Normalisatie van beeld en geluid
In aflevering no. 179 d.d. 20 Mei 1954 van dit orgaan
werd uitvoerig melding gemaakt van de voorstellen, welke
de Technische Commissie van het Frans filmbedrijf des
tijds had gedaan om zoveel mogelijk eenheid te scheppen
op het gebied van de te bezigen projectieformaten en
geluidssystemen, teneinde nodeloze verwarring tegen te
gaan.
Mede naar aanleiding van deze voorstellen heeft de
Technische Commissie, die het Duitse filmbedrijf advi
seert, zich nauwkeurig beraden over het door haar in te
nemen standpunt. Dit heeft er toe geleid, dat de
Duitse filmindustrie inmiddels is geadviseerd de volgende
normalisering in acht te nemen:
A. GELUIDSWEERGAVE.
1. De fotografische geluidsband blijft in zijn huidige
standaardvorm gehandhaafd
2. de normale filmperforatie blijft bestaan:
extra magnetische geluidsporen worden aan weers
zijden van de filmband naast de perforatie aan
gebracht;
4. de fotografische geluidsregistratie blijft, zoals tot
nu toe. 20 beeldjes voor de plaats waar het film
beeld wordt belicht, gehandhaafd en de magneti
sche geluidsregistratie vindt plaats op een afstand
van 23 beeldjes na het beeld, dat wordt gepro
jecteerd.
B. BEELDWEERGAVE.
1. De beeldafmetingen van de filmband worden vol
gens de bestaande standaardmaten gehandhaafd:
2. een lineaire beeldvergroting bij de projectie met
een verhouding groter dan 1 1,66 is nadelig voor
de beeldkwaliteit. Voor zover een grotere beeld
verhouding toegepast wordt, dient zulks niet door
afdekking van gedeelten van het filmbeeld te ge
beuren
3. bij de opname dient erop te worden toegezien, dat
het gedeelte van het beeld, dat voor de handeling
van belang is, geen grotere verhouding heeft dan
l 1.66;
4. Dit gedeelte van het beeld moet zowel bij de
opname als bij de projectie symmetrisch ten op
zichte van de horizontale as van het filmbeeld
liggen;
5. bij de toepassing van een beeldverhouding groter
dan 1 1.66 is een speciale opnametechniek en de
vervaardiging van bijzondere copieën noodzake
lijk; ook in dit geval behoort een verhouding van
1 2 niet te worden overschreden.
Uit het vorenstaande volgt, dat de Duitse deskundigen
in tegenstelling tot hun Franse collega's een grootbeeld
formaat van 1 1.66 aanbevelen, tenzij reeds bij de op
name op een andere beeldverhouding is gerekend. De
franse Technische Commissie had destijds in het algemeen
een verhouding 1 1,85 aanbevolen.
Zij zijn het wel eens met de Fransen, dat hel fotogra
fische geluidsspoor gehandhaafd moet blijven zolang de
meerderheid van de bioscopen met foto-electrische geluids-
aftast-inrichtingen is uitgerust. De extra magnetische ge
luidssporen kunnen worden gebruikt in bioscopen, die
daarvoor zijn ingericht ter verkrijging van een betere
geluidskwaliteit. Wanneer daarmede bij de opname reke
ning wordt gehouden, kan met behulp van de twee mag
netische sporen ook stereophonische weergave worden
verwezenlijkt. Natuurlijk kunnen beide sporen ook worden
aangewend voor muziek respectievelijk dialoogweergave
hetgeen onder andere van belang is voor gebieden waar
men de films regelmatig in de landstaal nasynchroniseert
- of voor muziek en dialoog respectievelijk effectgeluiden.
Het gebruik van meer dan twee kanalen wordt in ieder
geval voorlopig niet noodzakelijk geacht.
De Duitse vakpers noemt de gegeven adviezen in het
belang van het gehele Duitse filmbedrijf en spreekt het
vertrouwen uit. dat hierdoor voor de bioscopen en de
filmindustrie aldaar de grondslag is geschapen voor een
verdere ontwikkeling der nieuwe projectiesystemen langs
de weg der geleidelijkheid.
Tevens wekt men buitenlandse afnemers, die bij de
Duitse filmmarkt zijn geïnteresseerd, op de onderwerpe-
lijke normen in acht te nemen.
Ter oriëntering van onze lezers drukken wij hierbij een
schets al van een stukje film. waarop de besproken nor
men in beeld zijn gebracht.