Van de "Boekenplank 11 BIJ de Uitgeverij De Koepel te Nijmegen is onlangs verschenen „Film in opspraak" van B. Bertina, die blijkbaar het ogen blik gekomen achtte om een bepaald publiek nog eens toe te spreken ter zake van het filmverschijnsel. Het moment lijkt mij juist gekozen en daarmede kan ik dan ook het verschijnen van ,,Film in opspraak" toejuichen, ook al zou ik de totale inhoud van het boek niet overal met geestdrift kunnen aanvaarden. Op bevattelijke en toch on derhoudende wijze kapittelt de auteur zijn lezers, die hij met Jansen aanspreekt en die hij recruteert uit dat vrij grote publiek, dat wel eens iets meer zou willen vernemen over dat wonderlijke feno meen, dat film heet. Hij zet dan uiteen hoe de film in de loop der jaren is geëvolueerd tot een uitingsvorm, die de kunstenaar ten dienste staat om aan zijn gevoe lens en gedachten vorm te geven, of dit dan ge schiedt in bezonken drama's dan wel in de luchtige inventies, die men amusementsfilms pleegt te noemen. Een en ander wordt verduidelijkt door voorbeelden uit tal van films, zodat en passant ook een summiere filmhistorie ontstaat, waar de lezer stof tot nadere studie vinden kan. Ook de aesthetiek van de film komt aan de orde, doch niet als afzonderlijk vertoog. De auteur heeft er de voorkeur aan gegeven nu en dan een opmerking of een mijmering te formuleren, die de filosofie van de film raakt. En voor het overige vult hij zijn betoog aan met een reeks filmbespre kingen, die weliswaar hun verdiensten hebben, doch niet bepaald organisch met het boek verbon den zijn. Men ziet ze min of meer als aanhangsels, die geenszins overbodig, doch evenmin noodzake lijk zijn. Nu en dan betrapt men de schrijver op onjuist heid en onvolledigheid, gevolg van het feit, dat hij een aantal films niet uit eigen aanschouwing kent. Met name wat de oude films betreft, die op de grens van stomme en geluidsfilms zijn ontstaan, vergist de schrijver zich ettelijke malen door stomme films te bespreken, die hij voor geluids films houdt. Ook trekt hij de constructie van zijn boek een beetje scheef door bepaalde filmprodu- cerende landen oppervlakkig te behandelen en plotseling over te gaan tot een gedetailleerde be handeling van één bepaald land. Dit gemis aan harmonie moet, dunkt mij, het gevolg zijn van het feit, dat hij toevallig over dat ene land meer en betere bronnen tot zijn beschikking heeft gehad dan over andere landen, hetgeen dan weer zeg gen wil, dat hij water heeft gepompt uit een bron, die niet de zijne was. Erg is dat natuurlijk niet, maar het ware hem mogelijk geweest ervaringen van anderen tot zijn eigen bezit te maken. Nu en dan proeft men in Bertina's boek, dat hij zulks verzuimd heeft. Doch al met al blijft er in ,,Film in opspraak" vooral in de eerste helft van het boek, voldoende betrouwbare lectuur over om de liefhebber, die „er eens wat meer van weten wil" in de gelegen heid te stellen, aan zijn trekken te komen. A. VAN DOMBURG. Van de hand van Leo A. Handel, hoofd van het Notion Picture Research Bureau, is versche nen „Hollywood Looks at lts Audience" (Uni- versity of Illinois Press, prijs 3,50). Dit uitste kende, wel gedocumenteerde boek is voor be drij fsmensen zowel als voor studenten en critici een bron van wetenswaardigheden over het bio scoopbezoekend publiek. Het is een wetenschap pelijk verantwoorde studie van de problemen en de techniek van het onderzoek naar de film en haar bezoekers. De inleiding is van Prof. P. F. Lazarsfeld, hoogleraar in de sociologie aan de universiteit van Columbia. Bij University of Illinois Press zijn eveneens in druk verschenen een aantal referaten, welke door Wilbur Schramm, directeur van het Institute of Communications Research van genoemde uni versiteit, werden gebundeld onder de titel „Mass Communications"- Dr. Schramm heeft in dit lijvige boekwerk een uitgebreid studiemateriaal verzameld betreffende pers, radio en film. Men vindt er vele gedachtenwisselingen in weergege ven aangaande de sociale aspecten van de film en haar problemen, waarbij het aan feitenmateriaal niet ontbreekt. Uit Italië wordt ons de uitgave gemeld van een nieuw tijdschrift op filmgebied getiteld „Film- critica" (Rome, Viale Aurelio Saffi 20). Bij de Associazione dei Technici del Cinema (A.T.I.C.-Cinespettacolo) te Rome is verschenen een „Dictionnaire van de Technische Cinemato grafie" (Dizionario della Technica Cinematogra- fica) van de hand van Ing. Paolo Uccello. Dit werk omvat 350 pagina's en 300 illustraties. Het is voorzien van een drietalige tekst, namelijk Frans, Engels en Duits. De Unitalia Film (Via Sistina 91, Rome) maakt bekend dat zij bereid is, aan diegenen die dit wensen, inlichtingen betreffende Italiaanse films, biografieën van regisseurs, alsmede foto materiaal op dit gebied te verstrekken.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 12