VAN DE NEDERLANDSCHE BIOSCOOP-BOND
GESPROKEN
REDACTEUR: J. G. J. BOSMAN, AMSTERDAM
1
DE Nederlandsche Smalfilmunie, niet te
verwarren met de Smalfilmliga of de
Vakgroep van Groothandelaren in Foto
grafische Artikelen, welke eveneens smal
le films verhandelt, heeft zich tot de pers
gewend met een communiqué van de volgende
inhoud:
„De moeilijkheden over de vertoningsrechten van de inhul-
digingsfilm, opgenomen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam,
hebben een der redacteuren aanleiding gegeven zich te ver
staan met het Hoofdbestuur van de Nederlandse Smalfilm
Unie, gevestigd te Amsterdam. Het Hoofdbestuur van ge
noemde landelijke organisatie deelde daaromtrent het vol
gende mede:
De kwestie van de inhuldigingsfilm heeft een diepere ach
tergrond en zal in haar gevolgen misschien van groter om
vang zijn dan de meesten wel vermoeden.
De oprichters van de N.S.U., voor welker instituering
direct na de bevrijding de plannen werden gemaakt in ver
band met de enorme ontwikkeling en mogelijkheden van het
16 mm. formaat, hebben van de aanvang af getracht een
vorm van samenwerking met de Nederlandsche Bioscoop-
Bond te vinden. De structuur van de N.S.U., waarin zich
behalve commercieel geïnteresseerde leden, een zeer grote
groep van culturele instellingen uit alle gezindten en lagen
van het volk hebben verenigd, brengt met zich mede, dat
een vorm van samenwerking met de N.B.B, zeer wel mogelijk
is; de leden van de N.B.B, immers verzorgen hoofdzakelijk
bioscoop- dus openbare, die van de N.S.U. besloten voor-
stellingen. De N.B.B, heeft echter nimmer van enige samen
werking willen weten, ook niet toen daarop van de zijde
van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen werd aangedrongen. Hij ging zelfs zo ver, door waar
enigszins mogelijk - - de 16 mm. rechten van films te doen
blokkeren en het gelijktijdig bedanken voor het lidmaat
schap van de N.S.U. door een 7-tal leden van de N.B.B.,
die zich ook bij de N.S.U. hadden aangesloten, wettigt het
vermoeden, dat dit onder pressie van de N.B.B. geschiedde.
De N.B.B, is thans nog verder gegaan. Hoewel hij zich
vóór de oorlog slechts voor de commerciële bioscoopprobic-
men interesseerde, geeft hij thans, nu de tijden veranderd
zijn ook voor competent te zijn ten aanzien van culturele
problemen. Daartoe werd o.m. om nu tot het eigen terrein
beperkt te blijven mede onder zijn auspiciën het Neder
landse Filminstituut opgericht enige maanden geleden, dat
zich op een belangrijk deel van het arbeidsterrein van de
N.S.U. is gaan bewegen. Deze instelling kan belangeloos
de 16 mm. vertoningsrechten van films, die leden van de
N.B.B, bezitten, exploiteren ten behoeve van verenigingen en
instellingen, als ook en juist in de N.S.U. zijn georganiseerd.
Maar dat dit Nederlands Filminstituut met het sop van de
N.B.B, is overgoten, blijkt wel duidelijk uit het feit, dat
de monopolie-gedachte van laatstgenoemde organisatie daar
in volkomen is doorgevoerd; zo luidt b.v. een der bepalingen
van de leveringsvoorwaarden van genoemd instituut, dat de
huurder zich verbindt op straffe van een boete van 500.
voor iedere overtreding, om gedurende een jaar na onder-
OFFICI EEL ORGAAN
van ACHTERGRONDEN