Oostenrijk Verenigde Staten Filmbedrgf in cijfers „Battlc of color" stijgen. In 1949, dus nog vóór de invoering van de tele visie, bedroeg het aantal bioscoopbezoekers 607 millioen. In 1950 steeg het tot 653 millioen, in 1951 tot 696 mil lioen, in 1952 tot 738 millioen, en in 1953 tot 780 millioen bezoekers. Hoewel de preciese cijfers over 1954 nog niet bekend zijn. zou blijkens officiële schattingen het bezoek gedurende 1954 wederom aanzienlijk gestegen zijn. Onlangs heeft het Oostenrijkse centrale bureau voor de statistiek het „Statistische jaarboek van de Oostenrijkse gemeenten 1953" uitgegeven, dat interessante gegevens be vat over het bioscoopbezoek, de bezettingsgraad van de bioscopen, de uitbreiding van het theaterpark enz. Blijkens deze statistiek werden er in 1953 in Oostenrijk, dat ongeveer 7 millioen inwoners heeft, bijna 108 millioen bioscoopbezoekers geteld, welke over Wenen, de hoofdsteden der diverse „landen" der Bondsrepubliek en de plaatsen met meer dan 10.000 inwoners als volgt waren verdeeld: aantal bezoekers Wenen 48.779.888 hoofdsteden 18.158.382 plaatsen boven 10.000 inwoners 12.584.668 overige plaatsen 28.377.062 aantal bioscopen 228 64 75 776 totaal bezoek 45,2 16,8 11,7 26,3 107.900.000 1.143 100.0 Een duidelijker beeld van de ontwikkeling van de film- belangstelling in Oostenrijk krijgt men evenwel door een overzicht van het bioscoopbezoek in Wenen en de overige steden gedurende de jaren 1949 tot en met 1953. Met deze ontwikkeling valt. blijkens dit overzicht, een gelijktijdige uitbreiding van het theaterpark waar te nemen. De frequentie is echter sedert 1949 nauwelijks gestegen. bezoek bezoek in millioenen aantal per Jaar gehele land Wenen bioscopen inwoner 1949 99,8 49,6 957 14 1950 92,5 47,0 1031 13 1951 93,9 47,7 1073 13 1952 94.1 48,1 1103 13 1953 107.9 48,8 1143 15 iddeld 97,6 48.28 Wenen telde in 1953 bij een aantal inwoners van 1.766.000 niet minder dan 228 bioscopen, 15 schouwbur gen en 7 concertzalen. Er werden 48.779.000 bioscoop kaartjes afgegeven, terwijl de schouwburgen 2.544.000 en de concerten 239.300 bezoekers trokken. Dat wil dus zeg gen, dat de frequentie, per zitplaats berekend, voor de bioscoop 513,9 bezoeken, de schouwburgen 15,9 bezoeken en de concertzalen 40 bezoeken bedroeg. Als men de frequentie over het bevolkingscijfer uitdrukt zou men kunnen zeggen dat iedere bewoner van Wenen 0,13 keer een concert bezocht. 1.4 keer een toneelvoorstelling en 27 maal een bioscoop. De kleurenfilm heeft het afgelopen jaar meer dan ooit tevoren de aandacht getrokken in de Verenigde Staten. Deze belangstelling gold niet zozeer de langzame maar onafgebroken overschakeling van de zwart-wit naar de kleurenfilm, maar inzonderheid de ontwikkeling van de elkaar beconcurrerende kleurensystemen en de strijd, die nu al meer dan een jaar woedt tussen de diverse labora toria, een strijd, welke men in de vakpers de „battle of color" heeft gedoopt. Vóór de invoering van de anamorfische projectie - - en over het algemeen de grootbeeldprojectie was „Techni- color" het meest op de voorgrond tredende systeem in de Verenigde Staten, hoewel men een zeer grote bewondering koesterde voor het. toen nog aanzienlijk kostbaarder, „Eastman Color" materiaal, dat onder meer door Warner Brothers werd gebruikt onder de naam „Warner Color". Zoals bekend, is voor het opnemen met het Technicolor- materiaal een speciale, vrij omvangrijke camera nodig waarmede tegelijkertijd drie rollen van verschillende kleur worden belicht, waaruit de film later wordt samen gesteld. Alle andere driekleurensystemen, zoals Eastman Color, Agfacolor, Cevacolor en Ferraniacolor maken bij het opnemen gebruik van negatiefmateriaal, waarbij drie verschillende lagen op één filmband zijn aangebracht. Aangezien de Technicolorcamera bij het opnemen van anamorfische films niet te gebruiken was, ging men over op de toepassing van Eastman Color materiaal. Op het ogenblik is de situatie zo, dat practisch alle kleurenfilms in de Verenigde Staten en het grootste deel van de kleu renfilms in Engeland en Frankrijk worden opgenomen met Eastman Color materiaal. Van dit materiaal worden door de laboratoria vaak copieën afgedrukt op materiaal van andere fabrieken, ook op Technicolormateriaal. Daar de Eastman Kodak Com- pany, in tegenstelling tot andere materiaalfabrieken, van opvatting is, dat zij op de eerste plaats onbelicht materiaal verkoopt en zich niet bezig houdt met het bewerken van het belichte materiaal, laat zij het aan de laboratoria over welker arbeid voor de kwaliteit van de kleurencopieën ongetwijfeld van de grootste betekenis is of zij in de aankondiging van de film de naam „Eastman Color" willen vermelden of niet. Daarom ziet men in de Ameri kaanse films behalve het reeds genoemde „Warner Color" bijvoorbeeld nog vermeld „Color De Luxe" (een dochter maatschappij van Technicolor) of in Franse of Italiaanse films bijvoorbeeld „Pathécolor", hoewel de films ver vaardigd zijn op het Eastman Color materiaal. De onderlinge concurrentiestrijd van de laboratoria kwam in de afgelopen zomer in de Verenigde Staten tot een openlijke uitbarsting toen Pathe Laboratories een klacht indiende bij de Federal Trade Commission. waarbij zij Technicolor Molion Picture Corporation en De Luxe Laboratories er van beschuldigde, dat zij op films aan kondigden „In Technicolor" of „Color by Technicolor", hoewel alle films opgenomen worden op Eastman Color en de Technicolor en De Luxe laboratoria het aldus opge nomen materiaal slechts bewerken. Pathe was van oordeel, dat deze practijk met zich bracht „doelbewuste misleiding van producenten, verhuurders en het bioscoopbezoekend publiek en als zodanig oneerlijke concurrentie". Pathe wilde hiermede feitelijk zeggen, dat Technicolor op deze wijze de indruk wil geven dat zij alleen de bewerking van 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 17