INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER
f
M
f
13
muziek wordt gemaakt, hetgeen het geval is met een zeer
groot zoo niet het grootste gedeelte van hun opnamen,
daar het in de geheele beschaafde wereld een eisch is, dat
journaal- en actualiteitenfilms geluidsfilms zijn;
b. er is ten deze opgenomen en verveelvoudigd een ge
deelte van een nieuw en in het openbaar opgevoerd oor
spronkelijk werk in den zin van artikel 13 der Auteurswet,
t.w. een rhytmische vendeldemonstratie op muziek;
c. deze opname en verveelvoudiging zijn niet geschied om
de daarvan vervaardigde film te bestemmen om de voor
zegde melodie geheel of gedeeltelijk ten gehoore te brengen,
zooals artikel 14 eischt, maar uitsluitend om de vendeldemon
stratie te vertoonen, aangezien niemand naar een vertooning
van deze film zou gaan om een gedeelte dier melodie te
hooren;
d. juridisch en technisch is een filmopname van elke actu
aliteit (lees:) niet anders dan een foto-opname dier actualiteit
zoowel wat betreft het beeld als het daarbij voortgebrachte
geluid, terwijl de verveelvoudiging van een dusdanige foto
grafische opname nergens in de Auteurswet is verboden;
hetgeen te meer klemt, omdat een vendeldemonstratie, zelfs
als zij rhytmisch op muziek wordt uitgevoerd en dus zoo
danig, dat de muziek een onafscheidelijk onderdeel ervan
vormt, niet is een werk in den zin van de Auteurswet;
Overwegende omtrent het verweer sub a, dat wanneer de
aanspraken, welke eischeres geldend wil maken, haar inder
daad toekomen, die aanspraken in rechte erkenning behooren
te vinden en daaraan niet in den weg kan staan de omstan
digheid, dat het alsdan voor de fabrikanten van journaal-
films practisch onmogelijk zoude wezen, journaal-nieuws of
actualiteiten op te nemen, hetgeen overigens door eischeres
bestreden wordt;
Overwegende wat betreft het verweer sub b, dat voor
zooverre het gedaagdes bedoeling mocht zijn, dit verweer
te doen steunen op de bepaling van art. 13 der Auteurswet,
dit verweer niet zoude kunnen slagen;
dat toch een nieuw oorspronkelijk werk in den zin van
voormeld artikel, blijkens het verband, waarin zoodanig werk
wordt genoemd in tegenstelling tot de in die wetsbepaling
bedoelde verveelvoudigingen, is een werk, geïnspireerd op
een ander werk, doch daarvan door oorspronkelijkheid van
conceptie dermate onderscheiden, dat het niet kan worden
aangemerkt, als een in den zin van meerbedoeld artikel ver
vaardigde verveelvoudiging van het werk, waarop het is ge
ïnspireerd;
dat evenwel gedaagde (Profilti-Royal) in ieder geval ge
steld heeft, dat de rhytmische vendeldemonstratie op muziek
een nieuw oorspronkelijk werk is en dat een gedeelte daarvan
is opgenomen en verveelvoudigd;
dat deze stelling dient te worden beschouwd in samen
hang met gedaagdes boven sub c weergegeven verweer;
Overwegende omtrent een en ander, dat vaststaat, dat
de gedaagde in vrijwaring, Profilti, een geluidsfilm heeft ver
vaardigd van meerbedoelde demonstratie en daartoe op den
filmband heeft opgenomen zoowel het beeld, hetwelk die
demonstratie ten aanschouwe gaf, als de muziek, die daarbij
ten gehoore werd gebracht, op welke muziek de bij de demon
stratie behoorende bewegingen rhytmisch werden uitgevoerd;
Overwegende, dat bij een demonstratie als hier heeft plaats
gehad, de samenstellende eiementen. bestaande uit beelden,
rhytmische bewegingen en geluid, één onverbrekelijk geheel
vormen, van welk geheel dus de muziek een onderdeel is,
hetwelk, gezien in het kader van het geheel, niet een zelf
standige plaats inneemt;
Overwegende dat, bij pleidooi, voorts is komen vast te
staan, dat door den rechthebbende op het auteursrecht, voor
zoover dit betreft het recht tot het openbaar maken van
het muziekstuk, toestemming is verleend niet tot het uitvoeren
der muziek zonder meer, doch tot dit uitvoeren als onder
deel der vendeldemcnstratie, als boven omschreven;
dat weliswaar door die toestemming niet over het
z.g. mechanisch reproductierecht van de daarop gerechtigde,
in casu eischeres, kon worden beschikt, en dit recht derhalve
onverlet is gebleven;
dat evenwel ten deze slechts de vraag is, of de muziek
in den zin van artikel 14 der Auteurswet is verveelvoudigd,
op welk door eischeres gestelde feit hare vordering is ge
baseerd;
dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord, om
dat de verfilming ten doel had de vendeldemonstratie in haar
geheel aan het publiek te vertoonen en omdat de muziek
na de verleende toestemming tot opneming in de vendel
demonstratie door die opneming was opgegaan in het geheel,
zoodat niet gezegd kan worden, dat met de verfilming een
voorwerp is vervaardigd, bestemd om de muziek ten gehoore
te brengen;
Overwegende, dat eischeres op dezen grond niet-ontvan-
kelijk moet worden verklaard in hare vordering, zoodat een
onderzoek naar de juistheid van de verdere door gedaagde
ingebrachte verweren achterwege kan blijven;
In de Vrijwaringszaak:
Overwegende dat de beslissing in de hoofdzaak mede
brengt, dat eischeresse in vrijwaring in hare vordering niet-
ontvankelijk behoort te worden verklaard;
Rechtdoende:
In de hoofdzaak:
Verklaart eischeresse niet-ontvankelijk in hare vordering.
Veroordeelt haar in de kosten van het geding, tot op heden
aan de zijde van gedaagde begroot op 175.(een honderd
en vijf en zeventig gulden).
In de Vrijwaringszaak:
Verklaart eischeresse niet-ontvankelijk in hare vordering.
Veroordeelt haar in de kosten van het geding, tot op
heden aan de zijde van gedaagde begroot op ƒ50.(vijftig
gulden).
Gewezen door Mrs. C. Briët, Vice-President, J. Sprey,
Rechter en A. Maassen, Rechter-Plaatsvervanger, en uit
gesproken ter Openbare Terechtzitting van de Arrondisse-
ments-Rechtbank te Amsterdam, Eerste-Kamer. van den
6den Juli 1940, in tegenwoordigheid van Mr. M. J. W. Hol-
leman, Substituut-Griffier.
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister
zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in
het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren
tegen de verlangde inschrijving, hetgeen binnen acht dagen
na deze publicatie schriftelijk bij het Hoofdbestuur moet
geschieden, raadplege men art. 6 van het betreffend Regle
ment.
Datum
Titels waaronder de films
Naam van den
waarop
schrijvinc
zocht
ïn-
in Nederland worden uit
houder der ex
ver-
is
gebracht
ploitatie-rechten
18 Juli
1940
Van je familie moet je 't
maar hebben
Tobis
24
Haar Privé-Secretaris
24
De roman van een dokter
24
Gescheiden op stap
24
Parkstraat 13
24
De vrouw zonder verleden
24
Hartstocht
24
De trouwelooze Eckehardt
24
Drie op huwelijksreis
24
Een moderne Robinson1)
24
Liefde op ski's 2)
26
Meisjes, die alles weten
Ufa
1 Aug.
Commissaris Eyck in de val
8
Haar eerste avontuur
,t
a) In plaats van den titel: „Een tweede Robinson Crusoë".
'-') In plaats van den titel: ,,De blonde engel".