INSTITUUT VOOR OPLEIDING VAN
TECHNISCH BIOSCOOPPERSONEEL
Bestuur geïnstalleerd
De Stichting Instituut voor Opleiding van
Technisch Bioscooppersoneel" is een van de vruch
ten van den arbeid der Technische Commissie van
den Nederlandschen Bioscoop-Bond. De Stichting
werd den lOden December 1946 opgericht door
het Hoofdbestuur overeenkomstig het advies der
Technische Commissie van 11 Juli 1946. Het doel
van het Instituut is de opleiding van technisch
bioscooppersoneel, in het bijzonder van bioscoop
operateurs.
In het Bestuur hebben, naast vertegenwoordi
gers van den Bond, zitting: een vertegenwoordiger
van de Rijksbrandweerinspectie, een bestuurslid
van den Personeelsbond Film- en Theaterbedrij
ven, een bestuurslid van de Afdeeling Film- en
Theaterbedrijven van de Eenheids Vak Centrale
en een bestuurslid van den R.K. Bond van Hotel-
Café- en Restaurant-Geëmployeerden St. Anto-
nius.
Voor het eerst in de geschiedenis van het Ne-
derlandsche filmbedrijf zitten thans werkgevers en
werknemers aan één tafel ter bespreking en be
hartiging van gemeenschappelijke belangen.
Op Maandag 10 Maart j.1. werd door den
Bondsvoorzitter, den heer M. P. M. Vermin, in
aanwezigheid van den Bondsdirecteur, den heer
J. G. J. Bosman, het Bestuur der Stichting geïnstal^
leerd.
De heer Vermin heette de aanwezigen welkom
en sprak als volgt:
,,Het is voor mij niet alleen een eer als Voorzitter
van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, maar
tevens ook een genoegen tot U het woord te mogen
richten, omdat mij hierdoor de gelegenheid ge
schonken wordt, openlijk den dank van het Hoofd
bestuur en het bedrijf over te brengen voor al het
goede werk hetwelk tot heden tot stand kwam
door den ijver en de toewijding van onze Tech
nische Commissie en wel speciaal door haren Voor
zitter, den heer R. Uges Jr.. Door het optreden der
Technische Commissie is niet alleen veel onaange
naams voorkomen, maar is ook practisch en nuttig
werk gepresteerd door het ter beschikking stellen
van technische apparaten en het nemen van initia
tieven. Ik aarzel niet het Instituut voor Opleiding
van Technisch Bioscooppersoneel een der meest
nuttige initiatieven te noemen, waardoor U niet al
leen het bedrijf, maar alle bioscoopbezoekers van
nu en in de toekomst aan U verplicht hebt. Het
idee, van den logischen gedachtengang, dat de
beste apparaten ook de beste bediening eischen, is
nu in daden omgezet.
Wat betreft het Instituut zelf, zijn wij grooten
dank verschuldigd aan den heer Ir. Lockhorn,
directeur der Electrotechnische School te Amster
dam, die groote belangstelling aan den dag legde
voor de plannen en spontaan zijn medewerking toe
zegde. Ook aan de werknemersorganisaties, die
eveneens hun interesse demonstreerden, zij hier
tevens dank betuigd.
Met treurnis herdenken wij hier den voortvaren-
den en bekwamen heer Henkelman, die bij de voor
bereidende werkzaamheden zoo waardevolle dien
sten bewees en dien wij zoo gaarne nu hier in ons
midden hadden gezien. Het heeft echter niet mogen
zijn, maar ik spreek de hoop uit, dat de nagedach
tenis aan den heer Henkelman U den moed en de
kracht zal geven onverdroten voort te gaan op den
ingeslagen weg.
Wanneer wij het schema van den cursus voor
bioscoop-operateurs bezien, dan blijkt direct, dat
naast een zekere beperking tot specialisatie, een
rijkdom aan onderwerpen behandeld wórdt, die den
geslaagde bij voldoende practijk, tot een allround
vakman mogen bestempelen.
Zeer veel zorg is besteed aan de keuze der te
behandelen leerstof, en met de kennis hiervan moet
het den operateur mogelijk zijn, alle situaties te
beheerschen. Ik moge U echter in overweging
geven, in zooverre dit nog niet tot Uwe bemoeiing
zou behooren, ook aandacht te besteden aan de
persoonlijkheid van den operateur.
In onze moderne eeuw is men tot de conclusie
gekomen, dat persoonlijke kwaliteiten, in verbin
ding met vakkennis, den juisten man op de juiste
plaats brengen. Het vak van operateur is een
verantwoordelijke positie, waar in vele gevallen
zooal niet alles, dan toch zeer veel van afhangt.
Hij is de man, dien de theater-directie, zonder
eenige beperking, haar voorstelling moet kunnen
toevertrouwen. Hij is de man, die besturend het