CCILM
DE X I HOLLAND FESTIVAL
I De Bondsdirecteur afwezig
OP HET
Nu het Holland Festival weer tot het verleden
behoort en de balans kan worden opgemaakt over
het bescheiden aandeel, dat de film daaraan heeft
gehad, mogen wij over dit resultaat niet ontevreden
zijn. De mening van de Maasbode, die schreef:
„Het is slechts een zeer bescheiden plaats, welke
op het Holland Festival aan de filmkunst is inge
ruimd. Het tekort aan kwantiteit wordt echter ruim
schoots vergoed door de kwaliteit van de films,
welke worden vertoond," zouden wij tot de onze
kunnen maken.
Tal van uitlatingen in deze geest door recensen
ten bij de inleiding van hun beschouwingen gedaan
als „een verantwoorde keuze", ,,de moeite waard",
„een zeer hoog peil", „op waardige wijze", „een
waardige hulde aan de Nederlandse filmkunst"
enz. bewijzen dat boven geciteerd dagblad de
mening van het overgrote deel van de Nederlandse
Pers vertolkte.
De Werkcommissie Film kan dus tevreden zijn
over de keuze van het programma. Wij zijn er ech
ter van overtuigd, dat slechts weinigen zullen be
seffen hoeveel hoofdbrekens het haar heeft gekost
deze keuze te doen, enerzijds in verband met de
vele filmfestivals die dit jaar o.m. te Knocke,
Locarno, Cannes en Venetië plaats vinden en
anderzijds, daar de Commissie bij haar keuze zo
veel mogelijk wilde vasthouden aan het karakter
van het Holland Festival, dat op de eerste plaats
een manifestatie wil zijn van Europeese kunst. In
deze opzet is de Commissie zeer zeker geslaagd, al
dient hier uitdrukkelijk te worden vermeld, dat zij
ook aan alle vertegenwoordigers van niet-Euro-
pese producenten uitnodigingen heeft gericht, wel
ke echter tengevolge van de korte tijd van voor
bereiding niet tijdig konden worden beantwoord.
Het tweede première-programma (het eerste pu
bliceerden wij in Nr. 155 van dit Orgaan), dat op
Zaterdag 9 Juli in het Kurhaus Theater te Scheve-
ningen en op Dinsdag 12 Juli in het Theater
Tuschinski te Amsterdam werd vertoond, oogstte
mogelijk nog meer succes dan het eerste. Het be
vatte de door het Ministerie van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen bekroonde korte film
„Parlevinkers" van Ytzen Brusse, de film „LO-
LKP", waarin Max de Haas op sobere wijze het
werk van de Landelijke Organisatie voor Hulp
aan Onderduikers en Landelijke Knokploegen
schildert, alsmede de film „Fietsendieven" van
de Italiaan Vittorio de Sica, die enkele dagen te
voren op het filmfestival te Knocke de eerste
prijs had verworven.
Bij haar keuzebepaling heeft de Werkcommissie
welbewust ook aan de Nederlandse filmmakers de
kans willen geven aan de landgenoten te laten zien,
dat ook in ons land de filmkunst tot bloei kan ge
raken. Zij heeft er zich terdege rekenschap van ge
geven dat de manifestaties van de Nederlandse
filmmakers internationaal bezien niet gelijk
waardig zouden zijn aan de uitzonderlijke buiten
landse films, die in de filmprogramma's van het
Holland Festival werden vertoond. Men kan dit
ook redelijkerwijze niet verwachten van een land
met een zo kleine en onregelmatige filmproductie
als het onze. De Commissie achtte evenwel haar
keuze verantwoord en oordeelde, evenals het Alge
meen Handelsblad: „Wij behoeven ons in genen
dele te schamen voor hetgeen nu tot stand is ge
komen."
Het publiek heeft bij de vertoning van de Neder
landse films op ondubbelzinnige wijze van zijn
waardering blijk gegeven. Een feit, dat de Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die
aan het welslagen van deze Nederlandse manifes
tatie op zo welwillende wijze zijn medewerking
verleende, ongetwijfeld tot voldoening zal stemmen.
Voor de Nederlandse filmmakers zal het besef, dat
de cosmopolitisch ingestelde Nederlandse filmlief
hebber een Nederlandse film weet te appreciëren,
ongetwijfeld een aansporing zijn. De Commissie op
haar beurt zou zich gelukkig prijzen, indien deze
bescheiden entree van de Nederlandse filmkunst
er toe zou leiden, dat het voorbeeld van de Minis
ter van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
die getoond heeft dat de Nederlandse film hem ter
harte gaat, bij zijn hoge Collega's navolging zou
vinden.
De Bondsdirecteor, de Heer J. G. J.
1 Bosman, vertoeft met vacantie in net
1 huitenland en zal derhalve tot 29 Augns
tas as. afwezig zijn.
MUIIIIIIHIIIIIIlllllllIHIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIinillllMIIIMIHIIIUilIlllll|
iiiiiimimniiiiiiiuuiiiiiimmiiuiHiiiiiiiiiuiiimiiiimiuiitiiiimiiiimiiJiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiimiiiiniiiiiiiiiiniin;