Slotwoord van de heer Matser De heer Wegerif ging hierna over tot voorlezing van het jury-rapport betreffende de rubriek A. Voor deze rubriek waren de volgende films ingezonden: „Het Ma gisch Venster" van Cefima-film; „Moderne Architectuur in Nederland" van Rudi Hornecker; „Light and Man kind" van de N.V. Joop Geesink's Filmproductie; „Strijd zonder einde" van Bert Haanstra; „Nederland breed gezien" van de Polygoon-Profilti Werkgemeenschap; „Vrij Buiten" van Otto van Neijenhoff; „De kring om de maan" („Moonglow") van Marten Toonder Film NV.; „Railplan 68" van Spectrum Film en „Vieren maar" van Herman van der Horst. Over het algemeen sprak de jury haar waardering uit over de in deze rubriek ingezonden films, waaruit met vreugde geconcludeerd mocht worden, dat, ook interna tionaal gezien, de productie van korte films in Nederland op peil staat. Na zorgvuldige schifting bleven de volgende films over, die eventueel voor een bekroning in aanmerking kwa men, te weten: „Light and Mankind" „Strijd zonder Einde"; „Vrij Buiten"; „De kring om de maan" („Moon glow") „Railplan 68" en „Vieren maar". Bij nadere beschouwing van deze films meende de jury vier films te moeten laten vervallen. Voor de film „Vrij Buiten" had de jury waardering voor de fotografie en in het bijzonder voor de wijze, waarop het scenario ge legenheid gaf tot het vervaardigen van enige goed ge slaagde komische scènes. Zij had de Minister voorgesteld deze film voor een speciale vermelding voor scenario in aanmerking te doen komen. Ook voor de film „Railplan 68" van Spectrum Film had de jury waardering, in het bijzonder voor de wijze, waarop deze film is opgebouwd. Zij had de Minister voor gesteld deze film een speciale vermelding toe te kennen voor het camerawerk, de montage en de geluidstoepas sing. De jury had voor de film „De kring om de Maan" („Moonglow") van Marten Toonder grote bewondering voor de technische perfectie, welke uit de samenwerking in deze film tot uitdrukking komt en voor de werkzaam heid, welke men in de filmwereld met het woord „ani- mation" pleegt aan te duiden. De jury had de Minister voorgesteld deze film in haar totaliteit een speciale vermelding te geven. Bij het beantwoorden van de vraag of de film „Light and Mankind" van Joop Geesink voor de prijs in aan merking kwam, werd de taak van de jury reeds verzwaard. Immers deze film verenigde in zich daarvoor de kwalitei ten, te weten boeiend door cameravisie en camerabewe ging, maquettebouw en rhythme, door de buitengewone vondsten en trucages, door de kleur, die aan het geheel een dramatisch effect verleent. Deze waardering hield in erkenning van de verdiensten van de medewerkers: Frans Hendrix en Jan Gooien. De jury had de Minister voorgesteld ook deze film in haar geheel een speciale; vermelding te verlenen. De heer Hulsker deelde mede, dat de Minister deze voorstellen had overgenomen en reikte de oorkonden uit aan de heren Otto van Neijenhoff en zijn scenarioschrij ver Charles Bresser, de heer Marten Toonder, de heer Wim Geesink, en de heer Gerhard Toonder, als verte genwoordiger van de heer Louis A. van Gasteren. Komende tot de hoofdprijs in deze rubriek las de heer Wegerif vervolgens het slot van het rapport van de jury voor, welker taak zich thans nog beperkte tot een keuze uit de film „Strijd zonder einde" van Bert Haanstra en de film „Vieren maar" van Herman van der Horst. Het was de jury niet mogelijk gebleken één van deze films als de beste van de twee aan te merken. Beide films bezitten de kwaliteiten, welke haar voor de prijs in aan merking doen komen, zij het uit de aard der onderwerpen voortkomende verschillende, doch gelijkwaardige moti veringen. Reden waarom de jury de Minister had voor gesteld de filmprijs 1955 in de rubriek A aan beide films toe te kennen en het daarvoor beschikbaar gestelde be drag te halveren. De heer Hulsker deelde mede, dat de Minister gaarne het voorstel van de jury had overgenomen om de prijs in de rubriek A, zowel aan de film van Bert Haanstra, als aan die van Herman van der Horst toe te kennen. Hij kon hier echter tot zijn genoegen aan toevoegen, dat de Minister het voorstel van de jury, om het beschik baar gestelde bedrag te halveren niet had overgenomen, maar besloten had dit bedrag te verdubbelen, zodat aan beide filmers het totale bedrag van 1.000,kon worden uitgereikt. De heer Haanstra kwam vervolgens op het toneel om de prijs in ontvangst te nemen, terwijl dit voor de heer Van der Horst, bij diens afwezigheid, door de heer Gerhard Toonder geschiedde. De voorlezing van het juryrapport en de mededelingen van de heer Hulsker werden herhaaldelijk door luid applaus onderbroken, terwijl de filmers, welke op het podium de desbetreffende oorkonden of prijzen in ont vangst kwamen nemen, door het publiek luide werden toegejuicht. Tenslotte sprak de Burgemeester van Arnhem, de heer Ch. G. Matser, een woord van dank uit aan het Bestuur van de Stichting Filmweek Arnhem, de Nederlandsche Bioscoop-Bond en alle andere medewerkende instanties, gene uitgezonderd, voor hetgeen in de „Filmweek Arnhem 1955" tot stand was gebracht. Het zal, zo zeide de Burge meester, ieder duidelijk zijn, dat om deze organisatie zo perfect te doen lopen veel arbeid moest worden ver richt. Spreker dankte ook allen die door hun aanwezig heid tijdens deze Filmweek blijk hadden gegeven van hun belangstelling, en heel in het bijzonder de pers, die voort durend in zo groten getale aanwezig was geweest. Gedurende de afgelopen dagen is herhaaldelijk de vraag opgeworpen of het mogelijk zou zijn van deze Film week een traditie te maken. Daarover is het laatste woord nog niet gesproken. Er zou moeten worden nagegaan of de mogelijkheden daartoe bestaan. Spreker hoopte dat het inderdaad een traditie zou wor den. Tot hen die deze week hebben willen organiseren en nu dus zullen moeten gaan denken over de toekomst wilde spreker tenslotte zeggen, dat hij graag als initiatief nemer zou willen optreden, om eventuele plannen en ini tiatieven te coördineren en verder op gang te brengen. Na deze woorden zette het orgel het Wilhelmus in, waarmede ook aan deze laatste dag van de Filmweek een einde was gekomen. Na afloop van de voorstelling waren vele genodigden te gast bij het Stichtingsbestuur van de Filmweek Arnhem, dat in Restaurant Royal recipieerde. 40

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1955 | | pagina 39