gehakt door in artikel 29 te bepalen, dat haar toepasselijkheid niet bij overeenkomst kan worden uitgesloten of beperkt. Dit betekent dus dat de overeenkomst die de Nederlandsche Bioscoop- Bond met zijn leden is aangegaan, gelijk be lichaamd in artikel 11 van het Gewijzigd Alge meen Bedrij f sreglement voortaan van rechtswege nietig is. Want de Huurwet bevat dwingend recht waar niet bij overeenkomst van kan worden afgeweken. En een uit artikel 11 voortgekomen arbitrage heeft dus voortaan geen enkele rechts kracht. Dit is thans geen twijfelpunt meer. Maar, zo zal men zeggen: alles blijft tóch bij het oude. De leden van de Bond beraden zich momenteel op een neuw concept-Gewijzigd Al gemeen Bedrij f sreglement, waarin de lidmaat- schapsvereisten der adspirantleden eerder ver zwaard zijn dan minder geworden. De Commissie Nieuwe Zaken en de Commissie Beroep Nieuwe Zaken zullen wel gehandhaafd worden, terwijl de verhuurder, ook al heeft hij een door de Kanton rechter gewezen ontruimingsvonnis in zijn zak, tegen de Bondsbelangen in zoals de Bond deze beoordeelt, toch niet het theater van zijn gewezen huurder weet binnen te dringen. Bovendien vond artikel 11 weinig toepassing. Waarom dus de arbitrage niet rustig laten voortbestaan? Natuurlijk kan men tegen de Huurwet in blij ven arbitreren. Natuurlijk kan ook gelijk voor heen de verhuurder als niet-lid zich aan deze arbitrage onderwerpen. En wanneer het geschil dan in der minne is opgelost, gebeurt er verder niets. Maar de verhuurder kan zich op een van die onberekenbare ogenblikken v/elke de mens eigen zijn, bedenken. En plotseling vraagt hij zich peinzend af: Al heb ik in een nieuwe huur overeenkomst toegestemd, is deze wel rechtsgeldig tot stand gekomen, want waren de arbiters aan wier uitspraak ik mij heb gestoord tot het nemen van een beslissing bevoegd? En de verhuurder begeeft zich alsnog naar de Kantonrechter die verontwaardigd is. dat men hem heeft gepasseerd. En al oordeelt de Kantonrechter objectief, hij onderneemt geenszins een pijnlijke" gang naar het Bondsbureau en geeft een eigen interpretatie van de economische belangen en maatschappelijke behoeften van partijen. Zo weet de Kantonrechter tevoren, dat, wanneer hij de ontruimingsvorderinq toewijst, niemand het bioscooptheater zal exploi teren. Toch wijst hij de vordering toe. En het theater staat dus leeg. Maar, zo vraag ik mij af, welk bedrijfsbelang is daarmede gediend? Ik ben dan ook van mening dat het een punt van ernstige overweging behoort te zijn of deze arbitrage in het Gewijzigd Algemeen Bedrijfs- reglement zal kunnen worden gehandhaafd. Al zal de processuele gang van zaken dientengevolge veel ingewikkelder en minder practisch worden, de Kantonrechter zal eerder geneigd zijn om met het oordeel van de Bond bij een ontruimingsvor dering rekening te houden, indien men zich ter stond tot hem heeft gewend, dan indien men hem, hetgeen de Huurwet verbiedt, eerst heeft uitge schakeld. De Huurwet is er nu eenmaal en het is niet anders. Schiedam. Mr. R. F. BORDEWIJK. COMMISSIES NIEUWE ZAKEN Het Hoofdbestuur heeft de heren D. J. van Leen, J. L. Paerl, C. S. Roem, B. W. G. van Royen en C. M. Westland herbenoemd en de heren L. L. Lioni, J. E. F. de Nijs en H. J. de Vries benoemd tot leden van de Commissie Beroep Nieuwe Za ken, terwijl de heren G. M. Th. Gielisse, L. W. R. Meyer, M. J. W. Peters en B. J. Schimmel wer den benoemd tot plaatsvervangende leden. De heren C. J. Blad, A. Cahn en L. Groen heeft het Hoofdbestuur herbenoemd en de heer G. J. Milius benoemd tot leden van de Commissie Nieuwe Zaken; tot plaatsvervangende leden wer den benoemd de heren E. Alter en van Bentum. Overeenkomstig de artikelen 14 en 17 van het Gewijzigd Algemeen Bedrij f sreglement hebben de leden van de Commissie Beroep Nieuwe Zaken en van de Commissie Nieuwe Zaken in hun op Maandag 12 Maart j.1. gehouden vergadering Mr. J. Milius herbenoemd tot Voorzitter en Mr. B. Bouman tot plaatsvervangend Voorzitter van de Commissie Beroep Nieuwe Zaken, alsmede Mr. G M. Greup tot Voorzitter en Mr. J. Rein- ders tot plaatsvervangend Voorzitter van de Com missie Nieuwe Zaken. TOELATING DONATEURSCHAP Tot het donateurschap van de Nederlandsche Bioscoop-Bond zijn toegelaten: de NV. Technisch Bureau Zonneveld, exploi terende het Cinétechnisch Bureau Soundfleet, Be- zuidenhout 43 te 's-Gravenhage, waarvan direc teur is de heer F. J. M. Bartels; de CV. Boonco, Alexanderstraat 12 te 's-Gra venhage, beherend vennoot de heer V. N. Boon; de NV. Siermetaal i.o. v/h Hooft 6 v. d. Kolk, Nwe. Herengracht 157 te Amsterdam, waarvan directeuren zijn de heren P. v. d. Kolk en D. P. H. Wentzel Jr.; de NV. Kino-Foto Würffel Nederland i.o., Rokin 97 te Amsterdam, directeur de heer P. S. E. Galjé.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 7