heer J. E. Kila.
PUBLICATIES OVER BEDRIJFSAANGELE-
GENHEDEN
Het komt herhaaldelijk voor, dat eenige bladen
berichten aangaande het Nederlandsche film- en
bioscoopbedrijf publiceeren, welke óf voorbarig
zijn, öf niet in overeenstemming met de feiten,
óf wel in den vorm, waarin zij gepubliceerd wor
den, een onjuisten indruk wekken.
Naar aanleiding hiervan vestigen wij er met
nadruk de aandacht op, dat het Dagelijksch Be
stuur uitsluitend verantwoordelijkheid draagt voor
mededeelingen en berichten aangaande het Ne
derlandsche film- en bioscoopbedrijf, welke in dit
Orgaan gepubliceerd worden. Met alle andere
berichten heeft het Dagelijksch Bestuur niets uit
staande.
Eveneens doet zich het feit voor, dat aan stuk
ken, welke van Bondswege aan de leden worden
gezonden, in den een of anderen vorm publicatie
wordt gegeven Sn de pers, zulks meermalen tot
misnoegen van de autoriteiten.
Het Dagelijksch Bestuur verwacht van de leden
van den Bond wel zooveel discipline, dat het voor
alsnog aanneemt, dat de gegevens in kwestie niet
door hen worden verstrekt. In dit verband zij er
nog eens op gewezen, dat het Dagelijksch Bestuur
zich het recht voorbehoudt om, wanneer mocht
blijken, dat wel een of ander lid een indiscreet
gebruik maakt van van Bondswege verstrekte
mededeelingen, tegen dit lid statutair op te treden.
DE UITSPRAAK VAN DE AMSTERDAM-
SCHE RECHTBANK IN ZAKE HET BETA
LEN VAN MUZIEKAUTEURSRECHT VOOR
GELUIDSFILMJOURNAALS
In aansluiting op de mededeeling in het Orgaan
van 18 Juli j.L, dat in het proces Profilti/Stemra
de eisch van de Stemra door de Amsterdamsche
Rechtbank niet ontvankelijk was verklaard, aan
gezien volgens het oordeel der Rechtbank voor de
opname van muziek in de film in kwestie geen
muziekauteursrechten aan de Stemra behoefden te
worden betaald, laten wij onderstaand de voor
naamste overwegingen volgen, waarop de Recht
bank haar oordeel heeft gegrond:
12
Overwegende, dat de vordering is gegrond op het feit,
dat in de bij dagvaarding nader aangeduide geluidsfilm zon
der toestemming van eischeres is opgenomen de melodie van
het door zekeren J. C. Bulterman vervaardigde muziekstuk
„Zij zong zoo mooi de tweede stem", waarop eischeres stelt
het auteursrecht te bezitten, wat betreft het vervaardigen
van rollen, platen en andere voorwerpen, bestemd om dit
werk geheel of gedeeltelijk langs mechanischen weg ten
gehoore te brengen, welk auteursrecht zij zegt verkregen te
hebben door overdracht van den componist op haar;
Overwegende dat eischeres op grond daarvan vordert:
1. dat zal worden verklaard, dat de van die geluidsfilm
in beslag genomen filmband, waarin de genoemde melodie
is opgenomen, een niet geoorloofde verveelvoudiging is in
den zin der Auteurswet 1912;
2. dat het bij dagvaarding beteekend beslag van waarde
zal worden verklaard met last tot vernietiging, van het ge
deelte der film waarop het beslag rust;
Overwegende, dat gedaagde, na aanvankelijke ontkentenis,
het gestelde auteursrecht van eischeres bij conclusie van
dupliek heeft erkend;
Overwegende, dat gedaagde evenwel tegen de vordering
eenige verweren heeft aangevoerd, welke, voprzoover ge
handhaafd, als volgt kunnen worden weergegeven:
a. het zou, als de Rechtbank beslist, dat krachtens de
Auteurswet het door eischeres gestelde auteursrecht is ge
schonden, voor journaal-film-fabrikanten practisch onmogelijk
zijn om journaal-nieuws of actualiteiten op te nemen, waarbij