mede de film in aanraking komt bij voor keur na iedere acte te controleren en zo nodig schoon te maken. (Hiervoor mogen nooit metalen voorwerpen worden gebruikt; een zachte tandenborstel kan zeer goede diensten bewijzen.) 2. Dit materiaal dient bij voorkeur te worden gedraaid met zogenaamde fluweel- of vilt- sleetjes. 3. Er dient bij voorkeur gebruik te worden ge maakt van houten of celeron koeven. 4. Speciale aandacht moet worden geschon ken aan een juiste instelling van de scheen- druk. 5. Voor het lassen van zgn. onbrandbaar ma teriaal is speciale filmlijm nodig en wegens de lange droogtijd van deze lijm (ca 30 seconden) is het noodzakelijk dat gebruik wordt gemaakt van een plakpers. Het is practisch uitgesloten een deugdelijke las op de hand te maken. Het verdient aanbeveling de film aan beide zijden af te schrappen omdat de as dan veel beter houdt. Het behoeft geen nader betoog dat het afschrap pen met de nodige zorg moet gebeuren. Controleer de lassen regelmatig en maak ze niet al te smal. Wij rekenen er op, dat de gezamenlijke leden er op zullen toezien dat hun cabinepersoneel steeds de grootst mogelijke zorg besteed aan het film materiaal dat hun wordt toevertrouwd, aange zien kleine onachtzaamheden tot zeer ernstige beschadigingen kunnen leiden, hetgeen onder de huidige omstandigheden, nu de materiaalprijzen steeds hoger worden, practisch altijd een belang rijke schadepost betekent. Benoeming nieuwe technische inspecteur Zoals de leden reeds per circulaire is medege deeld heeft het Hoofdbestuur met ingang van 1 Februari 1951 de heer E. F. Henny aangesteld als technisch inspecteur van de Bond. Ter bevordering van een goede gang van zaken stelt het Hoofdbestuur er prijs op dat de leden de heer Henny steeds toegang tot hun bioscoop en cabine verschaffen en hem voorts alle ge wenste inlichtingen omtrent de technische outillage en overige inrichting verstrekken. Er wordt te dezer zake op de medewerking van de gezamenlijke leden gerekend. FILM EN JEUGD Het Instituut Film en Jeugd verzoekt ons om opname van het volgende: Het Tweede Congres van het Instituut Film en Jeugd, in October jl. te 's-Hertogenbosch gehou den, heeft geleid tot enige wrijving met een der importeurs van kinderfilms hier te lande. De aan leiding hiertoe vormden de (onvolledige) persver slagen over dit congres, die het Nederlandse publiek een onjuiste voorstelling gaven van de werkzaamheden van het georganiseerde filmbedrijf op het gebied van de jeugdfilm. In zijn tijdschrift maakte de betreffende impor teur daarover een opmerking, waaruit kon worden geconcludeerd, dat de grondoorzaak van deze publicaties in het meergenoemde congres was ge legen. Het Instituut heeft daarop gereageerd met een schrijven aan de theaterdirecties, waarin het zich verweerde tegen deze beoordeling. Deze reactie heeft geleid tot een samenspre- king, waaruit bleek, dat aan beide zijden een zelfde bereidheid bestond, van elkanders stand punten nader kennis te nemen waardoor een her haling van het voorgaande kan worden voorkomen. Het Instituut Film en Jeugd, dat in zijn streven niet los van en zeker niet tegenover het filmbedrijf wil staan, stelt er prijs op de lezers van dit orgaan kennis te geven van dit overleg, dat het conflict heeft opgehelderd. Het stelt er prijs op om in dit blad met instemming van de betreffende im porteur voor deze publicatie een plaats te vinden. WIJZE VAN FILMVERZENDING De laatste tijd wordt er over geklaagd, dat pak ken films en reclamemateriaal, die bioscopen aan filmverhuurkantoren of aan hun kluisinrichtingen retourneren, soms verzonden worden op een wijze, die niet in overeenstemming is met artikel 23 der Bondsvoorwaarden. Het is reeds verschillende malen voorgekomen, dat filmverhuurkantoren en hun afnemers schade leden veroorzaakt door te late aankomst van een pak films of reclamema teriaal, dat geretourneerd werd met een bode- dienst of als vrachtgoed per spoor. Daarom brengen wij de leden in herinnering, dat ingevolge artikel 23 der Bondsvoorwaarden de verzending van alle films en reclamemateriaal steeds moet geschieden per spoor als expresgoed en dat geldt zowel voor doorzendingen als terug zendingen. Degeen, die dit voorschrift niet in acht neemt, is aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade. SOMMATIES FILMHUURSCHULD- COMMISSIE Op grond van het bepaalde in artikel 13 van de Bondsvoorwaarden heeft het Hoofdbestuur in zijn vergadering van 30 Januari 1951 besloten het aantal rode kaarten dat in 1951 zonder kosten per lid-exploitant kan worden verzonden te be palen op vijf. 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 14