35
geen ontbinding, maar nakoming der overeenkomst had
gevorderd en daarbij had bewezen, dat de door gedaagde
te leveren goederen als gevolg van de te late levering zo
zeer in waarde zijn gedaald, dat het verschil tussen koop
prijs en waarde gedeeltelijke restitutie van het reeds be
taalde bedrag zou wettigen;
dat derhalve aan eiser zijn beide vorderingen als zijnde
ongegrond moeten worden ontzegd met zijn veroordeling in
de geschilkosten, die met het oog op de omvang van het
geschil zijn bepaald op 50.
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR
BILLIJKHEID:
ONTZEGT eiser zijn beide vorderingen;
VEROORDEELT eiser tot betaling van de geschilkosten.
bedragende 50.
Aldus gewezen te Amsterdam op 16 Januari 1952.
o
De COMMISSIE VAN GESCHILLEN (DERDE KA
MER) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft de vol
gende arbitrale vonnissen
gewezen:
In zake:
E. J. WEIER, exploitant van een reizende bioscoop onder
de naam Excelsior Filmonderneming, gevestigd te Rotterdam
en kantoorhoudende aldaar aan de Schermlaan 16; eiser,
verder te noemen, partij Weier, contra
WARNER BROTHERS' FIRST NATIONAL PICTU-
RES N.V., gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende
aldaar aan de Keizersgracht 778; gedaagde, verder te noemen,
partij Warner,
L. H. J. LUXEMBOURG, exploitant van het Beatrix
Theater te Coevorden, gevestigd te Arnhem en kantoorhou
dende aldaar aan de Utrechtseweg 79, gedaagde in vrij
waring, verder te noemen, partij Luxembourg,
C. M. VAN DER LINDEN, exploitant van de Palacc
Cinema te Hoensbroek, St. Jozefstraat 27 aldaar; gedaagde
in vrijwaring, verder te noemen, partij Van der Linden.
De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het
Arbitrage-Reglement van die Bond benoemd en aangewezen
als arbitrage-college voor de slechting onder meer van
geschillen tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat partij Weier bij request d.d. 4 Januari 1952 een ge
schil contra partij Warner aanhangig heeft gemaakt, van
welk request afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat wordt
beschouwd als hier te zijn ingelast;
dat partij Warner bij schrijven d.d. 26 Maart 1952 heeft
gevorderd dat partijen Luxembourg en Van der Linden
haar vrijwaren voor de gevolgen van toewijzing van de
vordering van partij Weier;
dat de Commissie partijen, tijdig heeft opgeroepen tot
haar zitting, gehouden op Woensdag 2 April 1952 op het
Bondsbureau te Amsterdam;
dat aldaar zijn verschenen de heer E. J. Weier, en Mc
jufffrouw G. Groenenberg, gemachtigde van partij Warner;
dat partij Luxembourg en partij Van der Linden niet
zijn verschenen, doch de Commissie schriftelijk het volgende
hebben medegedeeld:
.,Door tijdgebrek mijnerzijds, verzoek ik U genoegen
te willen nemen met onderstaand schriftelijk verweer,
voor zover dit mogelijk is. Wij ontvingen van Warner
Bros op 15 November een duidelijke doorzending dat
de voorfilm van „Charge van de Lichte Brigade" voor
Dinsdag 20 November in Hoensbroek aanwezig moest
zijn en wij hebben volgens onze copie op 17 November
naar Coevorden opdracht gegeven deze doorzending uit
te voeren, wat schijnbaar niet gebeurd is.
De hoofdfilm daarentegen was tijdig op Dinsdag 27
November in het bezit van Cinema Palace te Hoens
broek.
Het is erg, maar juist de copie van de doorzendkaart.
der voorfilm is bij ons nergens te ontdekken en volgens
de Warner is de voorfilm bij een onzer operateurs in
Zeeland terecht gekomen.
Daar de verzendkosten van deze voorfilm ook niet
voorkomt op de afrekenstaten van de week. 16—22. No
vember, zou ik moeten aannemen dat wij geheel geen
voorfilm gedraaid hebben.
Bij nadere informatie in Coevorden, is ons de zaak
niet duidelijker geworden, zodat wij ons geheel moeten
neerleggen bij de uitspraak van de Commissie.
Ik meen echter wel te moeten opmerken dat de'heer
Weier door Zaterdag op te bellen, zijn recht op ver
goeding verspeeld heeft, daar hij Vrijdag vóór 2 uur
had moeten bellen, dan had de zaak misschien nog
hersteld kunnen worden.
Hoogachtend,
1 April 1952. w.g. L. H. J. LUXEMBOURG."
„Wat betreft bovenaangehaald geschil delen wij U
beleefd mede, dat de hier bedoelde voorfilm niet in
ons bezit is geweest. Door welke omstandigheden deze
film niet is verzonden aan ons adres zal vermoedelijk
wel opgelost kunnen worden door de N.V. Warner
Bros te Amsterdam.
Hoogachtend.
CINEMA PALACE, HOENSBROEK.
28 Maart 1952. w.g. VAN DER LINDEN."
dat de heer E. J. Weier in hoofdzaak heeft verklaard
niets aan zijn request te hebben toe te voegen; dat hij des
gevraagd door de Voorzitter van de Commissie in hoofdzaak
heeft medegedeeld dat hij de vertoning van een trailer een
belangrijke voorreclame acht en dat hij door het niet tijdig
ontvangen van de trailer voor de film „Charge van de
Lichte Brigade" schade heeft geleden, welke schade hij
raamt op
dat Mejuffrouw G. Groenenberg, namens partij Warner,
in hoofdzaak heeft verklaard dat partij Van der Linden
op de gebruikelijke wijze schriftelijk is verzocht voor door
zending van de trailer van de film „Charge van de Lichte
Brigade" aan de bioscoop van partij Weier in Krimpen aan
de IJsel zorg te dragen; dat later is gebleken dat partij Van
der Linden de trailer niet van partij Luxembourg in door
zending had ontvangen; dat partij Van der Linden heeft ver
zuimd partij Warner respectievelijk partij Weier hiervan
in kennis te stellen:
OVERWEGENDE:
dat de vier bij dit geschil betrokken partijen lid zijn van
de Nederlandsche Bioscoop-Bond en dat ingevolge- het be
paalde in artikel 32 der Statuten en artikel 1 van het Arbi
trage-Bondsreglement van de Nederlandsche Bioscoop-Bond
alle geschillen tussen leden van de Bond onderling met uit
sluiting van de burgerlijke rechter zijn onderworpen aan de
Bondsarbitrage, zoals die is geregeld in dat arbitrage-reg
lement;
dat dus de Commissie van. Geschillen bevoegd is van het
onderhavige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te
doen als arbitrage-college welks beslissingen vatbaar zijn
voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder
landsche Bioscoop-Bond;
dat partij Warner op grond van het bepaalde in artikel 7
van de Bondsvoorwaarden verplicht is tot levering van de
door partij Weier gecontracteerde films, waaronder de trailer
„Charge van de Lichte Brigade" en dat partij Weier volgens