LEDENRAAD
Op 4 Februari j.1. is op het Bondsbureau een ver-
gadering gehouden van den Ledenraad, waarin
verschillende appèlzaken met betrekking tot het
vestigen of overnemen van nieuwe zaken en film
verhuurkantoren zijn behandeld.
In beroep is tevens bevestigd een beslissing van
het Hoofdbestuur, waarbij aan een der leden-film-
verhuurders de straf van waarschuwing was opge
legd.
Behandeld zijn de hooger beroepen, ingesteld
ex art. 13 van het Algemeen Bedrijfsreglement,
door:
de N.V. Gofilex te Leiden van de beslissingen
van het Hoofdbestuur, respectievelijk d.d. 12 en 14
October 1946, waarbij aan de firma Gebrs. Van
Waterschoot te Hontenisse toestemming is verleend
en aan de N.V. Gofilex toestemming is geweigerd
tot het gaan exploiteeren van een nieuwe perma
nente bioscoop in de gemeente Hontenisse.
Beschikkende op dit hooger beroep heeft de
Ledenraad besloten dit ongegrond te verklaren en
de beslissingen van het Hoofdbestuur te bevesti
gen, zulks onder bepaalde voorwaarden;
den Voorzitter van den Afdeelingsraad van de
beslissing van het Hoofdbestuur d.d. 20 November
1946, waarbij aan den heer W. van Rhijn te Lobith
naamste gedaagden bij de arrondissementsrecht
bank te Chicago aanhangig gemaakt, waarbij de
schadevorderingen ongeveer drie millioen beloopen
en ook uit Washington wordt een dergelijke recht
zaak gemeld. Men verwacht, dat nog meerdere
zullen volgen.
Naarmate de beslissende datum, 1 April, nadert
worden de publicaties in de Amerikaansche dag
bladen en periodieken over eventueele volgende
zetten" in dit juridische schaakspel veelvuldiger
en men kan hieruit de conclusie trekken, dat er
geen eensgezindheid bestaat over de ontwikkeling
dezer kwestie in de nabije toekomst. Men kan
slechts constateeren, dat een belangrijke
phase in de ontwikkeling van het Ame
rikaansche filmbedrijf ten einde is. Er zullen
evenwel nog vele bladzijden van zijn
annalen beschreven moeten worden, voor
dat de beslissing valt.
■s
„OVERLOON". het tooneel aan hardnek-
higen strijd, uil de film ..ONTLUISTERD
LAND" van H. \an der Horst
toestemming is verleend tot het gaan exploiteeren
van een nieuwe permanente bioscoop te Ulft (ge
meente Gendringen);
het Bestuur van de Afdeeling Het Centrum en
den Voorzitter van den Afdeelingsraad van de be
slissing van het Hoofdbestuur d.d. 12 Augustus
1946, waarbij aan den heer G. Diesfeldt te Bergen
(N.-H.) toestemming is verleend voor het gaan
exploiteeren van een nieuwe permanente bioscoop
te Bergen (N.-H.);
den heer G. Kesing te Amsterdam van de beslis
sing van het Hoofdbestuur d.d. 31 December 1946,
waarbij aan genoemden heer toestemming is gewei
gerd tot het gaan exploiteeren van een nieuwe per
manente bioscoop in de zaal van het R.K. Parochie
huis te Oosterbeek.
Beschikkende op deze drie hooger beroepen heeft
de Ledenraad besloten deze ongegrond te verklaren
en de beslissingen van het Hoofdbestuur te beves
tigen.
den Voorzitter van den Afdeelingsraad van de
beslissing van het Hoofdbestuur dd. 23 December
1946, waarbij aan den heer A. Linthout te Nieuw
Heivoet onder bepaalde voorwaarden toestemming
is verleend tot de vestiging van een nieuwe per
manente bioscoop te Oostvoorne.
Beschikkende op dit hooger beroep heeft de
Ledenraad besloten, de beslissing van het Hoofd
bestuur te vernietigen, weshalve de aan den heer
Linthout verleende toestemming is vervallen.
Artikel 15 der Statuten
Beschikkende op het door de N.V. Meteor Film
te Amsterdam ingesteld hooger beroep van de be
slissing van het Hoofdbestuur dd. 15 Juli 1946,
waarbij aan genoemde N.V. ingevolge artikel 15
der Statuten een zeer ernstige waarschuwing is
toegediend, heeft de Ledenraad van den Neder-
landschen Bioscoop-Bond op 4 Februari 1947 be
sloten de beslissing, waarvan beroep, te bevestigen,
zij het, dat de straf gewijzigd is in die van „waar
schuwing" conform artikel 15a der Statuten.