Overleg over de Vemiakelijhheidsbelasting r-------------------------- V. J DE actie welke onze organisatie sedert ge ruime tijd voert om te geraken tot her ziening van de vermakelijkheidsbelasting voor bioscopen en welke, nadat een groot aantal kleinere gemeenten tot ver laging had besloten, culmineerde in besprekingen met de besturen van de grote gemeenten, heeft geleid tot overleg met de Regering over het vraag stuk van de vermakelijkheidsbelasting als geheel. Kort tevoren had Mr. Dr. P. J. Witteman bij de beraadslagingen in de Eerste Kamer de vraag ge steld of er in Nederland geen behoorlijke film kunst ook voor speelfilms zou kunnen bestaan. ,,Ik geloof het wel" zeide deze senator, die te vens voorzitter is van de Raad voor de Kunst, „maar dan moet er eerst van Overheidswege meer geld in worden gestoken, terwijl er verder eeni een hartig woordje moet worden gesproken met de fiscus, niet alleen met de Rijksfiscus, maar ook met die van de gemeente, ik bedoel hier de verma kelijkheidsbelasting. Zonder verlaging van deze belasting met betrekking tot de bioscopen, kan men van die zijde niet veel belangstelling ver wachten voor de Nederlandse filmkunst." In de vergadering van de Eerste Kamer van 15 April j.1. heeft de Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen, Mr. J. M. L. Th. Cals, hierop het volgende geantwoord: „De geachte afgevaardigde heeft voorts ge sproken over een onderwerp, ten aanzien waar van hij in verband met een functie, welke hij heeft bekleed, ongetwijfeld meer deskundig is dan ik, namelijk de vermakelijkheidsbelasting, die hij v/el- licht nog eens tegenover de Ministers van Binnen landse Zaken en van Financiën zou kunnen aan roeren. Ik kan de geachte afgevaardigde wel zeg gen, dat er momenteel besprekingen plaats vinden tussen de Bioscoop-Bond en de Departementen van Binnenlandse Zaken, van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van Economische Zaken en uiteraard van Financiën." Met deze mededeling doelde de Minister op het feit, dat de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Economische Zaken het Hoofdbestuur hebben uitgenodigd om met de Vereniging van Neder landse Gemeenten en vertegenwoordigers van de Departementen van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen en Financiën deel te nemen aan een gezamenlijk beraad, waardoor mogelijkerwijze een oplossing van het vraagstuk van de vermakelijk heidsbelasting zou kunnen worden bereikt. Ver wacht mag worden, dat ter zake in de loop van de zomer een besluit zal worden genomen. De besprekingen in Den Haag zijn voor het Hoofdbestuur aanleiding geweest om de actie in Haarlem voorlopig te beëindigen. Zodra de re sultaten van het centrale overleg bekend zijn zal aldaar een nieuw verzoek tot herziening van de belasting bij het gemeentebestuur worden inge diend. ONDERSCHEIDINGEN VOOR NEDERLANDSE FILMS Juist voor het ter perse gaan van dit Orgaan bereikte ons het bericht dat de film ,,Houen zo" van de heer H. van der Horst op het Internatio nale Filmfestival te Cannes is onderscheiden met de prijs voor de beste realistische film. Op het Derde Internationale Concours voor Reclamefilms te Milaan is de grote prijs voor de beste film ten deel gevallen aan de film „Kermesse fantaotique" van de heer J. Geesink. Dientenge volge won deze film ook de door het bestuur van de Biënnale te Venetië uitgeloofde beker. Volgens traditie stelt dit bestuur deze beker beschikbaar voor de winnaar van het jaarlijks, ter gelegenheid van de Fiera di Milano, te houden reclamefilm festival, omdat deze filmcategorie niet aan de Biënnale deelneemt. De collecte, welke door de Nederlandsche Bioscoop-Bond in samenwerking met de Stichting Bio-Vacantieoord is georganiseerd ten bate van het Nationaal Rampenfonds heeft in totaal opgebracht een bedrag van ruim 442.000,—» Aan particuliere bijdragen van de leden van de Bond is, voorzover bekend, via plaat selijke comité's of rechtstreeks in totaal aan het Nationaal Rampenfonds geschonken een bedrag van 174.000,—. Inclusief de giften van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en de Stichting Bio-Vacan tieoord is door de gezamenlijke activiteit van het film- en bioscoopbedrijf in ons land een bedrag van ruim zeven ton aan de slacht offers van de overstromingsramp ten goede gekomen. Hierin zijn niet begrepen de be dragen van het personeel en de giften, die door zusterorganisaties of ondernemingen in het buitenland gezonden zijn.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 3