17 Plaats en wijze van belegging Artikel 15 De ledenvergaderingen worden gehouden ter plaatse, vast te stellen door het afdelingsbestuur en de oproeping geschiedt met vermelding der te behandelen punten door het afdelingsbestuur per brief of telegram aan de leden der afdeling en aan het Hoofdbestuur op een termijn van ten minste zeven dagen, behalve in spoedeisende gevallen, ter beoordeling van het afdelingsbestuur. Voorstellen ter behandeling op de ledenvergaderingen Artikel 16 Zowel het afdelingsbestuur als elk der leden heeft het recht voorstellen op de agenda van een iedenvergadering te plaatsen, mits deze laatste ten minste vier dagen vóór de dag der vergadering bij het afdelingsbestuur zijn binnengekomen. De volgorde, waarin de punten op de agenda worden geplaatst, wordt vastgesteld door het af delingsbestuur. Voorstellen van het afdelingsbestuur zullen zo veel mogelijk vergezeld gaan van een toelichting, terwijl het afdelingsbestuur zoveel mogelijk prae- advies zal uitbrengen op alle door de leden inge diende voorstellen. Deze toelichtingen en prae-adviezen worden zoveel mogelijk met de agenda aan de leden toe gezonden en desgewenst door het afdelingsbestuur in het Bondsorgaan opgenomen. Toecang tot de ledenvergaderingen Artikel 17 Tot de ledenvergaderingen hebben recht van toegang de afdelingsleden, de Hoofdbestuursleden en de Directeur, benevens de afdelingsbeambten, die door het afdelingsbestuur daartoe speciaal ge machtigd zijn. De afdelingsleden hebben toegang: a. in de personen van degenen, als bedoeld in ar tikel 20 van het Algemeen Bondsreglement; b. in de persoon van een speciaal tot het bijwo nen der betreffende vergadering schriftelijk ge volmachtigd employé van het betrokken afde- lingslid. De sub b bedoelde machtiging is slechts geldig, wanneer van het verlenen daarvan ten minste twee dagen vóór de betreffende vergadering is kennis gegeven aan het afdelingsbestuur. Voor elk lid, dat door meerdere der in de twee de alinea van dit artikel bedoelde personen een algemene ledenvergadering doet bijwonen, zal slechts één hunner de presentielijst tekenen. Stemrecht Artikel 18 Elk lid, dat niet in gebreke is van nakoming van zijn geldelijke verplichtingen jegens de Bond, kan voor elke zaak één stem uitbrengen. Dit geschiedt bij monde van degene, die ingevolge het laatste lid van het voorgaande artikel voor het betreffen de lid de presentielijst heeft getekend. Stemgerechtigden, die ter vergadering komen, nadat een voorstel in stemming is gebracht, mo gen aan de stemming over dat voorstel niet deel nemen. Wijze van stemmen Artikel 19 Alle besluiten worden, tenzij in dit reglement uitdrukkelijk anders wordt bepaald, genomen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stem men. Over zaken wordt mondeling, bij rondvraag, gestemd, behoudens door leden aan de ledenver gadering der afdeling onderworpen hoger beroep zaken, waarover evenals over personen, met ge sloten, ongetekende briefjes gestemd wordt: blanco en getekende briefjes zijn van onwaarde en tellen niet mede bij het aantal uitgebrachte stemmen. Is bij een stemming over zaken bij eerste stem ming geen volstrekte meerderheid verkregen, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Is bij verkiezing van personen bij eerste stem ming geen volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft een tweede, vrije stemming plaats en daarna zo nodig, een herstemming tussen de twee perso nen, die bij de tweede stemming de meeste stem men op zich verenigden. Mochten dan de stemmen staken, dan beslist het lot. Behandeling der agenda, rechten der sprekers en maatregelen van orde Artikel 20 Ten aanzien van de behandeling der agenda, de rechten der sprekers en de maatregelen van orde zijn de artikelen 21, 22 en 23 van het Algemeen Bondsreglement toepasselijk. Rechtsbevoegdheid der ledenvergadering Artikel 21 De ledenvergadering is bevoegd, behalve tol hetgeen elders in dit reglement is bepaald, tot het nemen van besluiten, die de algemene belangen van het filmverhuurbedrijf raken, benevens tot het maken van voorschriften, waaraan de afde lingsleden zich bij de uitoefening van het filmver huurbedrijf hebben te houden, mits deze besluiten en voorschriften zijn in het gemeenschappelijk be lang van de gezamenlijke afdelingsleden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1954 | | pagina 18