HERDENKING Het Aprilnummer van het Bondsorgaan bereikt de leden op een tijdstip waarop ons volk voor de tiende keer zijn bevrijding vieren gaat, een viering, die uitbundiger zal zijn dan gewoonlijk, doch die ook gepaard zal gaan met een herdenking, intenser en plechtiger nog dan gebruikelijk. Het is goed, dat de viering met deze herdenking wordt ingeleid, want haar jaarlijkse herhaling voorkomt dat wij ooit zouden vergeten de sombere jaren van lijden en verdrukking, van angst, armoede en honger, die bezetting en oorlog ons hebben doen ondergaan. Vol eerbied gaan onze gedachten terug naar hen, die de tyrannie hebben getrotseerd en in het bijzonder naar hen. die daarbij het offer van hun leven hebben gebracht. In de kring van onze leden zullen in deze uren, die voor ons bedrijf steeds een bijzonder accent hebber, door de algehele sluiting van zaken, ongetwijfeld de gedachten uitgaan naar de grote verliezen, die in de gelederen van de bedrijfsgenoten zijn aangericht. Het gedenkteken op het Bondsbureau bevat niet minder dan veertig namen. De nagedachtenis van hen, die vielen, geeft aan de vreugdevolle viering van de bevrijding karakter en reliëf. De nationale bevrijding kwam immers te elfder ure; daar door was zij getekend door het leed en zal zij bij de gene ratie die haar beleefde als het ware in de geest gegrift blijven als een intens persoonlijk gebeuren. Leven en welzijn waren ermede gemoeid. Het was een heerlijke erva ring plotseling verschrikkelijke zorgen kwijt te zijn, zijn rechten te kunnen hernemen en maatschappelijk wederom positie te kunnen kiezen. Bestauratie en wederopbouw wer den met kracht aangepakt; tal van lang voorbereide zowel als nieuwe projecten werden ten uitvoer gelegd. Er is waarlijk reden tot vreugde over de opgang van ons volk in de afgelopen tien jaar ondanks de weder waardigheden van de eerste na-oorlogse jaren. Het herstel dat wij thans mogen beleven geeft moed en voldoening, stimuleert tot activiteit en schenkt vertrouwen in de toekomst van ons mooie land. De positie welke ons bedrijf in de herboren natie is gaan innemen biedt, hoe bescheiden zij ook moge zijn, even eens reden tot vreugde. De verliezen waren enorm. Veertig slachtoffers moesten worden herdacht op de eerste Alge mene Vergadering. Tien procent van het totale zitplaatsen aantal was verloren gegaan. De twee Nederlandse film studio's waren leeggeplunderd. Sommige leden waren geruïneerd en vele zaken hadden grote schade geleden door maandenlange sluiting. Het Bondsbureau met zijn welhaast dertig jaar oude archief was door bombardement geheel vernietigd. In tien jaar tijds breidde het ledenaantal zich uit van 330 tot 388, het aantal bioscopen van 323 tot 523 en het zetel aantal der bioscopen van 154.500 tot 243.500, werden tal van zaken vernieuwd en uitgebreid of nieuw gebouwd, werden studio's en filmfabrieken geëquipeerd en nam de productie van films een ongekende vlucht. Ondanks de aanvankelijke moeilijkheden met deviezen zijn de leveran ciers erin geslaagd practisch alle films van enige renommée naar Nederland te brengen en als van ouds het Nederlandse filmbedrijf een onafhankelijk medium te doen zijn tot een goede filmvoorziening van het publiek. Na een aanvankelijke inzinking hebben bezoekersaantallen en ontvangsten zich hersteld. Hoewel de eerste hausse voor het bedrijf geen reservevorming heeft kunnen beteke nen in verband met de drastische fiscale afromingen, kun nen nochtans door de fiscale herzieningen van dit ogenblik en de omstandigheid, dat het bezoekersvolumen zich vrijwel handhaaft en zelfs een lichte vooruitgang vertoont, wellicht de voorwaarden aanwezig worden geacht voor ons bedrijf om zijn taak in het zich snel ontwikke lende nationale bestel te blijven vervullen, en is enig vertrouwen in de naaste toekomst gemotiveerd. Wij delen van harte in de zonnige vreugde die er in deze dagen alom in ons land heerst en wij maken de woorden, waarmede het Hoofdbestuur op 8 Mei 1945 zijn eerste circulaire na de bevrijding aan de leden besloot gaarne tot de onze, namelijk dat „richtsnoer is de over tuiging, dat de kentering der tijden, waaraan wij onder hevig zijn, de werkzaamheid van alle ondernemers en scheppende krachten op het gebied van het filmwezen in een nieuw licht plaatst; haar waardering zal anders en hoger liggen dan voorheen het geval was. Daarom zal bij de vervulling van de taak, die de Bond te wachten staat, meer nog dan voorheen gestreefd moeten worden naar een voortdurende synthese van haar kunstzinnige, sociale en commerciële betekenis, zulks in de nauwste samenhang met de restauratie van onze vaderlandse welvaart."

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 3