NIEUWS UIT HET BUITENLAND
Groot Brittannië
ALLEN wie de Nederlandse filmproductie
ter harte gaat zullen met grote voldoe
ning vernomen hebben dat Nederland
tijdens het Internationale Filmfestival,
dat van 23 April tot 10 Mei te Cannes
werd gehouden, zulk een go:ed figuur heeft ge
maakt met zijn bescheiden, maar belangrijke in
zending. Deze bestond uit de korte films ,,'t Schot
is te boord" van H. van der Horst, „Maskerage"
van M. de Haas, ,,Panta rhei" van B. Haanstra
en .Hij, zij en een wereldhaven" van Ytzen
Brusse,
Voor de tweede opeenvolgende keer werd aan
een Nederlandse filmmaker de Grote Prijs van
het Internationale Festival voor de beste korte
film toegekend. In 1951 was het B. Haanstra, aan
wie deze eer te beurt viel voor de film Spiegel
van Holland". Dit jaar werd H. van der Horst
op deze wijze onderscheiden voor zijn film
,,'t Schot is te boord".
Maar ook de vertoning van het werk van de
overige filmmakers, die een bijdrage aan deze
inzending hebben geleverd, heeft succes geboekt.
..Maskerage" wist het verwende festivalpubliek te
verrassen en te boeien. Haanstra's ..Panta rhei"
bekoorde door zijn zuiver rhythme en Brusse's film
over de Rotterdamse haven werd door de Franse
vakpers geroemd om het vakmanschap waarmede
zij gemaakt is.
De uitzonderlijke kwaliteiten van de Neder
landse inzending bezorgde haar een eervolle ver
melding van de jury, die daarbij haar waardering
uitsprak over het werk dat door de Nederlandse
filmmakers op het terrein van de documentaire
film wordt verricht
Tijdens het festival te Cannes vonden twee
bijeenkomsten plaats, welke voor het wereldfilm
bedrijf van grote betekenis waren, namelijk de
algemene vergadering van de Internationale Fede
ratie van Verenigingen van Filmproducenten en
het congres van de Europese Unie van Bioscoop
exploitanten. Een delegatie van het Hoofdbestuur
bestaande uit de heren M. P. M. Vermin, Voor
zitter, C. S. Roem, lid van het Dagelijks Bestuur
en de Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bosman, ver
tegenwoordigde de Nederlandsche Bioscoop-Bond
op deze bijeenkomsten.
Het congres van de Europese Unie van Bio
scoopexploitanten (Union Européenne de 1'Ex-
ploitation Cinématographique) behandelde onder
scheidene belangrijke vraagstukken van interna
tionale betekenis, ondermeer het vraagstuk van de
vermakelijkheidsbelasting, film- en bioscoopwet-
gevingen en muziekauteursrecht.
De Internationale Federatie van Verenigingen
van Filmproducenten (Fédération Internationale
des Associations de Producteurs de Films) behan
delde verschillende juridische problemen met be
trekking tot het auteursrecht, festivals 1953, cen
suur en productiecode, fiscale vraagstukken, inter
nationale uitwisseling van films, een ontwerp voor
een internationaal filmregister enz.
Onderscheidingen voor het filmbedrijf
Ter gelegenheid van de eerste verjaardag, die
Koningin Elizabeth van Engeland als staatshoofd
heeft gevierd, zijn een aantal verdienstelijke Brit
ten onderscheiden, waaronder wederom onder
scheidene persoonlijkheden uit het filmbedrijf.
Sir Alfred Duf f Cooper, van 1944 tot 1947
Brits ambassadeur te Parijs en daarna buitenlands
vertegenwoordiger van de British Film Producers
Association en sedert 1950 vice-president van de
Internationale Federatie van Verenigingen van
Filmproducenten, ontving de titel van b u r g-
graaf.
Carol Reed, filmproducent en regisseur, en Al-
bert George Allen, oud-president van de Asso
ciated British Picture Corporation werden in de
adelstand opgenomen met de titel van ridder.
De hoge onderscheiding van Commandeu r
of the Order of the British Empire
werd onder meer toegekend aan Harry Bruce
Woolfe, ere-voorzitter van de Association of Spe-
cialised Film Producers (wier leden korte films,
in hoofdzaak documentaire, onderwijs-, opdracht
en reclamefilms vervaardigen) voor diensten aan
het filmbedrijf bewezen en aan Michael Scudamore
Redgrave, filmacteur.
Tot O f f i e e r of the Order of t h e
British Empire werden bevorderd LeonarJ
Castleton Knight, producent en algemeen directeur
van Gaumont British News (journaalfilmproduc-
tiemij), Sam A Grattan, bioscoopexploitant te
Glasgow, en William Sellers, regisseur van de
Colonial Office Film Unit, voor diensten aan het
filmbedrijf bewezen.
Aan Leslie Knopp, technisch adviseur van de
Cinematograph Exhibitors' Association (de orga
nisatie der Britse bioscoopexploitanten) werd
voor zijn aan het filmbedrijf bewezen diensten het
Membership of the Order of the
British Empire verleend.
22