r was eens 1 ppiaus 1 een exploitant, die een galavoorstelling organiseerde en daartoe een uitgelezen publiek uitnodigde. Toen het Bondsbureau voor het begin van de voorstelling bescheidenlijk informeerde of in het programma een plaats was ingeruimd aan een Nederlandse film, bleek dit onge lukkigerwijs niet het geval te zijn. De exploitant, die overigens gaarne zijn reglementaire verplichtingen nakwam, vreesde, dat de vertoning van een Nederlandse film het misnoegen zou kunnen opwekken van de bezoekers, die op deze speciale avond de zaal bevolkten Nochtans liet hij zich vermurwen en gaf, zij het met een bezwaard hart, opdracht een korte Nederlandse film in te zetten. Er gebeurde iets opmerkelijks. Bij het vertonen van de aanbevolen Nederlandse film ontstond er een beweging, zoals men soms bij het publiek in de bioscoop kan waarnemen, wanneer zijn belangstelling plotseling wordt gewekt. En de aandacht van dit publiek bleek zeer gespannen te zijn; op de vertoning volgde een hartelijk applaus. Een controle tijdens de pauze wees uit, dat de film stof tot opge wekte conversatie opleverde en nagenoeg allen hun waardering uitten. Toen het Bondsbureau zich na de voorstelling verstoutte aan deze grote exploitant te vragen: „Wat nu, kleine man?", luidde het prompte antwoord: ,,Tja, voor dit publiek gaat het misschien wel, maar mijn normale publiek slikt dit niet,Hij had zich echter in zijn première-publiek vergist en zijn vergissing in het „normale" publiek is niet minder groot. Applaus in tal van bioscopen is het antwoord op de vertoning van Nederlandse films. Applaus voor Nederlandse films! Dit is geen sprookje, maar geluk kige werkelijkheid c Cn ziet AddI

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 2