9 omzetbelasting
Bij dit artikel publiceren wij een foto van eer.
Delrama voorzetapparaat zoals dit voor een nor
male projector gemonteerd kan worden. Een twee-
lal principeschetsen van het systeem nemen wij ter
oriëntering eveneens op.
Het Delrama-systeem is in twee uitvoeringen le
verbaar, n.1. voor projectie vanuit een cabine, die
hoog is gelegen, (bijvoorbeeld boven het balkon)
waardoor een zekere steilheid in de projectie ont
staat en voor cabines, waaruit een horizontale ol
vrijwel horizontale projectie mogelijk is.
Het eerste systeem is berekend voor een hel-
lingshoek tussen 12 en 28° en het tweede (dat met
4 spiegels respectievelijk volledig terugkaatsendc
prisma-oppervlakken is uitgerust) voor horizonta
le projectie of een hellingshoek tot 12°.
Het laatste systeem wordt ook wel „rechtziend"
genoemd, omdat, zoals uit figuur 2 blijkt, de stra-
lenbundel na het passeren van het voorzetapparaat
op gelijke hoogte van het objectief is gebleven.
Bij eerstgenoemd systeem (zie figuur 1 en foto)
verlaat de lichtbundel het voorzetapparaat lager
dan het objectief, zodat in den regel de projectie-
openingen vergroot zullen moeten worden.
De kosten van beide systemen liggen belangrijk
lager dan die van de anamorphische lenzen, waar
over wij in vorige publicaties mededelingen hebben
gedaan.
Het Delrama-systeem geeft zoals gezegd een
beeldverhouding van 1 2,55 en kan zonder be
zwaar gebruikt worden voor de projectie van
CinemaScope-films, hoewel de optimale kwalitei
ten vanzelfsprekend het beste tot uitdrukking ko
men wanneer ook de opnamen met behulp van een
Delrama voorzetapparaat zijn gemaakt.
De toegepaste spiegels zijn volgens een speciaal
procédé van een beschermende laag voorzien,
waardoor de bestendigheid uitstekend is
Volgens mededelingen van de fabrikant is het
systeem in alle belangrijke landen gepatenteerd en
wij wachten met belangstelling af in hoeverre deze
Nederlandse vinding zal worden toegepast in de
voornaamste buitenlandse productiecentra.
RECTIFICATIE
In het in de vorige aflevering van dit Orgaan
gepubliceerde nieuwe Reglement van de Bedrijfs
afdeling Filmverhuurders is onder artikel 10 een
fout ingeslopen. In de laatste regel van de eerste
alinea dient in plaats van „Raad" te worden gele
zen „Bond".
Geen verhoging van
voor hei filmbedrijf
OP 19 Juni 19'52 heeft Minister Lieftinck bij
de Tweede Kamer een wetsontwerp inge
diend tot vervanging van het Besluit op
de omzetbelasting 1940. Eerst op 21 Mei
1953 is van dit wetsontwerp het 24 pag.
tellende Voorlopig Verslag van de Commissie
van Voorbereiding uit de Tweede Kamer vastge
steld en op 16 Maart van dit jaar is de nog om
vangrijkere (41 pagina's grote) Memorie van
Antwoord van Minister Van de Kieft gevolgd.
Het Eindverslag van de Tweede Kamer is tot dus
verre nog niet verschenen. De dagbladen hebben
echter juist dezer dagen bericht, dat het wetsont
werp nog voor het zomerreces in openbare behan
deling zal komen en dat de Minister er naar
streeft de wet op 1 October van dit jaar in werking
te doen treden.
De in het wetsontwerp vervatte vrijstelling voor
leveringen door kleinhandelaren aan particulieren
betekent niet, dat zou zijn afgestapt van het stelsel
van herhaalde heffing (cascadestelsel). Wegens
het verrichten van diensten door ondernemers,
zelfs al vindt de dienstverlening rechtstreeks aan
het publiek plaats, blijft dan ook omzetbelasting
verschuldigd. De aanvankelijk in het wetsontwerp
opgenomen verhoging van het tarief voor het ver
richten van diensten aan niet-particulieren (o.m.:
verhuur van films aan bioscoop-exploitanten) van
4% tot 5c/o is echter bij een gelijktijdig met de
Memorie van Antwoord ingediende Nota van
Wijzigingen ingetrokken.
Een belangrijke uitbreiding van reeds bestaande
vrijstellingen bevat het wetsontwerp niet; genoemd
behoeven slechts te worden de nieuwe vrijstellin
gen voor a) de diensten welke door de exploitanten
van veilingen en afslagen als zodanig worden ver
richt en b) de diensten van makelaars en agenten
die hun tussenkomst verlenen bij het sluiten van
koopovereenkomsten voor vrijgestelde goederen.
Interessant is het verloop van de belastinghef
fing ten aanzien van persproducten.