PRESIDENT DER M.P.E.A. BEZOEKT ONS LAND DE UNESCO EN HET NEDERLANDSCHE FILMBEDRIJF Bij het sluiten van het accoord van 28 Augus tus 1946 tusschen de Motion Picture Export As- sociation en den Nederlandschen Bioscoop-Bond, werd van Amerikaansche zijde te kennen gegeven, dat de President der M.P.E.A., de heer Eric Johnston, een ontmoeting met den Voorzitter van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, den heer M. P. M. Vermin, zeer op prijs zou stellen, welke wensch door laatstgenoemde werd gedeeld. Door allerlei omstandigheden kon aan dit oor spronkelijk voornemen geen gevolg worden gege ven. Er deed zich thans evenwel een goede gelegen heid voor in verband met de rondreis van den President der M.P.E.A. door het Europeesche continent. Nadat de heer Johnston het Festival voor Film en Schoone Kunsten te Brussel had bijgewoond, arriveerde hij Maandag 30 Juni in ons land. Nog denzelfden avond vond te zijner eere een diner plaats op de Amerikaansche ambassade te 's-Gra- venhage, waarbij het Hoofdbestuur was uitge- noodigd. Dinsdag 1 Juli 1.1. bracht de heer Johnston, die vergezeld was van den heer Gerald Mayer, medebestuurder van het „International Depart ment" van de M.P«E.A., een bezoek aan het Bondsbureau te Amsterdam, waar allereerst een bespreking plaats vond met den Voorzitter en den Bondsdirecteur. Vervolgens werden de bezoekers door het voltallige Hoofdbestuur van den Bond in ver gadering ontvangen, waarbij de Voorzitter een korte toespraak hield, welke door den heer John ston werd beantwoord. De United Nations Educational Scientific and Cultural Organisation (Unesco) heeft en onder zoek laten instellen naar het Nederlandsche film wezen, waarbij voorop stond het verzamelen van gegevens omtrent de oorlogsschade en de mede daardoor ontstane behoeften aan technisch mate riaal voor de filmfabrieken, laboratoria, de studio's en de bioscopen. Met het onderzoek was belast Madame A. Havet, die met groote deskundigheid en Fransche charme de noodige inlinchtingen heeft verzameld. Dienaangaande zijn (gedetailleerde gegevens verschaft door den Voorzitter en den Secretaris van de Technische Coram., de heeren R. Uges Jr. en H. W. Hagenberg, die in langdurige besprekin gen met Madame Havet en aan de hand van de beschikbare rapporten een overzicht hebben gege ven van al datgene waaraan het Nederlandsch film- en bioscoopbedrijf op technisch gebied be hoefte heeft. Madame Havet heeft verklaard, dat de Unesco haar invloed zal aanwenden om te bevorderen, dat de moeilijkheden, welke de levering van technisch materiaal in den weg staan, zooveel mogelijk wor den opgelost. De heer brie fohnslon (x). President der M.P.E.A. en de heer Qerald Mayer (xx), medebestuurder van liet «hüerna üonal Department», Ie midden van de leden van hel Hoofdbestuur in den tuin van hel Bondsbureau

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 8