ruimte is voor de Boodschap. Naar gelang deze ruimte groter is, zal de film beter dienen." Spreker aarzelde niet te zeggen, dat de dienst baarheid van de film groeiende is, gezien de evo lutie in het filmrepertoire en bij hen, die met de film van doen hebben. Spreker concludeerde, dat er dus geen enkele reden behoeft te zijn tot ver wondering over de prettige verstandhouding, die er reeds geruime tijd bestaat tussen de Stichting Filmcentrum en de bedrijfsorganisatie, een ver standhouding van welker vruchtdragendheid spreker ten zeerste overtuigd was. Spreker besloot met de verzekering te geven, dat in bedrij f skringen de grootste waardering heerst niet alleen voor deze actie als zodanig, maar ook voor de wijze, waarop zij wordt gevoerd. Hij wenste de Stichting namens het Hoofdbestuur van harte geluk en hoopte, dat zij haar zegenrijk werk tot in lengte van jaren zou mogen voortzetten. TIJDELIJKE INVOER EN UITVOER VAN FILMS Blijkens Algemene Vergunning heeft de Cen trale Dienst voor In- en Uitvoer onder meer enige faciliteiten toegestaan met betrekking tot de tijde lijke invoer en uitvoer van films. Met ingang van 18 Maart 1952 kunnen na melijk in hieronder genoemde gevallen films wor den ingeklaard, respectievelijk uitgeklaard, zon der dat men in het bezit behoeft te zijn van een invoer- respectievelijk uitvoervergunning. Men kan zich dan rechtstreeks wenden tot de douane, die nadere aanwijzingen zal geven ten aanzien van 2e. 3e. de te vervullen formaliteiten. Voor alle overige gevallen dient men zich als voorheen te wenden tot de Afdeling Deviezen van het Bondsbureau, eventueel tot de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer. De gevallen, waarin men voortaan noch de tussenkomst van de Afdeling Deviezen, noch die van de CD.LU. behoeft, zijn de navolgende: Ie. De tijdelijke invoer onder voorwaarde van wederuit- voer van: a. films bestemd voor keu ring door een officieel erkende keuringscommis sie; b. films bestemd voor vertoning in een be sloten voorstelling waar uitsluitend bio scoophouders en filmverhuurkantoren worden toegelaten om hun keus te doen: c. didactische films welke met vrijstelling van invoerrechten worden toegelaten om in onderwijsinrichtingen te worden gepro jecteerd. De tijdelijke invoer onder voorwaarde van wederuitvoer, alsmede de wederuitvoer van projectielantaarns, diapositieven, films, gra- mofoonplaten en andere benodigdheden be stemd om gebruikt te worden bij voordrach ten van wetenschappelijk en cultureel ka rakter. De tijdelijke uitvoer onder voorwaarde van wederinvoer, alsmede de wederinvoer van projectielantaarns, diapositieven, films, gra- mofoonplaten en andere benodigdheden be stemd om gebruikt te worden bij voor drachten van wetenschappelijk en cultureel karakter. «D D 8 Montage uil: ..PANTA RHF.r run l\. Hauuslra, welke jilm hel verwende jeslirulptibliek Ie Cannes een spontaan applaus wisl Ie ontlokken. EEN KONINKLIJK WOORD Bij haar bezoek aan 's werelds grootste filmstad in de I Verenigde Staten, dat alom zozeer de aandacht heeft a getrokken en door de gehele filmwereld met hartelijke I sympathie en in een dankbare stemming is gevolgd, zeide H.M. Koningin Juliana tot de spelers onder de I rond haar verzamelde producenten en medewerkenden i aan de film: „Uw gezichten zijn mij zo bekend. U doet een 1 prachtig werk, dat wij allen zo graag zouden doen. Wat vooral zo belangrijk in Uw werk is, is dat U telkens opnieuw een boodschap aan de wereld kunt geven, een boodschap op Uw eigen wijze" iimmmmmimmmiiiNiimmimmiiiMiiiiiKimmiinunmmiiimiiiiiiiimiiimiiiitiininiiiiifiimiiiMiiiiuimiiil

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1952 | | pagina 9