DE OPERATEURSWEDSTRIJD
Opgave No 2.
De uitwerking
1 Na onze belevenissen in de projectiecabine, waar wij zoveel
voor ons volkomen onbekende technische bijzonderheden had
den gehoord, dat het ons duizelde, besloten wij met de bedrijfs
leider in de zaal een deel van de filmvoorstelling te gaan
bijwonen.
2 Met een in het gebouw aanwezige lift waren wij snel beneden
en wij namen plaats in een van de loges.
3 Nadat onze ogen zich aan de lichtovergang hadden aangepast
en wij de film enige tijd zwijgend hadden bekeken, merkten wij
op, dat een zeer groot beeld werd geprojecteerd hetwelk toch
mooi gelijkmatig en helder was belicht.
4 Desondanks hoorden wij de bedrijfsleider zachtjes mopperen.
5 Op onze vraag wat eraan mankeerde, wees hij ons op de
voettitels, die aan de onderzijde van het beeld zichtbaar waren
en wij zagen nu, dat het erop leek, of deze titels van onderen
a/smolten.
6 Zij waren aan die kant niet scherp van contour, doch wel aan
de bovenzijde.
7 De bedrijfsleider mompelde iets over een verkeerde instelling
en wij begrepen, dat er met de objectieven iets niet deugde.
8 Het vreemde voor ons was echter, dat toen het beeld door
de tweede projector was overgenomen, de titels wel goed waren.
9 Nu was echter de rechter helft van het beeld onscherp.
10 Wij zagen op het doek, dat de operateur de instelling van het
objectief enige malen veranderde, teneinde de onscherpte weg
te krijgen, echter zonder resultaat; een deel van het beeld
bleef onscherp.
11 De bedrijfsleider was inmiddels reeds naar de cabine ver
trokken om te zien wat er nu weer aan de hand was.
12 Na enkele minuten werd de voorstelling onderbroken, het
licht ging langzaam aan en uit de luidsprekers klonk een slem,
die het publiek onder aanbieding van verontschuldigingen deed
weten, dat wegens een technische storing de voorstelling enige
minuten onderbroken moest worden.
13 Eerst was het even stil in de zaal en daarna ontstond, een druk
geroezemoes.
J4 Na ongeveer vijf minuten te hebben gewacht kwam de mede
deling, dat de storing was opgeheven en dat de voorstelling zou
worden voortgezet.
15 Het beeld verscheen weer op het doek, doch thans klonk
er een jankend geluid uit de luidsprekers.
16 Wij schrokken al en dachten, dat nu het geluid defect was,
doch reeds na enkele seconden was de geluidsweergave normaal.
17 Korte tijd later keerde ook de bedrijfsleider in de loge terug
en vertelde, dat de fluweelbandbekleding aan de geluiclskant
van het filmsleetje blijkbaar tijdens het inzetten was losge
raakt, waardoor als gevolg van de scheendruk de film niet
meer zuiver vlak door het filmvenster liep en het beeld aan
één kant onscherp werd; ook de geluidskwaliteit werd hierdoor
slechter.
18 De voorstelling verliep verder zonder haperingen en na afloop
werden wij uitgenodigd nog enige gedeelten van de technische
outillage in ogenschouw te nemen.
19 Wij namen dit aanbod gaarne aan en begaven ons naar hel
toneel.
20 Aldaar zagen wij de zware stalen constructie, waarop het grote
projectiedoek was gespannen.
21 Het viel ons op, dal het doek rol kleine gaatjes zat, alsof het
was geperforeerd.
22 Onze zegsman vertelde, dat dit een zogenaamd geluidsdoek was.
23 De luidsprekercombinatie is namelijk achter het doek opge
steld en wanneer het doek te dicht zou zijn geweven, dan
wordt daardoor de weergave van de lage tonen geschaad.
24 Verder zagen wij, dat het doek vrij sterk naar voren over
helde.
25 Desgevraagd werd ons verteld, dat de hoek waaronder werd
geprojecteerd, door de hoge ligging van de cabine zeer steil
was, hetgeen, indien het doek verticaal zou zijn opgesteld, lot
onscherpte van het beeld zou leiden.
26 De gunstigste stand is loodrecht op de optische as van de
projector en wel zodanig, (lat deze optische as midden in het
doek uitkomt.
27 Door het schuin opstellen van het doek wordt deze gunstige
toestand zoveel mogelijk benaderd, waarbij moet worden opge
past, dat niet verder mag worden gegaan dan de helft van de
hellingshoek waaronder de projectie geschiedt.
28 De geluidsinstallatie met een luidspreker voor gescheiden
weergave boezemde ons veel ontzag in en het was ons voor
alsnog onbegrijpelijk hoe deze apparatuur in werking kon wor
den gesteld door middel van het slechts 4,6 mm brede
fotografische geluidsstrookje naast het filmbeeld.
Het aantal inzendingen, dat bij de eerste opgave 247
bedroeg is bij de tweede opgave teruggelopen tot 203.
Van de 203 inzenders slaagden 20 er in alle 10 fouten
te vinden welke in opgave 2 waren verwerkt en daarvan
een volledige en juiste verbetering aan te geven.
Na loting zijn de drie prijzen als volgt toegekend:
Ie PRIJS: ƒ25.J. de Bruin, Harmonie-Rotterdam.
2e PRIJS: boekenbon ter waarde van 12.50:
J. L. van Biene, Rex - Den Haag
3e PRIJS: boekenbon ter waarde van 10,
A. Gutteling, 't Venster - Rotterdam.
Alvorens de juiste verbetering van genoemde 10 fouten
aan te geven willen wij op deze plaats dienaangaande nog
enige opmerkingen maken. De bedoeling daarvan is de
lezer een indruk te geven van de wijze waarop de inzen
dingen worden beoordeeld.
Vele inzenders hebben ten onrechte bezwaar gemaakt
tegen de aanwezigheid van een lift in het gebc
f aarbij
onder andere herhaaldelijk werd opgemerkt, dat het ver
boden is, dat de cabine door middel van een lift recht
streeks met andere ruimten van het gebouw in verbinding
staat. Dit laatste is inderdaad juist, doch in de opgave is
nergens vermeld, dat dit hier het geval zou zijn.
Er staat alleen, dat in het gebouw een lift aanwezig is en
dit ontmoet vanzelfsprekend geen bezwaar.
Verder is door velen de opmerking gemaakt, dat het
verwisselen van het in de tekst genoemde fluweelsleetje,
hetgeen ook een met fluweelband of vilt bekleed beeld-
raam had kunnen zijn, niet enige minuten in beslag hoeft
te nemen, doch ten hoogste één minuut. Op zichzelf kan dit
juist zijn, doch bij een wedstrijd als deze moet worden
bedacht, dat ergens een bepaalde constructie kan zijn ge
kozen om op een andere plaats een fout te kunnen aan
geven. Hier ging het erom, dat bij een storing van enige
minuten, waardoor geroezemoes in de zaal ontstond, een
gramofoonplaat gedraaid had moeten worden. (Zin 13)
Ook het door talrijke deelnemers gemaakte bezwaar tegen
de mededeling per microfoon, dat er een storing is respec
tievelijk dat de storing was opgeheven, is niet als fout
gerekend, omdat deze speciale vermelding slechts dient om
aan te duiden, dat de storing enige minuten zou duren, in
welk geval men iets moet doen om de rust in de zaal te
bewaren.
Een tweetal andere punten waarover vele pennen in
beweging zijn gebracht en die toch niet als fout bedoeld
waren, zijn:
Ie. de zware stalen constructie, waarop het grote doek
gespannen was en
2e. het doek, dat vol kleine gaatjes zat alsof het was
geperforeerd.
22