DE ARCHITECT AAN HET WOORD
Ir. H. van Vreeswijk over de bouw van het
Carolus Theater te Nijmegen
Centrale ligging der cabine
Goed zicht voor iedere plaats
De opdracht tot het maken van plannen voor de her
bouw van de twee door oorlogsgeweld verwoeste theaters
van de N.V. Theater Maatschappij van de Nederlandsche
Bioscoop Trust te Nijmegen ontving ik reeds in 1948.
Het heeft echter jaren geduurd voor de grond, waarop
zij zouden moeten herrijzen, werd toegewezen. Het hing
van de plaatselijke ontwikkeling van de wederopbouw af
op welke plaats het eerst zou worden begonnen.
Tenslotte werd dan besloten om eerst het kleinste theater
te herbouwen, waarvoor een terrein be-chikbaar was aan
het nieuw gecreëerde Plein 1945, dat in de wandeling
gewoonlijk Centrumplein wordt genoemd.
Opdrachtgeefster verlangde een theater van klasse te
doen bouwen, allereerst met een prima projectie en beeld,
daarnaast met een zeer grote mate van comfort voor de
bezoekers.
Naar mijn mening is dit zeer juist gezien. Een bioscoop
zaal moet geen mensenpakhuis worden, waar men op
elkaar gedrukt zit; waar men geen ruimte heeft voor zijn
benen en niet voor zijn armen: waar men moet oprijzen,
telkens wanneer iemand wil passeren. En het beeld moet
goed zijn. Want het beeld is primair. Daarvoor gaat men
naar de bioscoop.
Voorts verlangde mijn opdrachtgeefster, dat het theater
een zekere voorname gezellige sfeer zou bezitten, die het
bezoek aan dit gebouw een feestelijk karakter zou verle
nen. De bezoekers moeten zich er eens „uit" gevoelen,
wanneer zij de hall van hel theater binnengaan. Zulk een
karakter heeft het Rembrandt Theater te Utrecht van
dezelfde eigenaresse dat ik in 1933 voor haar mocht ver
nieuwen, en de sfeer, die daar heerst, wilde men in het
Carolus Theater te Nijmegen terug vinden.
Geen opdracht kon mij aangenamer zijn. Het is voor de
architect immers bijzonder plezierig, wanneer de opdracht
gever zulk een standpunt inneemt, want op de grondslag
van: ruime plaatsen, goede projectie, feestelijke sfeer en
alle mogelijke comfort laat zich een goed theater bouwen.
Het bleek mogelijk een plan te ontwerpen, waarbij de
projectie horizontaal kan worden. Dat wil zeggen, dat de
objectieven der projectietoestellen zich op dezelfde hoogte
bevinden als het midden van het beeld. Het beeld kan dan
verticaal staan en er is geen vertekening, wanneer althans
de toestellen ook nog zo dicht mogelijk bij de zaalas
staan. Dat is in Carolus inderdaad het geval, zodat hier
ideale voorwaarden aanwezig zijn voor een goed beeld.
De cabine is voorts zeer ruim bemeten en er staat nog
een derde projectietoestel opgesteld, wat zeer gemakkelijk
is, wanneer er naast een breedbeeld-hoofdfilm nog een
normaalbeeld-journaal of bijfilm vertoond moet worden.
Ook staat er nog een projectietoestel opgesteld voor het
vertonen van de lantaarnplaatjes voor reclamedoeleinden.
Bij een goed beeld behoort goed zicht. Iedere bezoeker
heeft er recht op het beeld in zijn geheel en zonder
hinderlijke vertekening te kunnen zien.
Het belangrijkste van ieder bioscoopplan is daarom de
doorsnedetekening, waarop eerst het beeld wordt getekend
en waarop dan met de zichtlijnenmethode het beloop van
de zaalvloer en wanneer aanwezig het beloop der
balcontreden wordt geconstrueerd.
Men moet er hierbij van uitgaan, dat iedere bezoeker
langs de hoofden van de bezoekers op de rij voor hem
heenziet. maar over de hoofden van de bezoekers op de
Langsdoorsnede van het ('orchis Theater