3. Clearance te verleenen tusschen theaters, die
elkaar geen wezenlijke concurrentie aandoen.
4. Clearance te verleenen of op te dringen tegen
theaters in wezenlijke concurrentie met het
theater, dat de film huurt, die uitgaat boven
wat redelijkerwijs noodig is om den huurder
te beschermen; wanneer een clearance-bepa-
ling aangevallen wordt als zijnde niet wettig
volgens de bepalingen van dit Vonnis, zal
het de taak van den verhuurder zijn om de
wettigheid van de clearance-bepaling te
staven.
5. Verdere uitvoering te geven aan bestaande
franchises, waarin zij partij zijn, en in de
toekomst nieuwe franchises aan te gaan.
„Franchise", zooals hier gebruikt, betee-
kent filmovereenkomst of reeks van film-
overeenkomsten, aangegaan als een deel van
eenzelfde transactie en van kracht voor meer
dan één filmseizoen en betrekking hebbende
op de vertooning van films, die door één ver
huurder gedurende de geheele periode van
de overeenkomst worden uitgebracht*
6. Aan te gaan of uit te voeren formula deals
of master agreements waarbij zij partij zijn.
De term „formula deal", zooals hier ge
bruikt, beteekent een filmovereenkomst met
een combinatie van theaters, waarbij de film-
huur van een gegeven hoofdfilm voor de
theaters, waarop de overeenkomst betrek
king heeft, wordt afgemeten naar een be
paald percentage van de bruto opbrengst
van de hoofdfilm over het geheele land*
Een „master agreement", eveneens bekend
als „blanket deal", is een filmovereenkomst,
betrekking hebbende op de vertooning van
hoofdfilms in een aantal theaters, welke ge
woonlijk een combinatie vormen.
7. Voortaan verdere uitvoering te geven aan,
of af te sluiten contracten, waarin het recht
tot vertooning van de ééne hoofdfilm afhan
kelijk is gesteld van het door den huurder
afnemen van een of meer hoofdfilms*
Voor zoover een of meer van de hoofd
films niet in een bedrij f svoorstelling vertoond
zijn vóór het afsluiten van het huurcontract
voor meer dan één enkele film, moet den
huurder door den verhuurder het recht wor
den verleend 20 van die films te weige
ren, die niet vóór het afsluiten van het con
tract in een bedrij f svoorstelling zijn vertoond,
met dien verstande, dat het recht om te ver-
werpen moet worden uitgeoefend in de volg
orde waarin de films worden uitgebracht,
binnen 10 dagen, nadat den huurder de gele
genheid is geboden de films in oogenschouw
te nemen.
8. Filmcontracten aan te gaan met een theater,
niet het eigendom van den gedaagde, OP
EENIGE ANDERE WIJZE DAN DE
VOLGENDE:
a. Een vertooningscontract voor elke hoofd
film, die voor openbare vertooning wordt
uitgebracht in een rayon van onderling
concurreerende theaters, moet aangebo
den worden aan den exploitant van elk
theater in zulk een rayon, die de film
wenscht te vertoonen in een of andere
weekvertooning (anders dan waarin zulk
een film zal worden vertoond in het
theater van den filmverhuurder) uitgeko
zen door zulk een exploitant en op uni
forme condities*
b. Elk filmverhuurcontract moet uitsluitend
worden aangegaan op grond van de
waarden, die het contract op zichzelf
heeft, en zonder onderscheid te maken
ten gunste van filialen, oude klanten of
anderen.
c. Waar een bepaalde weekvertooning
wordt verlangd of aangeboden moet wor
den, tegen voorwaarden, welke gelijktij
dige vertooning uitsluiten in concurree
rende theaters, moet de verhuurder, ten
minste 30 dagen vóór den dag waarop
biedingen ontvangen zullen worden, ken
nis geven aan alle exploitanten in het
rayon van onderling concurreerende thea
ters onder aanbieding van de hoofdfilms
voor een of meer weekvertooning en en
moet hij in zulke aanbiedingen opgeven
het minimum vaste bedrag van de huur-
som voor zulk een verhuur voor een be
paald aantal vertooningsdagen, den tijd
waarop de vertooning zal aanvangen en
de beschikbaarheid en de clearance, die
voor elke weekvertooning zal worden
verleend. Binnen 15 dagen na ontvangst
dezer kennisgeving kan iedere exploitant
in dat rayon een bod doen en moet daar
in vermelden welke weekvertooning hij
wenscht en wat hij bereid is te betalen
voor zulk een film, welke vermelding mag
bevatten een vaste huursom of een per
centage van de bruto recette of beide of
elke andere vorm van filmhuur en ook
moet aangeven, welke clearance hij bereid
is te aanvaarden, het tijdstip en de dagen
waarop hij de film wenscht te vertoonen
en elke verder aanbieding, welke hem
goeddunkt.
De verhuurder mag alle aanbiedingen
voor elke zoodanige hoofdfilm van de
hand wijzen, maar ingeval hij er een
accepteert, moet hij de film verhuren voor
de vertooningsweek waarop geboden is,
door den hoogsten bieder, die een theater
heeft van afmeting, ligging en inrichting,