INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER
12
■1940 en aan partijen medegedeeld op 2 October d.a.v., in
het door voornoemde N.V. Zevende Bouw Maatschappij
„Nieuw Rustenburg" (vroeger eischeres, thans appellante)
tegen de N.V. Warner Bros First National Pictures te
Amsterdam (oorspronkelijk gedaagde, thans geintimeerde)
aanhangig gemaakt geschil, dat het vonnis van de Commissie
van Geschillen moet worden bevestigd en het beroep van
appellante dus ongegrond moet worden verklaard, met haar
veroordeeling in de kosten van het beroep, zulks op grond
van de navolgende overwegingen:
dat appellantes grieven tegen de uitspraak van de Com
missie van Geschillen in hoofdzaak hierop neerkomen, dat
de Commissie van Geschillen heeft verzuimd te onderzoeken,
hoeveel en welke shorts, als bedoeld in het tusschen partijen
bestaand contract van 28 Augustus 1939, aan appellante op
zicht werden gezonden of haar door geintimeerde voor ver
tooning beschikbaar werden gesteld; dat immers in het con
tract is bepaald, dat appellante de shorts in kwestie in zoo
genaamde tweede vertooning Den Haag zou brengen en wel
15 na het Apollo Theater, 20 na het City Theater en 15
na het Passage Theater, terwijl keuze zou kunnen worden
gemaakt uit circa 100 stuks, dat de Commissie van Geschil
len evenwel over het hoofd heeft gezien, dat geintimeerde
haar nimmer een opgave heeft verstrekt van de shorts, welke
in eerstgenoemde bioscopen waren vertoond en appellante
dus aangewezen was op films, welke geintimeerde haar op
zicht moest zenden; dat geintimeerde zulks niet alleen ver
zuimd heeft, maar dat het gezondene bovendien meestal zoo
oud en slecht was, dat het aan appellante onmogelijk was
een behoorlijke keuze te doen; dat overigens voor wat appel
lante aangaat, zij nog tijd genoeg had voor afname; dat
appellante op al deze gronden verzoekt de uitspraak van
de Commissie van Geschillen te vernietigen en geintimeerde
te veroordeelen tot terugbetaling van het door appellante
te veel betaalde bedrag ad of zooveel minder als
de Raad van Beroep billijk acht, met veroordeeling van
geintimeerde in de arbitragekosten, waarbij appellante ver
zoekt te bepalen, dat, indien de Raad billijk acht, dat de
gevorderde gelden eerst op 31 December 1940 worden ge
restitueerd, geintimeerde deze gelden zoolang bij den Neder-
landschen Bioscoop-Bond deponeert;
dat het verweer van geintimeerde in hoofdzaak hierop
neerkomt, dat zij appellante een voldoend aantal shorts op
zicht heeft gezonden met aanteekening, cf dezelve al of niet
vertoond waren en dat appellante met eenigen goeden wil
derhalve voor de laatste betaling van het rekening-courant
bedrag de gecontracteerde hoeveelheid shorts had kunnen
afnemen: dat appellante daarentegen herhaaldelijk geweigerd
heeft shorts af te nemen; dat geintimeerde overigens geenszins
de verplichting had om shorts in tweede vertooning op zicht
te zenden en dat het feit, dat niet meer shorts aangeboden
zijn, verklaard wordt door den einddatum van het contract,
n.1. 31 December 1940, waardoor zij als gevolg van de
bekende Verordening buiten haar schuld gedwongen was de
zichtzending stop te zetten, weshalve geintimeerde verzoekt
het beroep van appellante ongegrond te verklaren;
dat het geschil tusschen partijen wordt beheerscht door
het feit, dat het Besluit van de 'Secretarissen-Generaal van
de Departementen van Binnenlandsche Zaken en van Justitie
d.d. 17 Juli 1940 een voortzetting der leverantie voor ge
intimeerde onmogelijk heeft gemaakt;
dat op dat tijdstip circa 10 maanden van den looptijd van
het contract tusschen partijen, zijnde 16 maanden in totaal,
verstreken waren en derhalve allereerst viel na te gaan de
juistheid van appellantes Wacht, dat zij in het verloop dei-
eerste 10 maanden niet voldoende keuze heeft kunnen maken
uit de door partijen gecontracteerde shorts;
dat nu uit het door den Raad van Beroep ingesteld onder
zoek is komen vast te staan, dat gedurende dezen tijd appel
lante keuze heeft kunnen doen uit ruim 40 shorts, welke
shorts immers alle in eerste vertooning in de in meergenoemd
contract vermelde bioscopen hebben geloopen;
dat, gezien de omstandigheid, dat eerst circa '2h van den
looptijd van het contract verstreken was, deze keuze, welke
neerkomt op ongeveer 40 van het ter beschikking te stellen
materiaal, zeker niet onvoldoende mag worden geacht en
het dan ook geenszins aan geintimeerde valt te wijten, dat
appellante gedurende dezen tijd slechts zeven van de gecon
tracteerde 40 shorts heeft afgenomen;
dat derhalve de Commissie van Geschillen alleszins juist
en billijk oordeelde door appellante slechts (!/ib van het
gecontracteerde en door haar vooruitbetaalde bedrag, zijnde
voor dat deel van den looptijd van het contract, waarin
het geintimeerde naar met stelligheid mag worden aan
genomen niet mogelijk is te leveren, te doen restitueeren;
dat de Commissie van Geschillen aan haar uitspraak
terecht de restrictie verbonden heeft, dat geintimeerde be
doeld bedrag eerst verplicht is terug te betalen na de expi
ratie van het contract in kwestie, aangezien dit contract door
geen enkel feit ontbonden is;
dat de Raad, die overigens niet kan deelen appellantes
zienswijze, dat zij recht zoude hebben op regelmatige zicht-
zendingen van de zijde van geintimeerde, voorts geen reden
aanwezig acht te gelasten, dat het door geintimeerde ver
schuldigd bedrag bij den Bond wordt gedeponeerd;
dat uit het vorenstaande volgt, dat de uitspraak van de
Commissie van Geschillen moet worden bevestigd;
dat derhalve geintimeerde uiterlijk op 31 December 1940
tegen kwijting aan appellante behoort terug te betalen een
bedrag van zijnde u/ifi van (den gecon-
tracteerden auteursprijs), partijen ieder voor de helft moeten
worden veroordeeld in de kosten van arbitrage in eerste
instantie, zijnde 12.50 ieder, en appellante in de kosten van
het beroep, zijnde 50.
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister
zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in
het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren
tegen de verlangde inschrijving, hetgeen binnen acht dagen
na deze publicatie schriftelijk bij het Hoofdbestuur moet
geschieden, raadplege men art. 6 van het betreffend Regle
ment.
Datum
Titels waaronder de films
Naam van den
waarop in
schrijving ver
zocht is
in Nederland worden uit
houder der ex
gebracht
ploitatie-rechten
10
Oct. 1940
Dagdroomen
Profilti
10
De dieren hebben gelijk
10
Rooken is een kunst
10
Lezen en schrijven
10
Onze beste tijd
10
Van de kleine vreugden des
levens
10
Zooals u 't bekijkt
10
Problemen van dezen tijd:
No. 2: Ontwikkelt zich
een nieuwe stijl in de Ne-
derlandsche bouwkunst?
10
Thijl Uilenspiegel als bak
kersgezel
10
Thijl Uilenspiegel en de
honingdieven
10
Thijl Uilenspiegel als kleer
maker
10
Thijl Uilenspiegel.de koord
danser
15
Schaduwen der duisternis
Ufa