LJpbrengst Ixerstcollecte 19 f Elke co-productie zal, behoudens technische onmogelijkheid, moeten medebrengen hetzij twee negatieven, hetzij een negatief en een lavendel- copie; iedere co-producent zal bezitter zijn van een negatief of een lavendeïcopie. Artikel 7 De bescheiden van de films, waarvoor toela ting krachtens dit akkoord zal worden gevraagd, zullen gelijktijdig door ieder van de co-produ centen worden voorgelegd aan de overheid van beide landen. Zij zullen moeten worden gesteld in de landstaal van die overheid. De bescheiden zullen uiterlijk een maand voor de voor de vervaardiging (eerste opname) voor geschreven datum moeten worden overgelegd en ten minste moeten bevatten het bewijs dat de auteursrechten door een van de co-producenten verworven zijn, een contract in zake de co-pro ductie hetwelk omschrijft de wijze van verdeling van de recettes, de namen van de belangrijkste medespelenden en van de technici welke men overweegt, het aantal weken voorzien voor de opnamen (studio- en buitenopnamen), de op somming van de gebieden waar deze plaats zullen vinden, een voorlopig bestek en een voorlopig financieringsplan, een uittreksel of een manus cript van een vijftiental bladzijden, het advies van de landelijke voorcensuur. Artikel 8 Ten einde alle financiële teleurstellingen, welke in staat zijn de toepassing van dit akkoord te be nadelen, te vermijden, komen de verdragsluiten de partijen overeen slechts projecten in overweging te nemen, welke door maatschap ij en van de eerste rang worden voorgelegd. Artikel 9 De verdragsluitende partijen verbinden zich de last van de formaliteiten voortvloeiende uit de tolwetgeving en de deviezenbeschikkingen van hun respectieve landen in de hoogste mate te verlichten, inzonderheid wat betreft de door die formaliteiten veroorzaakte vertragingen. Artikel 10 Op verzoek van een van beide verdragsluitende partijen zal een gemengde commissie bijeenkomen tijdens de looptijd van dit akkoord en, in elk geval, vóór 1 Maart 1954. Zij zal belast worden met het toezicht op de goede uitvoering van de beschikkingen van dit akkoord en de eventuele voorbereiding van de grondslagen van, een nieu we overeenkomst. Artikel 11 Deze overeenkomst zal op 9 Maart 1953 in werking treden. Haar geldigheidsduur wordt be paald op één jaar. Zij zal verlengd kunnen wor den door stilzwijgende hernieuwing van jaar tot jaar, behoudens tussentijdse opzegging ten minste drie maanden voor haar expiratiedatum. Het Bestuur van de Stichting ,,Bio-Vacantie- oord" heeft tot zijn blijde verrassing kunnen con stateren, dat de van Vrijdag 19 December 1952 tot en met Donderdag 1 Januari 1953 in alle Ne derlandse bioscopen gehouden inzameling in alle opzichten een succes is geweest. De totale op brengst beliep 175.043,74, waarin begrepen een bedrag van ƒ833,10 aan vreemd geld en ƒ538,66 aan oude munten. Dit is ruim 17.000,hoger dan de opbrengst van de Kerstcollecte 1951-1952, die op haar beurt 20.000,-boven die van 1949- 1950 lag, waardoor de in dat jaar ontstane ach terstand van bijna 40.000,practisch is inge haald. Ter vergelijking laten wij hier de cijfers volgen van de beide laatste collecten, betrekking hebben de op de opbrengst in de drie grote gemeenten en in de overige gemeenten van het land: 1952—1953 1951—1952 Amsterdam 30.113,77 28.950,87 's-Gravenhage 19.091,70 Rotterdam 14.090,02 Overige gemeenten 110.376,49 19.988,63 16.466,77 91.479,36 173.671,98 De specificatie van het bedrag van Gemeenten" is als volgt: 1952—1953 Het Centrum Het Zuiden Het Oosten Het Westen Het Noorden 156.885,63 de Overige 1951—1952 Afd. Afd. Afd. Afd. Afd. 32.051,25 24.390,23 23.940,97 16.970,31 13.023,73 26.344,04 20.391,15 18.735,67 14.700,48 11.308,02 ƒ110.376,49 91.479,36 Het Bestuur van de Stichting voelt zich dank baar gestemd jegens de bioscoopbezoekers, die door hun offergaven voor vele zwakke en behoef tige kinderen de gelegenheid hebben geschapen in een van Nederlands mooiste streken door een uitstekende verzorging herstel van gezondheid te vinden. Vóór alles echter wil dit College zijn hartelijke dank betuigen aan de leden-exploitanten en hun personeel, aan wier spontane medewerking het welslagen van deze inzamelactie voor een groot deel te danken is. In het bijzonder ook wil het Bestuur zijn erken telijkheid betuigen aan de dames, die de allesbe halve aangename taak van het tellen van de in houd der duizenden collecte-bussen hebben vol bracht.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 20