Frankrijk
Filmmuseum vraagt films
Bezettingspercentage der bioscopen
in Frank furt
Internationale vergadering van filmers
51,8 maar hel bioscoopbezoek per bevolkingshoofd bleef
daarbij verre len achter aangezien hel slechts van 18 tot
23.5 steeg. De statistische afdeling van de
gemeente Frankf uit gaf het volgende overzicht
van het bezettingspercentage van de in haar gebied geves
tigde bioscopen.
Indeling naar
bezettingspercentage per kalenderjaar
aantal zitplaatsen
1947
1948 1949
1950
1951
1952
1953
1 - 300
301 - 500
501 - 1.000
meer dan 1.000
94,0
79,0
81,0
82,1
67,1
72,4
55,1
46,5
42,9
43,7
51,3
39,3
35,6
36,8
53.7
40,3
35,9
36,3
50,5
35,4
31,7
31,9
48,5
33,5
29,6
29,9
In totaal
87,0
73.8
46,6
39,1
39,3
34,6
32,3
Uit dit gemeentelijke overzichtje, dat volgens hel sta
tistisch bureau van de S.P.I.O. kenmerkend is voor de
situatie in een aantal der grootste Duitse gemeenten, blijkt
niet alleen de aanzienlijke terugloop van het bezettings
percentage van het totale aantal bioscopen, maar ook de
daling daarvan binnen de onderscheiden theaterklassen.
De grootste bioscopen hebben namelijk een aanzienlijk
geringer bezettingspercentage clan de kleinere, wal in
hoofdzaak verband houdt met hel groter aantal voorstel
lingen dal zij geven.
Dat bij een voortdurende daling van het bezettingsper
centage tengevolge van de ongeordende expansie de renta
biliteit al spoedig in het gedrang komt, spreekt wel van
zelf. Zoals reeds vermeld werken vele Duitse bioscopen
met verlies. In het District Dusseldorf alleen al verkeer
den in 1954 een dertigtal exploitanten in staat van faillis
sement.
In Juni 1955 zal in Parijs de achtste Internationale
Vergadering van Filmers plaats vinden.
Deze vergadering heeft ten doel de filmers aan te sporen
het hunne ertoe bij te dragen de filmkunst op een hoger
plan te brengen. Hel organisatiecomité bestaat uil voor
aanstaande cineasten onder het ere-voorzitterschap van
Jean Cocteau, Abel Gance en Jean Ren oir.
De keuzecommissie wordt gevormd door vooraanstaande
Parijse critici van week- en dagbladen.
Zoals ieder jaar zal een bekend schilder één van zijn
werken beschikbaar stellen voor de beste film die is ver
toond. In de periode 19481954 hebben de volgende
schilders dit gedaan: Matisse, Léger, Lhote. Gromaire.
Survage, Man Ray, Touchagues.
Een honderdtal genodigden, bestaande uit een keur van
deskundigen, zal de „prix des Cinéphiles" toewijzen, even
als een tweetal aanvullende prijzen te weten de prijs voor
de beste avant-garde film en de prijs voor de beste experi
mentele film.
Sedert 1948 is reeds een aantal grote films bekroond
zoals: „Orphée", .Journal d'un Curé de Campagne", ,,Le
Medium"', „La Montée au Ciel"' (Bunuel) enz. alsmede
een aantal Franse en buitenlandse korte films, zoals films
van Cousteau, Thevenard, Franju, enz., de werken van de
Canadees Mae Laren, Italiaanse films over kunst, van
Deense experimentele films, Engelse films, Amerikaanse
tekenfilms (M.G.M., Columbia. R.K.O.) .Jammin the
Blues" (Warner), Amerikaanse experimentele films, enz.
De voornaamste dag- en weekbladen juichen deze mani
festatie toe en hel Franse vakblad „L a C i n m a t o-
gr a ph i e f r a n c. a i s e" schreef over deze samenkomst:
..Deze manifestatie is zeer belangrijkDit festival heeft
inzonderheid veronachtzaamde of onjuist beoordeelde
films onder de aandacht gebracht en bekroond".
Doeken, die uitverkocht zijn, kan men altijd nog vinden
in de grote bibliotheken. Er zijn echter maar weinig films,
waarvan na het verstrijken van de exploitatierechten een
copie in ons land bewaard blijft, hoewel er vele films zijn.
die wegens haar artistieke of culturele betekenis voor be
waring in aanmerking komen. Evenals in de literatuur, in
de schilderkunst en op wetenschappelijk gebied moeien
vakmensen, critici en andere belangstellenden op hel ge
bied van de film hel werk uit vroeger tijden kunnen bestu
deren en vergelijken. Daarnaar streeft het Nederlands
Filmmuseum.
De organisatie van een dergelijk documentatiecentrum
is niet eenvoudig. Gelukkig bestaat er een hechte organi
satie van filmarchieven, de Fédération des Archives du
Film, waarvan het Nederlands Filmmuseum deel uitmaakt.
Deze federatie heeft in overleg met de industrie voorwaar
den voor het afstaan en het. gebruik van archieffilms vast
gesteld, waarbij rekening is gehouden met de belangen van
hel film- en bioscoopbedrijf. Worden de exploitatierechten
van een film naar enig land opnieuw verkocht, dan wordt
de archiefcopie in dat land gelijktijdig geblokkeerd.
Het Filmmuseum kan bij buitenlandse zusterinstellingen
nieuwe copieën van archieffilms bestellen, maar de be
schikbare middelen zijn nauwelijks toereikend om hel
meest noodzakelijke materiaal te betalen.
Het Nederlandse filmverhuurbedrijf kan een belangrijke
bijdrage leveren in de uitbreiding van de collectie van hel
Filmmuseum en wel door films, waarvan de exploitatie
rechten zijn verstreken, beschikbaar te stellen. Dat laatste
kan uiteraard alleen met goedkeuring van de producent
plaatsvinden.
Mocht de producent niet bereid zijn de copie aan het
Filmmuseum af te slaan, dan kan men de bemiddeling
van het Bondsbureau inroepen.
Het Filmmuseum is ook gediend met oude filmfoto's,
affiches en projectoren. Al dit materiaal wordt niet alleen
bewaard, maar ook tentoongesteld. Het Filmmuseum hoopt
eerlang de beschikking te krijgen over een permanente
expositiezaal, waar de geschiedenis van de film en in het
bijzonder die van de Nederlandse film zal worden weer
gegeven.
Gezien het streven van het Filmmuseum kunnen de
leden, die hun oud materiaal, dat uit artistiek, cultureel of
historisch oogpunt belangrijke waarde heeft, aan deze
instelling willen afstaan, zich voor verdere inlichtingen
wenden tot het Nederlands Filmmuseum, Paulus Pot
terstraat 18 te Amsterdam, telefoon 727088.
20