35
missie heeft gebracht en dat de ingestelde vordering mede
op grond van de door eiser ingezonden bescheiden aan de
Commissie niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt;
dat derhalve eisers vordering behoort te worden toegewezen
en gedaagde moet worden veroordeeld tot betaling van hef
gevorderde bedrag ad alsmede tot betaling van de
geschilkosten, die bepaald zijn op 50.
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR
BILLIJKHEID:
VEROORDEELT gedaagde om tegen behoorlijk bewijs
van kwijting aan eiser te betalen het gevorderd bedrag ad
falsmede in de geschilkosten ad ƒ50.
Aldus gewezen te Amsterdam op 19 Februari 1951.
o
In zake:
A. N.V. FILMFABRIEK PROFILTI, gevestigd te
's-Gravenhage en kantoorhoudende aldaar aan de Boslaan 3,
eiseres verder te noemen eiseres-Profilti, contra
N.V. HAGHE FILM, gevestigd te 's-Gravenhage en kan
toorhoudende aldaar aan de Waldorpstraat 8, gedaagde,
en:
B. N.V. IDEAAL FILM LABORATORIUM, N.V. PE-
TERSON en N.V. FILMFABRIEK PROFILTI, alle ge
vestigd te 's-Gravenhage, N.V. MULTIFILM en N.V.
FILMFABRIEK POLYGOON, beide gevestigd te Haarlem
en FIRMA TRIO FILM, gevestigd te Amsterdam, alle do
micilie gekozen hebbende ten kantore van Mr. J. Martin
Muller aan de Jan Luykenstraat 17 te Amsterdam, eiseressen,
contra
N.V. HAGHE FILM, gevestigd te 's-Gravenhage en
kantoorhoudende aldaar aan de Waldorpstraat 8, gedaagde.
De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het
Arbitrage-Reglement van die Bond benoemd en aangewezen
als arbitrage-college voor de beslechting onder meer van
geschillen tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat eiseres-Profilti bij request d.d. 10 Maart 1951 een
geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk
request een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat be
schouwd wordt als hier te zijn ingelast;
dat eiseressen bij request d.d. 15 Maart 1951 een geschil
contra gedaagde hebben aanhangig gemaakt, van welk re
quest een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat be
schouwd wordt als hier te zijn ingelast;
dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar
zitting, gehouden op Woensdag, 21 Maart 1951 op het
Bondsbureau te Amsterdam;
dat aldaar verschenen zijn de heren O S. Roem en Mr.
D. Schuur, respectievelijk directeur en raadsman van eiseres-
Profilti, E. J. Verschueren, directeur van eiseres-Multifilm,
M. Cornelissen, firmant van eiseres Trio-film, Mr. J. Martin
Muller, raadsman van eiseressen, W. Mullens Jr. en Mr.
R. H. Dijkstra, respectievelijk bedrijfsleider en raadsman van
gedaagde;
dat de Voorzitter der Commissie partijen ervan in kennis
heeft gesteld, dat de Commissie besloten heeft de beide ge
schillen te voegen, daar zij ten nauwste met elkaar verband
houden;
dat Mr. R. H. Dijkstra namens gedaagde in hoofdzaak heeft
verklaard: dat gedaagde oorspronkelijk het Eagle-Lion-
journaal heeft verzorgd tot eind 1948; dat in 1949 ook de na-
synchronisatie van dit journaal in Nederland moest geschie
den en dat de N.V. Eagle Lion Filmmaatschappij daarom de
technische verzorging van haar journaal heeft opgedragen
aan eiseres-Profilti, aangezien deze wel en gedaagde niet
was ingericht voor het nasynchronisatiewerk; dat gedaagde
daarna een eigen geluidsfilmstudio heeft ingericht en dat zij
met behulp daarvan haar vroegere cliënt, Eagle Lion heeft
teruggewonnen; dat eiseres-Profilti aan Eagle Lion heeft doen
weten, dat de door gedaagde geoffreerde prijs in strijd was
met de overeenkomst, die de filmfabrikanten met elkaar zijn
aangegaan; dat eiseressen de klacht, die eiseres-Profilti tegen
gedaagde heeft geuit, op 24 Januari 1951 hebben bespro
ken en als haar mening kenbaar hebben gemaakt, dat de prijs,
waarvoor gedaagde het journaal verzorgde, niet in overeen
stemming was met het onderling contract, zodat gedaagde
in overtreding was en de overeengekomen boete verschul
digd was; dat gedaagde aan eiseressen heeft medegedeeld,
dat zij niet zoals was aangenomen, doch
per week voor de nasynchronisatie van het journaal bere
kende en dat de door gedaagde berekende copieprijs ge
baseerd was op de vastgestelde bewerkingsprijs van
cent per meter verhoogd met de prijs van het filmmateriaal;
dat gedaagde zoveel mogelijk tweede-keus-materiaal voor
het maken der copieën gebruikte, waarvan de prijs 10
lager ligt dan die van het eerste-keus-materiaal; dat eiseres
sen het standpunt innamen, dat gedaagde contractueel ver
plicht was de prijs van het eerste-keus-materiaal te bereke
nen; dat gedaagde dat onjuist vond, omdat in de facturen
zowel van gedaagde als van eiseres-Profilti de kosten van
bewerking en die van het materiaal afzonderlijk worden ver
meld, zodat gedaagde binnen de perken van het onderling
contract blijft, als zij de onderling overeengekomen bewer
kingsprijs van cent per meter en de werkelijke prijs
van het materiaal aan haar cliënt in rekening brengt; dat
eiseressen ook de prijs voor het nasynchronisatiewerk van
per week niet redelijk vonden, maar het antwoord
schuldig bleven op gedaagdes vraag, welke prijs dan wel
redelijk zou zijn; dat partijen de zaak nog eens gezamenlijk
op 5 Februari hebben besproken, waarbij gedaagde een
nadere calculatie van haar voor het journaaiwerk berekende
prijzen heeft gegeven, maar dat eiseressen ook daaraan haar
goedkeuring onthielden; dat eiseressen een voorwaardelijke
beslissing hebben genomen; volgens welke de verschuldigdheid
van de boete van 5.000.zou vervallen, indien gedaagde
haar journaalcontract op voor eiseressen aannemelijke wijze
zou herzien en een regeling zou treffen met eiseres-Profilti;
dat Eagle Lion Filmmaatschappij ter zake inlichtingen aan
eiseres-Multifilm heeft gevraagd, ten einde vast te stellen,
welke prijzen naar de mening van eiseressen aanvaardbaar
zouden zijn, doch onvoldoende uitsluitsel heeft ontvangen;
dat inmiddels de prijzen van het onbelichte filmmateriaal met
35 werden verhoogd en dat eiseressen en gedaagde ge
zamenlijk besloten hebben deze prijsverhoging volledig aan
hun afnemers door te berekenen; dat gedaagde bij die gele
genheid bepleit heeft, dat het thans toch geboden was om
bij de levering van tweede-keus-materiaal ook de werkelijke
prijs daarvan aan de afnemers in rekening te brengen, maar
dat eiseressen vasthielden aan het oorspronkelijk standpunt,
dat de prijs van het eerste-keus-materiaal berekend behoorde
te worden, ook als tweede-keus-materiaal zou worden ge
leverd; dat Eagle Lion, hierover ontstemd, tot generlei me
dewerking aan een verandering van het contract met ge
daagde meer bereid was; dat gedaagde enerzijds willende
vermijden een boete van 5.000.per week te betalen,
anderzijds een schadeactie van de zijde van Eagle Lion bij
stopzetting van het journaaiwerk willende voorkomen, op
24 Februari aan Eagle Lion heeft medegedeeld, dat zij het
werk slechts kon voortzetten tegen betaling van per
week voor de bewerkingskosten en cent per meter voor
het copiëren; dat Eagle Lion onder reserve van alle rechten
voorlopig en tot wederopzeggens toe dit aanbod heeft aan
vaard, waarvan gedaagde aan eiseressen kennis heeft ge
geven; dat eiseressen in een op 7 Maart gehouden verga
dering tot de conclusie zijn gekomen, dat gedaagde nog steeds
in overtreding was van het onderling contract, dat aan de
gestelde condities van de eerste beslissing dus niet was
voldaan en dat gedaagde dus in de eerste plaats de voor
geschreven boete van 5.000.aan de Stichting Bio-Va-
cantieoord zou moeten voldoen en verder voor de twee