Apeldoorn
Op Vrijdag 18 Maart j.1. hebben Burgemeester en Wet
houders van Apeldoorn aan de Raad dezer gemeente liet
voorstel gedaan de vermakelijkheidsbelasting op filmvoor
stellingen te verlagen tot 25 Ter motivering van dit
voorstel beriep het College zich onder meer op de be
kende circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken
d.d. 20 Februari 1954, terwijl het verder aan de hand van
een overzicht van het bioscoopbezoek in Apeldoorn aan
toonde, dat de gemiddelde bezetting per theater sedert
1946/1947 in niet geringe mate is teruggelopen. Voorts
wezen Burgemeester en Wethouders er op, dat mede in
aanmerking moet worden genomen, dat de exploitatie
kosten sindsdien aanzienlijk gestegen zijn, welke kosten
stijging slechts ten dele door plaats gehad hebbende prijs
verhogingen konden worden opgeheven. Op deze gronden
concludeerden zij, dat het uit billijkheidsoverwegingen
gewenst is de destijds verhoogde belastingtarieven voor
filmvoorstellingen te verlagen.
In zijn vergadering van Donderdag 31 Maart heeft de
Raad van Apeldoorn het voorstel van Burgemeester en
Wethouders aanvaard.
Deze verordening zal in werking treden op de eerste
dag van de maand volgende op die waarin het bericht van
de Koninklijke goedkeuring zal zijn ontvangen.
Brielle
De Raad van de gemeente Brielle heeft in zijn op Maan
dag 28 Maart gehouden vergadering besloten de heffing
van de vermakelijkheidsbelasting op gewone filmvoor
stellingen te verlagen tot 10
Voorstellingen met uitsluitend films als bedoeld in ar
tikel 1, lid 2, 2e der Bioscoopwet zijn van vermakelijk
heidsbelasting vrijgesteld.
Behoudens Koninklijke goedkeuring zal de nieuwe ver
ordening op 1 Juli 1955 in werking treden.
Groningen
Op Maandag 4 April j.1. heeft de Raad van de ge
meente Groningen overeenkomstig een voorstel van Bur
gemeester en Wethouders besloten de vermakelijkheidsbe
lasting op gewone filmvoorstellingen te verlagen tot 25
Voorstellingen met films als bedoeld in artikel 1. lid
2, 2e der Bioscoopwet blijven belast met 20 c/e
De gewijzigde verordening treedt in werking op de eer
ste dag van de maand volgende op die, waarin het bericht
van de Koninklijke goedkeuring zal zijn ontvangen.
Sneek
Burgemeester en Wethouders van Sneek hebben op 7
Maart j.1. aan de Raad dezer gemeente het voorstel ge
daan een einde te maken aan het discriminerende onder
scheid in de heffing der vermakelijkheidsbelasting tussen
de film en andere vormen van ontspanning door het vast
stellen van een uniform belastingtarief
van 20
In de toelichting op hun voorstel wezen Burgemeester
en Wethouders onder meer op het vervallen van. de zo
genaamde kortingsregeling bij de wet van 24 Januari 1952,
zodat sedertdien een verlaging van de tarieven der ver
makelijkheidsbelasting niet meer Levens een vermindering
van de uitkeringen uit het gemeentefonds inhoudt. Zij
herinnerden er aan hoe door de Ministers van Binnen
landse Zaken en van Economische Zaken overleg is ge
pleegd met gemeentelijke vertegenwoordigers en met de
Nederlandsche Bioscoop-Bond. waaruit is voortgevloeid
een onderzoek door de accountantsdienst van het Ministe
rie van Economische Zaken naar de rentabiliteit van het
bioscoopbedrijf in Nederland. Dit onderzoek leidde tot de
conclusie, vastgelegd in de ministeriële circulaire van
20 Februari 1954. dat de overwegingen welke indertijd
tot een verhoging van de vermakelijkheidsbelastingtarie-
ven hebben geleid thans niet meer gelden.
Het College wees er voorts op. dal in 1948 door de
drang der omstandigheden moest worden overgegaan tot
de invoering van een tarief voor de heffing der verma
kelijkheidsbelasting, waarbij de hoogte van het heffings
percentage afhankelijk werd gesteld van de aard der ver
makelijkheid „Het daarbij gemaakte onderscheid was vrij
willekeurig", zo beloogden Burgemeester en Wethouders
..In de practijk kwam de differentiatie in het tarief er op
neer, dat voornamelijk de bioscopen door de hogere be
lasting werden getroffen. Een redelijk motief
voor deze hogere belastingheffing
waaruit een soort discriminatie ten aan
zien van het bioscoopvermaak zou kun
nen worden afgeleid - - is niet voorhan
den".
Op deze gronden concluderend stelden Burgemeester
en Wethouders voor ,,de verordening op de heffing der
vermakelijkheidsbelasting in die zin te wijzigen, dat
voortaan alle tegen betaling van een toegangsgeld toe
gankelijke vermakelijkheden onderworpen zullen zijn aan
een uniform belastingtarief van 20%".
Dit voorstel is door de Raad van Sneek in zijn op
Dinsdag 12 April j.1. gehouden vergadering aanvaard.
Deze wijziging zal in werking treden op 1 Juni 1955.
Someren
Overeenkomstig een voorstel van het College van Bur
gemeester en Wethouders heeft de Raad van de gemeente
Someren in zijn op Maandag 31 Januari gehouden zitting
besloten de belasting op filmvoorstellingen te verhogen
tot 20 van de netto-recette.
Films, welke naar het oordeel van Burgemeester en.
Wethouders van culturele betekenis zijn, worden van ver
makelijkheidsbelasting vrijgesteld.
Behoudens Koninklijke goedkeuring is deze verordening
met ingang van
Februari 1955 in werking getreden.
Zevenbergen
De Raad van Zevenbergen heeft in zijn op Vrijdag 25
Maart gehouden vergadering het voorste! aanvaard van
het College van Burgemeester en Wethouders dezer ge
meente om de vermakelijkheidsbelasting op filmvoorstel
lingen te verlagen tot 25 van de netto-recette.
Op voorstellingen met films als bedoeld in artikel 1.
2e lid, sub 2 der Bioscoopwet wordt 20 'c/r geheven.
De gewijzigde verordening treedt in werking op de eer
ste dag van de maand volgende op die, waarop boven
genoemd besluit de Koninklijke goedkeuring heeft ver-
kresen.