J
Nederlandse Filmstudio
r
'Tet Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft tot leden van
de Raad van Bekeer van de Stichting Nederlandse Filmstudio henoemd de heren H. S.
Boekman, Amsterdam. Joh. Miedema, Sneek, en W. K. G. van Royen, Amstelveen.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft tot leden van
deze Raad benoemd de heren Mr P. K. van Ginneken, Bergen op Zoom, en G. van der
Wiel, Hoofd van de Afdeling Film van de Regeringsvoorlichtingsdienst.
De Raad van Beheer heeft tot zijn Voorzitter gekozen de heer W. K. G. van
Royen en tot Directeur der Stichting benoemd de heer Mr. H. B. F. J. A. Peters, die
tevens op zal treden als Secretaris van dit College.
Het is ons een genoegen te kunnen mededelen, dat de inrichting van de studio
thans zover gevorderd is, dat de productie van hoofdfilms spoedig een aanvang zal kunnen
nemen.
De officiële opening zal op Woensdag 25 Augustus a.s. om 15.30 uur
namens zijne Excellentie de Minister van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen
worden verricht door Mr. H. J. Reinink, Secretaris-Generaal van dat Ministerie,
waarbij tal van autoriteiten zijn uitgenodigd.
De Raad van Beheer zou liet op hoge prijs stellen, indien alle leden van de
Bond met hun dames de openingsplechtigheid met hun tegenwoordigheid wilden vereren.
zigd, dat deze stichting mogelijk kon worden, is zij
thans geconstitueerd. Niemand minder dan oud-
minister Prof. Dr. G. van der Leeuw heeft zich
bereid verklaard het presidium op zich te nemen,
terwijl de Voorzitter van de Filmkeuring, de heer
Van Staveren, die wij zo node zien gaan, het vice-
voorzitterschap bekleedt. Verder bestaat de Raad
van Beheer voor de helft uit vertegenwoordigers
van ons bedrijf en voor de helft uit die van het
verenigingsleven. Over dit instituut bestaat gewild
of ongewild veel misverstand. Wat beogen wij er
mede?
Allereerst de levering van films aan niet-leden
mogelijk te blijven maken onder bepaalde voor
waarden. Onze zeer grote macht op het gebied
van de filmlevering en filmvoorziening schept voor
ons speciale verplichtingen tegenover het culturele
leven. Dit mag door de geslotenheid van ons bedrijf
en de frequentie van onze voorstellingen niet in
verlegenheid raken voor wat zijn speciale behoeften
betreft, noch door onze reglementen overgeleverd
worden aan beunhazen, noch een concurrerend
object worden voor onze leden doordat onder
nemingen buiten ons bedrijf gecamoufleerd door
bepaalde leden van de Bond van films worden
voorzien. Hier is voorkomen beter dan genezen.
De bemiddeling tussen ons bedrijf en het vereni
gingsleven geschiedt voortaan centraal, uitsluitend
voor films, die geen commerciële betekenis meer
hebben voor de exploitant en cultureel van karakter
zijn, alsook onder de conditie, dat redelijke prijzen
worden betaald en de voorstellingen beperkt blij
ven. Een aanwinst dus voor de verhuurders en een
bescherming voor de exploitant.
Een tegemoetkoming bovendien aan het bonafide
culturele verenigingsleven, dat deze geste, evenals
de Overheid, zeer op prijs stelt. Aankoop van films
geschiedt in beginsel niet door dit instituut, tenzij
het een aankoop betreft, die onze leden niet wensen
te doen. Er zullen zich natuurlijk moeilijkheden
voordoen, omdat alle begin moeilijk is, maar wij
vertrouwen, dat het Bestuur en de Directie, die in
Stickti
ing