17
merkt, dat als men de film in de
groei-periode vooral als industrie
had beschouwd, de kunst er ten
slotte door gediend zou zijn ge
weest. „Zouden de automobielen
zo schreef hij ,,hun moderne
élégance hebben verworven, in
dien de makers er voornamelijk
op uit geweest waren een luxe
carosserie te bouwen, alvorens
aan snelheid te denken?"
Zolang de film een ongeorga
niseerd en primitief volksver-
maak bleef, dat veel overeen
komst vertoonde met een bewe
gend wassenbeeldenspul, in het
beroemde genre ,,Musée Gre-
vin", Madame Tussaud's" of het
destijds zo vermaarde Amster
damse Panopticum, was het toe
zicht vooral politietaak, die als re
gel zonder ernstige problemen kon
worden uitgeoefend. De eerste bioscopen waren
eenvoudig van bouw en primitief van opzet, in hun
aankleding en inrichting van een zekere democrati
sche geest getuigend. Geen engelenbak. Een goede
plaats voor iedere bezoeker. Roken was toegestaan
en consumptie gedeeltelijk in de prijs begrepen.
Zonder een plechtige, rijk gegalonneerde portier,
in een uniform gestoken, dat door snit en uitmon-
stering imponeerde, viel een bioscooptheater uit de
toon, en nog heden ten dage bleef deze traditie in
ere.
De reclame was meestal hoogdravend en gezwol
len. Een Vakblad uit 1910 spreekt zonder blikken
of blozen van ,,het succes dat de film heeft bij allen,
die van de cinematographie waarheid, ontroering,
tranen en schoonheid verlangen"!
Het projectie-apparaat stond in de puberteits
jaren van de film bescheiden achter het scherm en
om de lichtbundel van het aldus opgestelde appa
raat te maskeren moest het doek telkens worden
natgespoten.
De prijzen schrokken zelfs de minder bedeelden
niet af, men kon de voorstelling volgen met weinig
inspanning. Het merendeels eenvoudige publiek zag
als het ware een album van levende plaatjes in een
vorm, die sterk tot de verbeelding sprak. De toe
schouwer werd in een wereld ingeleid, die hij niet
kende. Exotische landschappen, historische en
mondaine gebeurtenissen werden in het duister dei-
zaal binnen ieders bereik gebracht. Een passende
muziek verhoogde, onder fascinerende accoorden,
de ontvankelijkheid dit alles op bijzondere wijze te
ondergaan. De film ontsloot een gebied voor de
massa, dat tot dusverre uitsluitend voor de enkeling
was weggelegd.
De Franse hegemonie van de filmproductie in
Europa nam een tragisch einde door de oorlog, die
Mr, I). Hijdendijk, Voorzitter van. de (.enlrale Commissie, wordt
namens hei Hoofdbestuur van de Nederlondsche Bioscoop-Bond
gelitk gewenst door de Directeur, de heer j. G. J. Bosman.
in Augustus 1914 uitbrak. De voornaamste film
producenten verloren door het vertrek van hun
medewerkers naar de fronten hun debiet. In Ame
rika had men niet stil gezeten en na 1918 had de
Amerikaanse film, technisch in ieder opzicht de
meerdere van de Franse geworden, de wereldmarkt
veroverd.
De plotseling naar voren tredende Amerikaanse
concurrentie had het de Franse cinematographie
moeten duidelijk maken, dat de filmproductie een
branche is, die allereerst een deugdelijke organisatie
behoeft en dat de film iets geheel anders is dan het
toneel terwijl zij in hoge mate ,,team-work" vereist.
Helaas geloofde het merendeel der Franse intellec
tuelen van de periode na de eerste Wereldoorlog
niet aan de toekomst van de film, die veelal werd
beschouwd als vermaak voor kinderen en eenvou-
digen van geest. Zodoende ging het voordeel dat
men uit deze lessen had moeten trekken verloren
en het was onvermijdelijk dat de Amerikaanse su
perioriteit de Franse films hoe langer hoe meer van
het programma verdrong, waar nog bij kwam dat
Amerika door de oorlog slechts was verrijkt en
Frankrijk verarmd en leeggebloed.
De periode van de film als primitief vermaak
had tevens een einde genomen en van af die tijd
kon zij ook mede door de snelle opkomst van de
cinematographie in vele Europese landen, zich
waarlijk bewust worden de zevende kunst te zijn.
Ontstaan en groei van het filmtoezicht
De totaal gewijzigde betekenis, die door de tech
nische perfectie van de bediening van het film
apparaat, het gebruik van ingenieuze decors en de