Zwitserland
14
voor bioscopen in aanzienlijke mate zullen wor
den verlicht, zij het dan, dat de bouw van thea
ters nog niet geheel wordt vrijgegeven. Met in
gang van 1 Januari j.1. zijn per project bepaalde
hoeveelheden staal, koper en aluminium vrij ge
geven. De Canadese regering heeft met ingang
van dezelfde datum de controle op het gebruik
van staal bij de theaterconstructie geheel op
geheven.
In verband hiermede verwacht men in dit jaar
zowel in de Verenigde Staten als in Canada een
aanzienlijke toeneming van nieuwe bouwprojec
ten. Het is welhaast zeker, dat in tal van nieuwe
gebieden drive-ins men verwacht binnen een
jaar meer dan 1000 van deze openluchtbioscopen
- zullen worden geopend en dat nieuwe theaters
zullen worden gebouwd daar, waar ten gevolge
van de bouwbeperkingen en de grote verplaat
sing van de bevolking gedurende de laatste tien
jaar nieuwe wijken en nieuwe nederzettingen zon
der bioscoop zijn gebleven.
De technische commissie van de Theatre Ow-
ners of America (TOA), de grootste organisatie
van bioscoopexploitanten in de U.S.A., heeft er
in haar laatste jaarverslag op gewezen, dat de
bouwkosten ten opzichte van 1940 met bijna
300 zijn gestegen. De prijzen van de theater
installaties zijn sedert genoemd jaar verdubbeld.
Bijzondere nadruk wordt door de TOA ge
legd op de toepassing van de nieuwste ontwikke
ling op het gebied van theaterinrichting en tech
nische installaties onder meer grootbeeldscherm
televisie, steriofilms zowel het Natural Vision-
systeem dat door een bril moet worden gezien als
het Cineramasysteem, dat gebruik maakt van een
hoefijzervormig projectiescherm met drie gelijk
draaiende projectoren (als het theater regelmatig
werkt zijn, er zes nodig) het steeds meer toe
gepaste ,,kaderloze" projectiedoek, dat het ortho
doxe systeem van de zwarte rand doorbroken
heeft en in plaats daarvan een lichtgevende om
lijsting stelt, die het geprojecteerde beeld ver
scherpt en verdiept; nieuwe air-conditioning sys
temen; een verantwoord stoelenplan, dat de bio
scoopbezoekers in staat stelt méér van het pro
jectiedoek te zien dan de rug en het hoofd van
zijn „voorzitter" hem anders toestaan; een betere
opstelling van het projectiescherm, betere acou-
stiek enz. enz. Al deze „snufjes" en verbeteringen
zullen aanzienlijke investeringen van de exploi
tant vergen, maar hij zal daardoor in staat zijn
zijn cliënten de grootst mogelijke comfort te bie
den, wat hun de gang naar zijn theater tot een
attractie zal maken.
Betekenis van de „kleine" exploitant
Herhaalde malen hebben de Amerikaanse vak
bladen in het afgelopen jaar gewaarschuwd tegen
de in filmverhuurderskringen soms verkondigde
opvatting, dat het bedrijf niets zou verliezen
en zelfs beter af zou zijn met de sluiting van
een aantal kleine „overbodige" theaters, waarvan
men meent dat zij aan service meer kosten dan
dat zij opbrengen.
Er zijn in de Verenigde Staten ruim 6000 bio
scopen met minder dan 400 zetels. Duizenden
kunnen niet meer dan 20,voor een doorsnee
programma betalen. Volgens het Ministerie
van Handel heeft meer dan een vierde deel
van alle in bedrijf zijnde bioscopen een wekelijkse
recette van minder dan 500,enige duizenden
zelfs minder dan 200. Bijna een derde deel van
alle Amerikaanse bioscopen is gevestigd in ge
meenschappen, die minder dan 2500 zielen tellen.
De vakbladen hebben er op gewezen, dat geen
enkele bioscoop een „verliespost" genoemd kan
worden omdat haar bezoekerspotentiëel en haar
opbrengstmogelijkheden beperkt zijn. Dat daaren
tegen bijvoorbeeld de sluiting van het enige thea
ter in een gemeenschap niet alleen een verlies
zou zijn voor die gemeenschap, maar ook voor het
hele bedrijf. Een aanzienlijk deel van de bezoekers
van de plattelandsbioscoop heeft immers geen
gelegenheid om naar de stad te reizen ten einde
daar een film te gaan zien en bij sluiting van de
enige bioscoop ter plaatse zullen zij, inzonderheid
de jongeren, zich zeker wenden tot de televisie
en zodoende voor het bedrijf verloren gaan. Een
van de grootste voordelen van de film is, dat zij
zo gemakkelijk te vervoeren is en in tegen
stelling bijvoorbeeld tot toneel en opera daar
om zelfs in de kleinste gemeenschappen haar op
wachting kan maken. Iedere opvatting, zo zeg
gen de vakbladen, die ten gevolge zou hebben-
dat vele van zulke gemeenschappen van film
vertoningen verstoken zouden blijven, dient te
worden bestreden. Een kleine bioscoop is slechts
dan overbodig, wanneer zij verouderd is of ge
legen in een rijk van bioscopen voorziene wijk
of gebied. Geen enkele behoorlijk ingerichte bio
scoop, als enig theater in een gemeenschap ge
vestigd, behoort, van dit standpunt bezien, als
niet-rendabel te worden beschouwd.
Zwitserse zusterorganisatie sticht Culturele
Afdeling
Van meet af aan heeft deSchweizerische
Lichtspieltheate r-V erband S.L.V.
onze Zwitserse zusterorganisatie, het instituut
van het „buitengewone lidmaatschap" gekend ten
einde niet alleen degenen, die het geven van film
voorstellingen uitsluitend als bedrijf uitoefenen,
maar ook hen, die filmvoorstellingen organiseren
uit idealistische beweegredenen, in de voordelen
van, een organisatorisch verband te laten delen.
Dit buitengewone lidmaatschap verschaft de leden
van deze groep de economische voordelen, die