INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER
40
geïntimeerde officieel wist, dat zij met de N.V. Eagle Lion
geen nieuwe overeenkomst kon aangaan, zulks op economi
sche gronden; dat bovendien uit een brief van geïntimeerde
aan de N.V. Eagle Lion van 7 November 1950 blijkt, dat zij
toen al niet meer in twijfel verkeerde omtrent de aard van het
contract dat de andere fabrikant zou aangaan; dat appellante
steeds voor 100% overtuigd is geweest de fabrikantenover
eenkomst niet te overtreden en zulks ook tegen de N.V.
Eagle Lion heeft gezegd; dat geïntimeerde onmiddellijk de
fabrikanten in kennis had moeten stellen van de vermeende
overtreding, bij welke gelegenheid dan wel zou zijn uitge
komen wie de betrokken fabrikant was, en zij niet tot
Januari had mogen wachten;
dat de heer C. S. Roem namens geïntimeerde in hoofdzaak
heeft verklaard, dat het ter beschikking krijgen van tweede
keus materiaal afhankelijk was van de totaalafname van
materiaal door de fabrikanten en men aan tweede keus ma
teriaal slechts 10% kon krijgen; dat appellante de kwestie van
het tweede keus materiaal in de vergadering van de fabri
kanten ter sprake had moeten brengen met het verzoek daar
voor tot een nieuwe prijs te komen;
OVERWEGENDE:
dat beide partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond en dat ingevolge het Arbitrage-Bondsreglement alle
geschillen tussen de leden onderling met uitsluiting van de
burgerlijke rechter zijn onderworpen aan de Bondsarbitra
ge, zoals geregeld in dat Arbitragereglement;
dat dus de Raad van Beroep bevoegd is van dit geschil
in hoger beroep kennis te nemen en daarin uitspraak te doen
als arbitragecollege in tweede en hoogste instantie;
dat appellante overeenkomstig het daaromtrent in het Arbi
trage-Bondsreglement bepaalde tijdig in beroep is gekomen;
dat de grieven van appellante tegen het vonnis van de
Commissie van Geschillen hierop neerkomen, dat deze Com
missie ten onrechte heeft uitgesproken dat door appellante
de fabrikantenovereenkomst oorspronkelijk aangegaan tot
en met 31 December 1948, gewijzigd d.d. 9 November 1951
en verlengd tot 1 Januari 1952 zou zijn overtreden, dat
geïntimeerde als gevolg van deze overtreding schade zou
hebben geleden en dat deze schade een bedrag van ƒ31.426,
zou belopen;
dat door deze grieven de Raad het geschil in zijn volle
omvang had te onderzoeken ten einde zijn oordeel te kunnen
vormen over de vraag of door geïntimeerde terecht een scha
devordering was ingesteld en zo ja, tot welk bedrag deze
diende te worden toegewezen;
dat, aangezien de schadevordering gebaseerd is op een
handeling in strijd met de fabrikantenovereenkomst, de Raad
in de eerste plaats deze overeenkomst in zijn onderzoek had
te betrekken, hetgeen door de Commissie van Geschillen
slechts ten dele is geschied, en onder meer ook had na te
gaan of en zo ja hoe in deze overeenkomst tussen haar on
dertekenaars de gevolgen van een overtreding zijn geregeld;
dat hiervoor inderdaad voorzieningen zijn getroffen en
onder andere in artikel V van de overeenkomst staat be
paald: „Voor iedere overtreding resp. niet-nakoming van één
of meer der bepalingen van deze overeenkomst, verbeurt de
overtreder ten bate van de Stichting Bio-Vacantieoord een
boete van 5.000,onverminderd de mogelijkheid, dat deze
handelingen als zijnde in strijd met de belangen van het
film- en bioscoopbedrijf en van de gezamenlijke leden-film-
fabrikanten zullen worden gestraft conform artikel 15 der
Statuten van de Nederlandsche Bioscoop-Bond";
dat de ondertekenaars door dit artikel zo te formuleren de
eventuele overtreders op tweeërlei wijze hebben willen straf
fen, namelijk door de mogelijkheid van toepassing van artikel
15 van de Statuten van de Nederlandsche Bioscoop-Bond,
daarmede stellende dat de overtreding een handeling zou
kunnen zijn in strijd met de algemene belangen of de waar
digheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf of met
de goede naam van de Bond, hetgeen nochtans gezien de
bepaling in de Statuten ten Overvloede is, en tevens door het
verschuldigd zijn van een boete voor iedere overtreding
respectievelijk niet-nakoming van. een of meer bepalingen van
de overeenkomst, welke boete door de ondertekenaars zelf
overeenkomstig artikel IV van de overeenkomst wordt opge
legd;
dat nu de ondertekenaars zich beperkt hebben tot het op
leggen van genoemde boete in geval van wanprestatie, zij
het dat de bestemming van het boetebedrag een stichting met
een liefdadig doel, namelijk de Stichting Bio-Vacantieoord",
en niet partijen geldt, en niet daarnevens schadevergoeding
zijn overeengekomen, zij dus de boetebepaling hebben willen
doen strekken in plaats van vergoeding van schade, die een
of meer van hen uit hoofde van de overtreding zouden kun
nen lijden, terwijl zij nochtans schadevergoeding hadden kun
nen bepalen;
dat derhalve de fabrikantenovereenkomst niet voorziet in
de mogelijkheid van een individuele schadevordering door
een of meer der ondertekenaars en artikel VII van de over
eenkomst, aangezien het hier om een essentieel punt gaat, de
Raad geen mogelijkheden biedt, zodat deze wat er overigens
ook zij van de grieven van appellante, op die grond reeds
geen recht op schadevergoeding van geïntimeerde kan erken
nen en geïntimeerde derhalve in haar vordering niet-ontvan-
kelijk moet verklaren;
dat op grond van het vorenstaande het vonnis van de
Commissie van Geschillen moet worden vernietigd en op
nieuw rechtdoende geïntimeerde in haar vordering niet-ont-
vankelijk moet worden verklaard en geïntimeerde moet
worden veroordeeld tot betaling van de arbitragekosten in
beide instanties, welke in tweede instantie worden begroot
op 150,zodat deze in totaal 400,komen te bedra
gen;
OPNIEUW RECHTDOENDE IN HOGER BEROEP ALS
GOEDE MANNEN NAAR BILLIJKHEID
VERNIETIGT het vonnis van de Commissie van Geschil
len, waarvan beroep;
VERKLAART geïntimeerde NIET-ONTVANKELIJK in
haar vordering.
VEROORDEELT geïntimeerde tot betaling van de arbitra
gekosten in beide instanties in totaal bedragende 400,
vierhonderd gulden
Aldus gewezen te Amsterdam op
Maandag 23 Augustus 1954.
Ingevolge artikel 2 van het Reglement op het Naamregister
zijn de navolgende filmtitels in het Naamregister ingeschreven.
Deze titels werden per circulaire ter kennis gebracht aan de
leden-filmverhuurders. Hiertegen werden geen bezwaren inge
diend.
Datum
Titels waaronder de
films
Naam houder
inschrijving
verzocht is
in Nederland worden
gebracht
uit-
exploitatie
rechten
26 Juli 1954
Avontuur in Tanger
Paramount
27
The great adventure
Meteor
27
Zij geven hun bloed
27
Clown Boem
27
Sexappeal
27
Vrouwengeheimen
30
Afkloppen
Paramount
31
Opstand der Maori's
Arthur Rank
3 Aug.
Maar36 uur
Lumina
4
Het dagboek van een ver
Filmex
liefde vrouw
4
Levensdans
Ligafilms
5
tt
Demetrius en de gladiatoren
Fox
waai fjy
tt
tt
tt
tt
tt
tt
tl
»t
tt
tt
i t
tt
tt